Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 26448 nr. 59 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer | Datum vergadering |
---|---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2002-2003 | 26448 nr. 59 |
Vastgesteld 26 september 2002
De vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid1 en de vaste commissie voor Financiën2 hebben op 12 september 2002 overleg gevoerd met minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de brief d.d. 6 september 2002 over de stand van zaken Kliq(kamerstuk 26 448, nr. 54).
Van dit overleg brengen de commissies bijgaand beknopt verslag uit.
Vragen en opmerkingen uit de commissies
Mevrouw Noorman-den Uyl (PvdA) wijst op berichten in het NRC dat Kliq als gevolg van rijksbeleid 500 banen moet schrappen. Is het waar dat er 200 gedwongen ontslagen zullen vallen en dat hierover reeds met de vakbonden is gesproken? Dit gaat om een kwart van de formatie. Wat is er aan de arbeidsmarkt veranderd na 19 juni? Kliq is toch de grootste specialist voor moeilijk plaatsbare werklozen? De CPB-prognoses laten toch zien dat de werkloosheid volgend jaar met meer dan 100 000 mensen toeneemt? Dat vraagt er toch om dat de expertise van Kliq in de markt blijft? Vanwaar deze veranderde visie op de mogelijkheden van Kliq? Wie is er formeel verantwoordelijk voor Kliq en de verzelfstandiging? De minister heeft toch een extra verantwoordelijkheid voor het afgesplitste deel van de Arbeidsvoorziening? Kliq, gestart op 1 januari van dit jaar, moet toch een serieuze kans krijgen?
De Kamer heeft altijd om waarborgen gevraagd om de expertise voor moeilijk plaatsbare werklozen overeind te houden. Er zal echter een afbouw plaatsvinden als gevolg van het gekozen rijksbeleid. Dat is onbegrijpelijk in het licht van de eerdere toezeggingen en de eerdere intentie van de regering. Kliq staat sterk in de publieke markt van de gemeenten. De regering denkt dat de gemeenten harder zullen gaan lopen om moeilijk plaatsbare werklozen aan het werk te helpen door de gemeenten 100% financieel risico op de bijstand te geven. Hoe verhoudt dit zich tot de verwachting dat Kliq dit werk snel zal verliezen en de regering een greep in de gemeentelijke kas zal doen inzake het additionele werk? Volgens het ingezette beleid moet Kliq toch juist veel meer werk krijgen?
Mevrouw Noorman-den Uyl vraagt waarom de voorziene en toegezegde geleidelijke afbouw van de omzet op het publieke deel, het publiek opdrachtgeverschap, abrupt gestaakt is, volgens de brief van 6 september.
De minister heeft daarin een directe verantwoordelijkheid, die hij ook moet nemen. Is de nieuwe lijn van de minister niet een mes in de rug van Kliq? Hoe denkt de minister de expertise op het vlak van de reïntegratie van moeilijk plaatsbare werklozen op de arbeidsmarkt te waarborgen? Wat gebeurt er als Kliq om zeep wordt geholpen door het beleid van de minister? Is de minister bereid om Kliq extra waarborgen te geven nu Solvus als participatiepartner een en ander een jaar uitstelt?
Volgens Contentdirecteur Verbugt zal er op basis van de jaarcijfers van 2003 een besluit onder voorbehoud kunnen worden gemaakt over een verdere overname. Volgens de brief is het vermogen naar beneden bijgesteld, zodat ook de voorlopig geraamde opbrengst van Kliq minder wordt. Hoe groot is de voorlopig geraamde opbrengst nu? Wat betekent de financiële betrokkenheid van werknemers bij de resultaten van Kliq? Hoe staat het met de PM-post in het geval er 200 gedwongen ontslagen vallen? Bij de start van Kliq ging het hierbij om voormalig personeel of personeel dat vanuit Arbeidsvoorziening moet worden overgenomen.
Mevrouw Jorritsma-Lebbink (VVD) merkt op dat door de voorgestelde bezuinigingen niet alleen Kliq maar alle reïntegratiebedrijven te lijden zullen hebben. Minder geld voor de overheid betekent immers ook minder uitgaven aan contracten voor reïntegratiebedrijven. Kliq geeft overigens aan dat de bedrijven traag reageren op de Wet verbetering poortwachter. Dat is in tegenspraak met de cijfers over de WAO, die een mindere instroom laten zien. Welke verklaring biedt de minister hiervoor? Doen de bedrijven meer of spelen zij juist onvoldoende in op de vragen die aan hen worden gesteld? Hoe ziet de minister de toekomst van Kliq en andere reïntegratiebedrijven? Kunnen mensen die eventueel bij Kliq worden ontslagen niet gemakkelijk bij andere reïntegratiebedrijven aan de slag? Dergelijke expertise is toch schaars? Hoe schat de minister in dat de samenwerking met Solvus gestalte zal krijgen? Het is toch bepaald niet zo dat Solvus van mening is dat het nooit meer wat wordt met Kliq?
