nr. 428
MOTIE VAN HET LID VAN HIJUM C.S.
Voorgesteld 16 maart 2010
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat door het UWV de afgelopen jaren onvoldoende is gestuurd
op de selectieve inzet van re-integratiemiddelen ten behoeve van mensen met
een grote afstand tot de arbeidsmarkt, zoals bepaald in het plan van aanpak
Re-integratie;
overwegende, dat de Kamer herhaaldelijk heeft uitgesproken dat de effectiviteit
en doelmatigheid van re-integratie substantieel kan worden verbeterd door
bemiddeling en re-integratietrajecten meer selectief en vraaggericht in te
zetten;
overwegende, dat de keuze van het UWV om in het eerste jaar van werkloosheid
in het geheel geen re-integratiemiddelen meer beschikbaar te stellen consequenties
heeft voor werklozen met een grotere afstand tot de arbeidsmarkt en leidt
tot afwenteling op gemeenten;
verzoekt de regering:
– inzicht te verschaffen in de besteding van re-integratiemiddelen
door het UWV in de jaren 2009 en 2010 (inclusief uitvoeringskosten), de mate
waarin deze middelen selectief en vraaggericht zijn ingezet en het aantal
duurzame plaatsingen;
– snelle toegang van werklozen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt
tot re-integratie op basis van een goede diagnose bij de intake te waarborgen;
– te onderzoeken hoe de re-integratieketen effectiever en doelmatiger
kan worden vormgegeven en de Kamer hierover voor 1 mei 2010 te informeren,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Hijum
Van Gent
Vermeij
Koşer Kaya
Ortega-Martijn