nr. 258
BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 maart 2006
Op 15 februari jl. heeft een algemeen overleg plaatsgevonden met
de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Tijdens dit overleg
hebben wij een aantal toezeggingen gedaan. Bij deze treft u een schriftelijke
reactie op drie van deze toezeggingen aan.
1. De minister zal nagaan of het mogelijk is om de
Kamer te informeren over het concept Jaarplan UWV 2006 en met name de afgesproken
Prestatie Indicatoren.
Uw Kamer heeft gevraagd of het mogelijk is reeds de beschikking te krijgen
over het jaarplan UWV ondanks de opschorting van de goedkeuring. Wij hebben
toegezegd te zullen kijken in hoeverre dit mogelijk is. Wij constateren daarbij
dat, hoewel het verschil van inzicht primair financieel is, de uitkomst hiervan
ook invloed kan hebben op andere delen van het jaarplan. Ook willen wij nagaan
in hoeverre de recent aangenomen moties over de dienstverlening van UWV van
invloed zijn op het jaarplan UWV. We vinden het om genoemde redenen prematuur
om het jaarplan reeds voor mijn goedkeuring aan uw Kamer te doen toekomen.
We zijn voornemens om uiterlijk 1 april een besluit over het jaarplan
te nemen, waarna wij u hierover zullen informeren. Zoals in de meibrief is
aangegeven, is het streven dat de prestaties van UWV in 2006 uitkomen boven
het niveau van 2005.
2. De minister zegt toe de Kamer te informeren over
de mogelijkheid van een fonds voor cliëntenparticipatie/Landelijke Cliëntenraad
(LCR).
De LCR heeft in maart 2005 aangegeven dat er behoefte is aan een structureel
budget voor ondersteuning, opleiding en training van cliëntenraden en
voor het faciliteren van cliëntenorganisaties die vertegenwoordigers
hebben in cliëntenraden. Dit kan gerealiseerd worden in de vorm van een Fonds Ondersteuning, Opleiding en Training Cliëntenraden
in de Sociale Zekerheid (FOOT).
De LCR heeft in een overleg op 29 september 2005 gemeld een werkgroep
te starten om de mogelijkheid voor een dergelijk fonds verder te onderzoeken.
De stand van zaken van de FOOT-nota is geagendeerd voor overleg met de LCR
op 11 april a.s. Ik zal de LCR dan vragen op welk moment wij kunnen beschikken
over de uitkomsten van het onderzoek op basis waarvan nadere afspraken kunnen
worden gemaakt.
3. De staatssecretaris zegt toe de Kamer schriftelijk
te informeren over de mogelijkheid van meerjarige financiering van de bestuurssecretaris
ten behoeve van de Overlegstructuur van de Ketenpartijen.
Voor het bestuurssecretariaat van de Overlegstructuur van de Ketenpartijen
is financiering aangevraagd tot 1 juli 2007. Besluitvorming hierover
vindt plaats bij de Voorjaarsnota. Aan de hand van de uitkomsten van de SUWI-evaluatie
en de behoeften van de ketenpartners zal de vorm van de ondersteuningsstructuur
en de toekomstige financiering daarvan nader worden bezien.
De Minister van Sociale Zaken,
A. J. de Geus
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, en Werkgelegenheid,
H. A. L. van Hoof