nr. 25
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING
EN MILIEUBEHEER
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 22 december 2006
Bijgaand ontvangt u het rapport «Onderzoek naar de uitvoering van
legionellapreventie bij collectieve leidingwaterinstallaties».1
Het gewijzigde Waterleidingbesluit
Op 28 december 2004 is Hoofdstuk IIIC van het Waterleidingbesluit
van kracht geworden met daarin regels voor legionellapreventie in leidingwater.
De preventieregels zijn bedoeld voor collectieve leidingwaterinstallaties
van bedrijven die vallen binnen de zogenoemde prioritaire doelgroep. Bij deze
doelgroep zijn legionellose besmettingsgevallen aangetoond waardoor preventiemaatregelen
nodig werden geacht2.
Resultaten van het onderzoek
In het bijgaande rapport zijn de resultaten beschreven van een onderzoek
dat de VROM-Inspectie heeft uitgevoerd bij ruim 500 prioritaire bedrijven
naar de uitvoering van legionellapreventie bij hun leidingwaterinstallaties.
Het onderzoek heeft zich gericht op bedrijven uit de branches zwembaden, hotels,
jachthavens, campings en zorginstellingen.
Uit het onderzoek blijkt dat bijna 80% van de onderzochte bedrijven
voor wat betreft hun leidingwaterinstallatie weliswaar aan legionellapreventie
doet, maar dat slechts 7% de regelgeving volledig naleeft. Dit betekent
dat veel bedrijven nog onvoldoende tot niets doen aan legionellapreventie
bij leidingwaterinstallaties.
Daarnaast is door een geaccrediteerd laboratorium per locatie een tweetal
watermonsters genomen bij tappunten waarbij verneveling kan plaatsvinden.
Op basis hiervan is bij 11% van de onderzochte bedrijven een overschrijding
van de norm van 100 KVE/l3 geconstateerd.
De helft van de normoverschrijdingen bleek kleiner dan het sluitingscriterium
van 1000 KVE/l te zijn. Bij een geconstateerde normoverschrijding boven de
1000 KVE/l zijn in alle gevallen direct de desbetreffende tappunten
afgesloten. Overigens bleek ook dat de helft van de normoverschrijdingen werd
veroorzaakt door de minder schadelijke Legionella non-pneumophila.
Aanbevelingen
Bedrijven uit de prioritaire doelgroep worden eens per drie jaar door
de waterleidingbedrijven, in opdracht van de VROM-Inspectie, gecontroleerd
op de vereiste legionellapreventie. In samenspraak met de waterleidingbedrijven
zal de VROM-Inspectie bezien of dit toezicht dient te worden geoptimaliseerd.
De resultaten van dit VROM-Inspectie onderzoek worden betrokken bij een
evaluatie die op dit moment door het RIVM wordt uitgevoerd. Daarbij wordt
de effectiviteit van het huidige legionellapreventiebeleid voor leidingwaterinstallaties
beoordeeld.
Aandachtspunten bij de evaluatie zijn onder andere:
– rechtvaardiging van de norm van 100KVE/l (in de rest van Europa
wordt een lichtere norm gehanteerd);
– het nut om de legionella non-pneumophila onder de norm te scharen
terwijl uit studies blijkt dat deze bacterie nauwelijks gezondheidsrisico’s
geeft;
– het verband tussen de mate van legionellapreventie en het daadwerkelijk
voorkomen van normoverschrijdingen.
Naar verwachting is de RIVM evaluatie in februari 2007 gereed; ik zal
u dan nader informeren over de resultaten van deze evaluatie en de mogelijke
implicaties voor beleid en handhaving.
Externe informatievoorziening
De resultaten van genoemde evaluatie zijn mogelijk van belang voor de
interpretatie van de resultaten van het door de VROM-Inspectie uitgevoerde
onderzoek. Daarom wacht ik met het breed informeren en voorlichten van de
doelgroep hierover totdat de resultaten van de evaluatie bekend zijn.
De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en
Milieubeheer,
P. L. B. A. van Geel