Mevrouw Jorritsma-Lebbink geeft aan dat de VVD-fractie geen algemene verantwoordelijkheid voelt voor de opdrachtverlening aan Kliq. Een meerderheid van de Kamer ziet niets in een lange periode met vaste contracten voor Kliq. Uiteindelijk heeft het bedrijf een eigen verantwoordelijkheid naast de publieke verantwoordelijkheid.
De heer Algra (CDA) deelt de zorg over de berichten in de pers dat er een ontslag van 400 tot 500 mensen zou dreigen bij Kliq. Kan de minister deze getallen bevestigen?
Duidelijk moet zijn dat Kliq een organisatie is die met belastinggeld in de lucht is gebracht. De voorwaarden voor een afscheid met Kliq houden een eerste tranche in de maand september in, waarin 30% van de aandelen door Solvus zou worden overgenomen. De minister van Financiën heeft in zijn brief van 6 september reeds enige informatie gegeven. Kan aanvullende verduidelijking worden gegeven over de vraag waarom Solvus niet bereid is om de genoemde 30% aandelen over te nemen? Een enthousiast persbericht van de Kliqorganistie brengt de joint venture met Solvus als nieuws. Die samenwerking was toch al sinds mei jl. aan de orde? Er is toch al sprake van drie, vier maanden intensieve samenwerking?
Voor volgend jaar september staat een evaluatie gepland voor zowel Kliq als Solvus om te bezien of de vervolgstappen gemaakt kunnen worden. Volgens de laatste, opmerkelijke berichtgeving is die evaluatie doorgeschoven naar 2004. Waarom zijn Kliq en de aandeelhouder daarmee akkoord gegaan?
De heer Algra merkt op dat voor de waardebepaling van de Kliqorganisatie in het verleden na lang praten een lastige, maar heldere formule is afgesproken, met een knip in drieën en een combinatie met boekwaarde en marktwaarde met opslagen. Minder duidelijk is hoe de oorspronkelijke derde tranche, de bepaling van de marktwaarde, tot stand zal komen. Hoe ziet die er uit? De minister van Financiën doet in zijn brief de toezegging dat de eerder overeengekomen prijsformule behouden blijft, ondanks het doorschuiven van het project met een jaar en het verruilen van de drie tranches voor één moment van overname. Belangrijk is daarbij om te weten, met de inschatting dat de waarde is gedaald, of de keiharde garantie van een minimumgarantie van 50 mln overeind blijft. Kan de minister dit toezeggen? In de eerste tranche gaat het over de boekwaarde, het intrinsieke gedeelte. Wat is de boekwaarde per 30 juni 2002?
De heer Van Ruiten (LPF) heeft voor het reces kennisgenomen van de plannen van de ontvlechting. De situatie die toen is geschetst, met Kliq als een holding en Solvus in drie tranches het aandelenbezit, betekent dat Kliq de lasten krijgt en Solvus de lusten. Kliq houdt vervolgens de verantwoordelijkheid voor het persoonsbeleid en Solvus gaat aan de slag met het in de markt uitvoeren van de reïntegratie. De constructie is nu gewijzigd in een joint venture. Waarom is dat gebeurd? Is de minister niet bezorgd over de voortgang in de praktijk?
De minister heeft de zorgen gehoord over Kliq, een privaat bedrijf in de private reïntegratiemarkt. Dat zijn ook zijn zorgen, omdat de overheid voor een aantal publieke doelen afhankelijk is van het functioneren van de reïntegratiemarkt. Doel van het privatiseren van die markt is immers om werklozen en gehandicapten aan het werk te helpen. Op de reïntegratiemarkt is na de aanvankelijk opbloei en wildgroei sprake van concentratie en fusie. Daarbij leeft niet de gedachte dat de ontwikkelingen bij Kliq, een gewoon privaat bedrijf, ontwrichtend werken op deze markt. Het bestuur van Kliq is overigens zelf verantwoordelijk voor haar beleid ten aanzien van de markt.
De regering heeft besloten de budgetten voor reïntegratie kleiner te maken en om de gemeenten tegelijkertijd meer ruimte te geven. Het kan dus zijn dat de budgetten bij de gemeenten gaan groeien. De toenemende werkloosheid zal de behoefte aan de producten overigens doen toenemen. Wat de positie van Kliq hierbij is, is geen onderwerp van gesprek geweest met Kliq of andere reïntegratiebedrijven. In een wat minder economisch getijde is echter bekend dat veel bedrijven op safe spelen. Overigens is de minister onbekend of de krantenberichten over komende ontslagen bij Kliq op waarheid berusten. Een en ander neemt niet weg dat het debat over de effecten van het reïntegratiebeleid van het kabinet van groot belang is. Het is ook duidelijk dat in de Kamer zorgen leven over de reïntegratiemarkt als zodanig. Dat debat moet echter niet gevoerd worden langs de lijn van (toevallige informatie over) de particuliere bedrijfsomstandigheden van één van de reïntegratiebedrijven.
