Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 14 april 2015
Op 11 maart jl. publiceerde de Inspector General van het Amerikaanse Ministerie van Defensie het rapport F-35 Lightning II Program Quality Assurance and Corrective Action Evaluation. Het betreft een vervolg op een eerder rapport uit september 2013 waarover ik de
Kamer een reactie heb gestuurd (Kamerstuk 26 488, nr. 333 van 18 oktober 2013). Ik stuur u daarom ook een reactie op het vervolgrapport dat
bij deze brief is gevoegd1.
De Inspector General heeft onder meer tot taak de programma’s en operaties van het Amerikaanse Ministerie
van Defensie te evalueren. Tussen februari 2012 en juli 2013 verrichtte de Inspector General een onderzoek naar kwaliteitsaspecten van het F-35 programma. Dat onderzoek is uitgevoerd
bij Lockheed Martin en vijf belangrijke onderleveranciers2 en richtte zich vooral op de kwaliteitsmanagement-systemen, interne kwaliteitscontroles
en contractclausules over de kwaliteit. Het onderzoek betrof dus niet de kwaliteit
van het toestel zelf, maar de beheersing van het productieproces.
Het rapport uit september 2013 vermeldde dat er bij de zes bedrijven 363 afwijkingen
waren geconstateerd van de Aerospace Standard (AS)9100 «Quality Management Systems». Het rapport classificeerde 147 afwijkingen als «groot». De overige waren klein of
betroffen mogelijkheden voor verbetering. Destijds deed de Inspector General elf aanbevelingen aan het F-35 Joint Program Office (JPO) om de kwaliteit in de productieketen te verbeteren en deze conform de standaard
te laten functioneren. Het F-35 JPO en de betrokken leveranciers zijn vervolgens met
de bevindingen uit het onderzoek aan de slag gegaan en hebben verbeteringen in de
processen aangebracht.
In het najaar van 2014 heeft de Inspector General een vervolgonderzoek uitgevoerd om vast te stellen in hoeverre de maatregelen hebben
geleid tot een betere naleving van de AS9100. Uit het vervolgonderzoek – dat zich beperkte tot de Lockheed Martin fabriek in Fort
Worth – bleek dat het kwaliteitsmanagementsysteem is verbeterd en dat het F-35 programma
in het algemeen voldoet aan de eisen van de AS9100. Er zijn echter ook in dit onderzoek
afwijkingen geconstateerd, 61 in totaal, waarvan er 27 worden geclassificeerd als
«groot». De overige 34 zijn klein of betreffen mogelijkheden voor verbetering. Dit
is een lichte verbetering ten opzichte van de bevindingen uit 2013 toen er op de locatie
in Fort Worth 70 afwijkingen werden geconstateerd, waarvan 28 groot en 42 klein. Het
betreft nu grotendeels nieuwe bevindingen. Het rapport doet negen nieuwe aanbevelingen
aan het F-35 JPO en drie aan de Defense Contract Management Agency (DCMA), de Amerikaanse organisatie die het kwaliteitstoezicht bij defensieleveranciers
uitvoert. Met negen aanbevelingen zijn het F-35 JPO en DCMA het volledig eens. Met
drie aanbevelingen is het F-35 JPO het gedeeltelijk eens. De Inspector General heeft het F-35 JPO hierover om nadere toelichting gevraagd.
Uit dit rapport blijkt opnieuw de meerwaarde van onafhankelijk onderzoek naar het
F-35 programma. Het toont voorts aan dat bevindingen werkelijk tot maatregelen leiden
waarvan de doeltreffendheid in een vervolgonderzoek kan worden vastgesteld. Naast
de Inspector General doen ook instanties zoals het Government Accountability Office en de Director Operational Test & Evaluation periodiek onderzoek naar het F-35 programma. Met de conclusies en inzichten van de
onderzoeken kan het F-35 JPO maatregelen nemen om het programma verder te verbeteren.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert