26 643 Informatie- en communicatietechnologie (ICT)

Nr. 351 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 februari 2015

Een belangrijke stap in de realisatie van de digitale dienstverlening van de overheid is gezet. Eind 2014 is het overheidsbrede programma «implementatieagenda Nationaal Uitvoeringsprogramma e-overheid (i-NUP)» afgerond. Daarmee is een stevig fundament gelegd voor een overheid die zijn diensten steeds meer digitaal aan burger en bedrijf aanbiedt; toegankelijk, veilig en gebruikersvriendelijk. De infrastructuur en de voorzieningen die daarvoor zijn ontwikkeld vormen de basis voor de dienstverlening aan burgers en bedrijven. Ook voor bijvoorbeeld het programma Digitaal 2017 dat invulling geeft aan de doelstelling van het kabinet dat burgers en bedrijven in 2017 hun zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen.

Bij deze brief is het «Eindrapport i-NUP» gevoegd, waarmee ik u informeer over de resultaten van dit programma1.

Samenvatting van de resultaten van i-NUP

Onder regie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en het Ministerie van Economische Zaken (EZ) hebben het Rijk, uitvoeringsorganisaties, medeoverheden en leveranciers in de afgelopen jaren gezamenlijk een aantal bouwstenen via de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI) gerealiseerd. Hiermee kunnen overheden hun dienstverlening verbeteren. Uit de bijgevoegde eindrapportage blijkt dat de bouwstenen van i-NUP grotendeels gerealiseerd zijn. Het betreft:

  • een digitale frontoffice voor burgers,

  • onderdelen van de digitale frontoffice voor bedrijven en

  • een stelsel van basisregistraties.

Overheidsorganisaties gebruiken deze digitale infrastructuur om gegevens beter met elkaar uit te wisselen en hun dienstverlening digitaal en veilig aan te bieden. Er zijn al tal van geslaagde voorbeelden van betere en goedkopere dienstverlening. In de «i-NUPdate» kranten zijn de afgelopen twee jaar talrijke succesvolle toepassingen belicht. De laatste uitgave van de i-NUPdate gaat eveneens als bijlage bij deze brief2.

Voor een aantal bouwstenen resteert nog een belangrijke aansluitingsopgave van overheidsorganisaties na 2014. Het hogere doel, organisatiebreed gebruik van de GDI door alle overheidsorganisaties, is nog niet behaald. Het is goed te beseffen dat dit nog veel aandacht vraagt. Er is namelijk een verschil tussen implementatie in de zin van «aansluiting» van organisaties op de bouwstenen (grotendeels gerealiseerd) en implementatie in de zin van «organisatiebreed gebruik» door organisaties. De Nationaal Commissaris Digitale Overheid heeft een rol in het stimuleren van het gebruik van die voorzieningen en het verbinden van inhoud, sturing en financiën voor de GDI. Ik heb u over de rol van de Digicommissaris bericht in mijn brief van 28 mei 2014 (kamerstuk 26 643, nr. 314). Het gebruik wordt eveneens gestimuleerd binnen het programma Digitaal 2017. Over de voortgang van dit programma zal ik u dit jaar op verschillende momenten nader informeren.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

Naar boven