nr. 199
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 september 2009
Met deze brief reageer ik, mede namens de minister van Economische Zaken,
op het verzoek van de vaste commissie voor Defensie van 7 september jl.
(kenmerk 26488–187/2009D41075) uiteen te zetten welke brieven en vervolgstappen
in het dossier Vervanging F-16 in het parlementaire jaar 2009–2010 worden
verwacht.
In deze brief zal ik beknopt ingaan op de besluitvorming vanaf 2008
tot op heden. De vervolgstappen die in het huidige parlementaire jaar worden
voorzien, vloeien hier logisch uit voort. Vervolgens zal ik ingaan op de uitvoering
van de motie-Hamer c.s. (Kamerstuk 26 488, nr. 178). Ten slotte
treft u een overzicht aan van de brieven die de Kamer dit parlementaire jaar
van het kabinet zal ontvangen met betrekking tot het project Vervanging F-16.
Besluitvorming vanaf 2008 tot op heden
De vervolgstappen die het komende parlementaire jaar aan de orde zijn,
vormen een logisch vervolg op de besluitvorming van de afgelopen jaren. Daarom
worden de hoofdpunten van de besluitvorming vanaf 2008 tot op heden hieronder
weergegeven.
• Met de brief van 29 februari 2008 (Kamerstuk 26 488,
nr. 65) bent u geïnformeerd over het kabinetsbesluit tot ondertekening
van het Memorandum of Understanding (MoU) over
de Initiële Operationele Test en Evaluatie (IOT&E) van het JSF-programma.
In deze brief is ook uiteengezet dat deelneming aan de IOT&E een inbreng
van minimaal twee testtoestellen vereist. De Kamer heeft eind mei 2008 ingestemd
met het MoU en met de plaatsing van een opdracht tot verwerving voor twee
testtoestellen.
• Op 16 januari 2009 heeft het kabinet besloten twee F-35 testtoestellen
aan te schaffen, met dien verstande dat dit besluit zou worden geëffectueerd
na overleg met de Kamer.
• Na het algemeen overleg van 22 april jl. en het plenaire debat
van 23 april jl. heeft de Kamer door aanvaarding van de motie-Hamer c.s. ingestemd met het aangaan van de verplichtingen voor de productie van
het eerste Nederlandse testtoestel uit de LRIP-3 productieserie.
Vervolgplanning aanschaf testtoestellen
De motie-Hamer vormt de basis voor de vervolgplanning voor het project
Vervanging F-16. De motie beschrijft de drie criteria die van belang zijn
voor de instemming van de Kamer met het aangaan van de verplichtingen voor
de productie van het tweede testtoestel. Voorts overweegt de motie dat deelneming
aan het JSF-project van belang is voor de werkgelegenheid van het Nederlandse
bedrijfsleven.
1. De prijs voor het tweede testtoestel uit de LRIP-4
productieserie. Deze prijs is nog niet bekend. De Kamer is op 29 februari
2008 vertrouwelijk geïnformeerd over het beschikbare budget voor de testtoestellen
(kenmerk DMO/DB/2008001692).
2. De F-35 geluidscontouren. De Kamer is met
de brief van 10 juli jl. (Kamerstuk 26 488, nr. 192) geïnformeerd
over de F-35 geluidscontouren op basis van berekeningen van de geluidsbelasting
die zijn uitgevoerd door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (NLR).
De conclusie luidt dat de geluidsbelasting van de F-35 goed inpasbaar is binnen
de huidige 35Ke geluidszones.
3. Uitkomst arbitrage business case. Op 30 juni
jl. is de Kamer vertrouwelijk geïnformeerd over de voortgang van de arbitrage
(Kamerstuk 26 488, nr. 190). De arbitrage is thans nog niet voltooid.
De motie-Hamer gaat ten aanzien van het voorgaande uit van definitieve
besluitvorming in 2010. Het uitgangspunt hierbij was dat LRIP-4 toestellen
volgens de reguliere bestelsystematiek van het JSF-programma begin 2010 moeten
worden gecontracteerd. Dan zal ook de prijs moeten vaststaan. Naar het zich
laat aanzien wordt mogelijk nog in 2009 een maximumprijs voor het tweede testtoestel
uit de LRIP-4 productieserie bekend. Ten aanzien van de twee andere criteria,
de F-35 geluidscontouren en de uitkomst van de arbitrage business case, was de verwachting dat hierover in de afgelopen zomer
duidelijkheid zou zijn ontstaan. Bij de F-35 geluidscontouren is dit inderdaad
het geval, maar bij de arbitrage nog niet. Uiteraard zal de Kamer zo snel
mogelijk worden geïnformeerd over de uitkomst van de arbitrage van de business case en over de prijs van het LRIP-4 toestel.
Planning brieven
Hieronder treft u een overzicht aan van de brieven over de Vervanging
F-16 die het kabinet in ieder geval aan de Kamer zal toezenden. Indien zich
tussentijds andere relevante ontwikkelingen voordoen, wordt de Kamer daarover
afzonderlijk geïnformeerd.
• Na besluitvorming in de Verenigde Staten over het budget voor de
verdere ontwikkeling van de F136 motor – de tweede motor voor de F-35 –
wordt de Kamer hierover geïnformeerd.
• Als de uitkomst van de arbitrage van de business
case of de prijs van het LRIP-4 toestel bekend is, wordt de Kamer
hierover geïnformeerd.
• Nadat dat de Kamer is geïnformeerd over de uitkomst van de
arbitrage van de business case en over de prijs
van het LRIP-4 toestel, zal de minister van Economische Zaken de Kamer informeren
over de stand van zaken van de orders voor de Nederlandse industrie ende daarmee
samenhangende prognose voor de omzet gedurende het JSF-programma.
• De jaarrapportage over het jaar 2009 wordt, in overeenstemming
met de regeling grote projecten, uiterlijk 1 april 2010 aangeboden aan
de Kamer.
De staatssecretaris van Defensie,
J. G. de Vries