26 488 Behoeftestelling vervanging F-16

Nr. 225 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 30 maart 2010

Op 9 februari jl. (kenmerk 26488-213/2010D06961) heeft de vaste commissie voor Defensie verzocht om de vertaling van een Noors rapport over de geluidsbelasting van de F-35 en een inhoudelijke reactie daarop. Dit rapport zou omstreeks begin oktober 2009 door de Noorse Luchtmacht en het Noorse ministerie van Defensie in ontvangst zijn genomen. Aangezien Defensie niet over het rapport beschikte, kon ik niet binnen de gebruikelijke termijn aan dit verzoek voldoen. De vaste commissie is hierover met de brief van 4 maart jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 220) geïnformeerd. Op 18 maart jl. (kenmerk 26488-220/2010D13946) verzocht de commissie te melden of het Noorse ministerie van Defensie bereid is het rapportover de geluidsbelasting van de F-35 ter beschikking te stellen. Hierover is contact opgenomen met het Noorse ministerie van Defensie en inmiddels is een reactie ontvangen.

Het Noorse ministerie van Defensie meldt niet bekend te zijn met een Noors geluidsrapport over de F-35 uit oktober 2009. Het Noorse ministerie maakt melding van een geluidsrapport uit 2007, waarbij het Noorse ministerie aantekent dat dit rapport zijn relevantie heeft verloren. De Kamer is over dit rapport op 31 maart 2009 geïnformeerd (Kamerstuk 26 488, nr. 160).

De Noorse regering heeft eind 2008 besloten de F-16 te vervangen door de F-35 en begin 2009 heeft het Noorse parlement ingestemd met dit besluit. Het Noorse ministerie van Defensie is momenteel bezig met een onderzoek naar de selectie van een vliegbasis of een combinatie van vliegbases voor de stationering van de F-35. Inmiddels is hierover een rapport verschenen ten behoeve van een publieke hoorzitting. In dit rapport komt onder meer het aspect geluid aan de orde. Ik zal dit rapport laten vertalen en aan de Kamer zenden, voorzien van een inhoudelijke reactie.

De staatssecretaris van Defensie

J. G. de Vries