Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 26488 nr. 390 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2014-2015 | 26488 nr. 390 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 juni 2015
Met het oog op het algemeen overleg Verwerving F-35 van 30 juni a.s., informeer ik u mede namens de Minister van Economische Zaken over ontwikkelingen in het F-35 programma sinds de voortgangsrapportage van 30 maart jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 383).
Voortgang in het F-35 programma
Tijdens een bijeenkomst van National Armament Directors van de F-35 partnerlanden in Oslo eind mei heeft de directeur van het F-35 Joint Program Office (JPO), generaal Bogdan, een presentatie gegeven over de stand van zaken van het F-35 programma. Duidelijk werd dat het Pentagon de eerstvolgende softwareversie (block 2B) binnen enkele weken zal vrijgeven voor operationeel gebruik. Naar verwachting zal het Amerikaanse Korps Mariniers in juli verklaren dat zij met de block 2B software een Initial Operational Capability (IOC) status hebben bereikt. Het korps kan het toestel dan operationeel inzetten. De Amerikaanse mariniers hebben onlangs met zes F-35B toestellen vanaf een schip operationele testvluchten uitgevoerd. Deze testen waren succesvol.
Ook bij het testen van de block 3 software, de versie die 2B zal vervangen, is vooruitgang geboekt. Zo zijn de eerste wapentesten met die software uitgevoerd. Intussen produceert Lockheed Martin de laatste toestellen uit de Low Rate Initial Production (LRIP) 6-productieserie. Dit jaar zal de fabrikant volgens planning 45 toestellen produceren, waaronder de eerste Italiaanse (in Italië) en Noorse toestellen. Op het gebied van de instandhouding vorderen het F-35 JPO en de leveranciers met de uitwerking van de organisatiestructuren en de belegging van onderhoudswerkzaamheden in de verschillende partnerlanden. Waarschijnlijk kan de Nederlandse industrie later dit jaar reageren op een informatieverzoek over de mogelijkheden van onderdelenonderhoud.
Block Buy initiatief
Tijdens de bijeenkomst in Oslo heeft generaal Bogdan ook een toelichting gegeven op een mogelijke meerjarige bestelling van toestellen. Op dit moment werkt het F-35 JPO aan een Block Buy Contract (BBC) initiatief, waarbij alle landen – inclusief de Verenigde Staten – hun bestellingen met afleveringsjaren 2020, 2021 en 2022 bijeenbrengen in één contract. Dit contract zou meer dan 450 toestellen kunnen omvatten. De Nederlandse invoerreeks gaat in die jaren uit van 24 toestellen. Het Pentagon zal de firma RAND om een schatting vragen van de prijsreductie en het Pentagon hierover in het eerste kwartaal van 2016 rapporteren. Ook zal Lockheed Martin later dit jaar de verwachte stuksprijs melden van toestellen die met het Block Buy Contract worden aangekocht. Tijdens de JSF Executive Steering Board (JESB) in september a.s. zal het F-35 JPO ingaan op de stand van zaken, waarna de partnerlanden het besluit in de JESB in het voorjaar van 2016 zouden moeten kunnen nemen. Behalve door dit BBC-initiatief zal de stuksprijs verder dalen vanwege de jaarlijks toenemende productieaantallen en de Blueprint for Affordability die is gericht op de doelmatigheid van de bedrijfsvoering. In komende voortgangsrapportages zal ik de Kamer op de hoogte houden van ontwikkelingen op dit gebied.
Motorenonderhoud
Nederland heeft al lange tijd de ambitie F-35 motoren te onderhouden. Op 11 december jl. maakte het F-35 JPO bekend dat Nederland, evenals Noorwegen en Turkije, het motorenonderhoud in de Europese regio kan gaan uitvoeren. Sindsdien heeft Defensie verschillende activiteiten ondernomen. Zo heeft Defensie eind april met Italië een Implementing Arrangement ondertekend, waarmee is bevestigd dat Nederland het motoronderhoudswerk van Italië kan uitvoeren. Van het F-35 JPO heeft Defensie de bevestiging gekregen dat het bij de toewijzing van onderhoudswerk rekening zal houden met de afspraken tussen Nederland en Italië. De motorenonderhoudsfaciliteit vergt een investering. Naast Defensie overwegen Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant daarvan een deel voor hun rekening te nemen. De drie investerende partijen willen dit najaar een definitief besluit nemen. Defensie zal de Kamer vervolgens in het kader van het Defensie Materieel Proces informeren.
De investering moet worden terugverdiend in de jaren dat de onderhoudsfaciliteit in bedrijf is. Voor Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant is het van belang te weten welke bredere economische effecten er op het gebied van instandhouding van de F-35 te verwachten zijn. De motoronderhoudsfaciliteit zal daarvoor een belangrijke katalysator zijn. Om een goed beeld te krijgen van de economische kansen en hoe deze kunnen worden benut, hebben het ministerie en de provincie een onderzoek laten uitvoeren door PricewaterhouseCoopers (PwC). De eindrapportage is bij deze brief gevoegd1.
Economische effecten instandhouding F-35
Het PwC-rapport maakt duidelijk dat de instandhouding van de F-35 goede kansen biedt op een aanzienlijke omzet in de komende decennia. De belangrijkste gebieden zijn motoronderhoud en (motor)componentenonderhoud. Daarnaast zijn logistieke dienstverlening, werkzaamheden aan ondersteunende grondapparatuur en training kansrijk. In totaal gaat het volgens PwC tot 2050 om ongeveer € 13,1 miljard aan directe en indirecte omzet en, als de F-35 tot 2065 in gebruik is, om ongeveer € 20 miljard aan omzet. Hiermee zijn ongeveer 1.610 voltijds arbeidsplaatsen gemoeid. Het rapport stelt dat het van belang is dat de overheid en de industrie gezamenlijk de Nederlandse voorstellen uitdragen. Tevens kunnen aanzienlijke spin-offs in de luchtvaart en defensiesector worden behaald en spillover effecten in de automobiel-, energie- en maritieme sector en in de procesindustrie en machinebouw. De omvang hiervan is moeilijk te schatten, maar het gaat om miljarden euro’s. PwC schrijft dat zowel het binnenhalen van het werk aan de F-35 zelf als de spin-off en spillover effecten baat hebben bij de ontwikkeling van innovatieclusters.
Bedrijven, kennisinstituten en overheidsorganisaties moeten die clusters versterken en aansluiting zoeken bij bestaande initiatieven zoals Smart Industry.
Economische Zaken en de provincie Noord-Brabant laten de uitkomst van dit onderzoek meewegen bij hun besluit over de bijdrage aan de investering in de motorenonderhoudsfaciliteit. Daarnaast zullen zij de aanbevelingen uit het rapport gebruiken om de kansen en mogelijkheden die de instandhouding van de F-35 voor de Nederlandse industrie biedt zo goed mogelijk te benutten. De Regiegroep Economische Effecten Instandhouding F-35, waarin de belanghebbenden vertegenwoordigd zijn, vervult daarbij een belangrijke rol.
Geluid
De stuurgroep onder leiding van de Friese gedeputeerde mw. Poepjes heeft besloten het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR) een aantal vragen te stellen over het meten en berekenen van geluid en over systemen voor geluidsmeting. Op grond daarvan zal de stuurgroep de betrokken bestuurders adviseren over de meerwaarde van een geluidsmeetnet. Er is een vragenlijst aan beide instituten voorgelegd. In de voortgangsrapportage van 30 maart jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 383) is gemeld dat de instituten aan het einde van dit jaar zullen rapporteren. De instituten hebben sindsdien gemeld de vragen begin volgend jaar te kunnen beantwoorden. Ook de overige aspecten uit de motie-Eijsink (Kamerstuk 33 763, nr. 22), waaronder de vraag naar de vereiste geluiddemping, zullen in het vervolg van de werkzaamheden van de stuurgroep aan de orde komen.
De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26488-390.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.