De minister erkent de zorg van de regering als aandeelhouder en eigenaar van Kliq. Vorig jaar heeft een ruime meerderheid van de Kamer besloten om geen extra activiteiten te ondernemen met het oog op de continuïteit van Kliq. Kliq moest worden beschouwd als elke andere marktpartij. De minister onderschrijft de lijn dat er geen extra zorg bestaat voor de overheid inzake de continuïteit van Kliq.
De vele vragen van de CDA-fractie richten zich op het belang van de overheid als eigenaar-aandeelhouder van Kliq. Die horen thuis op het bordje van minister Hoogervorst van Financiën, die over dit onderwerp recent een brief heeft gestuurd aan de Kamer. De minister heeft overigens van zijn collega Hoogervorst begrepen dat de overheid als aandeelhouder geen gevaar loopt. De brief richt zich dan ook vooral op de afwijking van de eerder bekende ontwikkeling. De overheidsdeelneming wordt goed beheerd. De joint venture maakt deel uit van een plan om te zijner tijd te komen tot een maximale opbrengst.
De minister wijst erop dat in het algemeen overleg van 19 juni 2002 door zijn voorganger is gezegd dat Kliq een faire kans moet krijgen, zonder lasten uit het verleden. Veel van de kritiek van mevrouw Noorman-den Uyl op het overheidsbeleid terzake gaat echter over de lasten uit het heden. Op 20 juni 2001 is bovendien een amendement ingediend door de leden Van Lent, Schimmel, Van der Knaap én Noorman-den Uyl om af te zien van gedwongen winkelnering met betrekking tot Kliq. Er is dan ook geen enkele garantie aan Kliq gegeven op het vlak van de omzet.
Het is de minister onbekend dat in de afwikkeling van Arbeidsvoorziening een risico verscholen zou liggen voor de ontwikkeling bij Kliq. Mocht dat het geval zijn of worden, dan zal de Kamer hierover onmiddellijk worden geïnformeerd.
De minister zegt toe de overgebleven vragen schriftelijk van een antwoord te zullen voorzien.
Samenstelling:
Leden: Rosenmöller (GroenLinks), Jorritsma-Lebbink (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Van Dijke (ChristenUnie), Bakker (D66), B.M. de Vries (VVD), De Grave (VVD), Hamer (PvdA), voorzitter, Verburg (CDA), Bussemaker (PvdA), Halsema (GroenLinks), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Bos (PvdA), Smulders (LPF), ondervoorzitter, Jense (Leefbaar Nederland), Wiersma (LPF), De Ruiter (SP), Ferrier (CDA), Smolders (LPF), Bruls (CDA), Zeroual (LPF), Sterk (CDA), Eski (CDA) en Van Loon-Koomen (CDA).
Plv. leden: Tonkens (GroenLinks), Terpstra (VVD), Adelmund (PvdA), Van der Vlies (SGP), Van Geen (D66), Wilders (VVD), Van Hoof (VVD), Tichelaar (PvdA), Koopmans (CDA), Kalsbeek (PvdA), Van Gent (GroenLinks), Smilde (CDA), Oplaat (VVD), Verbeet (PvdA), Van Ruiten (LPF), Teeven (Leefbaar Nederland), De Wit (SP), Stuger (CDA), Vietsch (CDA), De Jong (LPF), Hessels (CDA), Varela (LPF), Algra (CDA), Van Oerle-van der Horst (CDA) en Van Dijk (CDA).
Samenstelling:
Leden: Rosenmöller (GroenLinks), Giskes (D66), Crone (PvdA), Van Oven (PvdA), Hofstra (VVD), Van Hoof (VVD), De Haan (CDA), Van Beek (VVD), Bussemaker (PvdA), Vendrik (GroenLinks), Kant (SP), Mosterd (CDA), Blok (VVD), Ten Hoopen (CDA), ondervoorzitter, De Pater-van der Meer (CDA), Tichelaar (PvdA), voorzitter, Alblas (LPF), Van As (LPF), Veling (ChristenUnie), Teeven (Leefbaar Nederland), Van Vroonhoven-Kok (CDA), Varela (LPF), De Nerée tot Babberich (CDA), Van der Velden (LPF) en Van Loon-Koomen (CDA).
Plv. leden: Bakker (D66), Bos (PvdA), Van Nieuwenhoven (PvdA), B. M. de Vries (VVD), Verbugt (VVD), Kortenhorst (CDA), Luchtenveld (VVD), Noorman-den Uyl (PvdA), Gerkens (SP), Van den Doel (VVD), Koenders (PvdA), Eberhard (LPF), Stuger (LPF), Van der Vlies (SGP), Jense (Leefbaar Nederland), J. M. de Vries (CDA), De Graaf (LPF), Mastwijk (CDA) en Hoogendijk (LPF).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26448-59.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.