26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 341 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 maart 2014

Op 4 februari 2013 heeft u het lid De Roon het verzoek gedaan om nadere informatie te ontvangen over de F-35-opdrachten voor de Nederlandse industrie. Dit naar aanleiding van een bericht in de pers en een interview op 1 februari 2014 in de Telegraaf met mevrouw Hewson, de bestuursvoorzitter van Lockheed Martin.

In het betreffende interview van mevrouw Hewson is sprake van een «economische waarde» voor Nederland van $ 7 miljard aan orders die van Lockheed Martin en haar (Amerikaanse) systeemtoeleveranciers afkomstig zijn.

Ik merk op dat in het artikel daarbij een aangenomen productie van (ruim) 3.000 F-35’s wordt genoemd. Dat aantal heeft alleen betrekking op de huidige beoogde aantallen voor de partners en de huidige bestelde aantallen voor de 2 landen die de F-35 inmiddels van de plank kochten: Israel en Japan. In het interview wordt tevens aangegeven dat het bedrag aan industriële orders omhoog gaat als meer F-35’s worden gebouwd, in casu als ook andere landen de F-35 gaan aanschaffen.

In de ramingen die door het Ministerie van Economische Zaken en de Nederlandse industrie worden gemaakt, wordt vanwege verkopen aan derde landen rekening gehouden met in totaal een productie van 4.500 F-35’s over de gehele productieduur tot zeker in 2045. Dat aantal is herhaaldelijk genoemd in de berichtgeving aan de Kamer. Dit betekent dat, als dit element in beschouwing wordt genomen, de productiewaarde voor Nederland aanzienlijk hoger kan liggen dan de genoemde $ 7 miljard.

Daarnaast is van belang dat de uitspraken van Lockheed Martin niet gaan over de toeleveringen aan de motorfabrikant Pratt & Whitney. Lockheed Martin is geen opdrachtgever aan Pratt & Whitney. De Amerikaanse overheid contracteert de motor rechtstreeks bij Pratt & Whitney, die vervolgens zelf haar toeleveranciers zoekt. Daarbij hanteert Pratt & Whitney een eigen «Industrial Participation (IP) Plan» om mogelijke omzet voor bijvoorbeeld de Nederlandse industrie (maar ook voor die in de andere partnerlanden) te identificeren en de waarde daarvan te ramen. Op basis van de gegevens van Pratt & Whitney en de Nederlandse industrie wordt geraamd dat de Nederlandse industriële omzet op motorengebied een kleine $ 1 miljard kan belopen.

De Nederlandse overheid, die een behoudende lijn aanhoudt bij de raming van de omzet in de productiefase, gaat daarom tot op heden uit van een bedrag van circa $ 9 miljard. Dit is ook in de jaarrapportages aan uw Kamer bericht.

Deze $ 9 miljard aan omzet is geen vaststaand feit. De Nederlandse industrie zal voor iedere mogelijkheid en opdracht moeten concurreren met de industrie uit de partnerlanden en op basis van «best value» opdrachten moeten verwerven. Ondersteuning door de Nederlandse overheid zal daarbij, zoals ook in de afgelopen jaren is gebeurd, waar mogelijk worden verleend en zal ook de inzet van de Bijzonder Vertegenwoordiger een rol spelen voor het op hoog niveau openen van deuren bij het Amerikaanse bedrijfsleven

Met betrekking tot de met de F-35 deelname gemoeide werkgelegenheid stelt mevrouw Hewson dat, op basis van de genoemde productie van 3.000 F-35’s, daar 1.100 banen direct aan gerelateerd zullen zijn. Daar komen dan, volgens haar, nog 2.000 arbeidsplaatsen bij in de indirecte sfeer.

Deze cijfers komen overeen met de eerder aan de Kamer gemelde ramingen.

Over de toekenning van opdrachten in de instandhoudingsfase (sustainment) kan Lockheed Martin geen uitspraak doen omdat de opzet en inrichting van het instandhoudingssysteem aan de Amerikaanse overheid is voorbehouden. Ik merk daarbij op dat als vuistregel bij de vliegtuigindustrie wordt gehanteerd dat de omzet gedurende de gehele instandhoudingsfase (voor de F-35 geraamd op tot circa 2065) twee maal de omzet in de productiefase kan betekenen. Dit uitgangspunt wordt ook gehanteerd door het Bureau SEO in haar rapport uit oktober 2012 naar de industriële en werkgelegenheidsconsequenties van diverse F-35 scenario’s.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven