26 396 Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR

Nr. 98 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 maart 2014

Hierbij ontvangt u de vijftiende jaarrapportage over het project «Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR». De rapportage bevat de stand van zaken per 31 december 2013 en sluit aan op de veertiende jaarrapportage van 3 april 2013 (Kamerstuk 26 396, nr. 96). Bijlage 1 bij deze jaarrapportage bevat de financiële verantwoording van het project en geeft inzicht in de verrichte betalingen, de verplichtingen en de voorschotten naar de stand van begin en eind 2013. Bijlage 2 bevat het overzicht van de risico’s en de daarmee samenhangende gevolgen. De commercieel vertrouwelijke informatie behorende bij deze jaarrapportage ontvangt u in een afzonderlijke brief (kenmerk BS20140091741). Hoewel de rapportage 2013 betreft, beschrijf ik ook enkele belangrijke ontwikkelingen in 2014.

Het deelproject Boxer kent enkele beperkte vertragingen, die de voortgang van dit deelproject als geheel vooralsnog niet beïnvloeden. De kwalificatie van de basismodule Boxer is in 2013 voltooid. De eerste zes rijlesvoertuigen Boxer zijn onlangs afgeleverd. De kwalificatie van de overige modules staat gepland voor 2014, waarna de levering vanaf 2015 kan starten. De risico’s voor het deelproject Boxer zijn in vergelijking met vorig jaar onveranderd, deze zijn beheersbaar. Het project blijft binnen de financiële kaders.

Wat betreft de CV-90 kan ik melden dat de inzetbaarheid van de al ingevoerde CV-90 is gestegen. Door een gebrek aan reservedelen is er echter nog steeds reden tot zorg. Defensie werkt in dit kader aan een verbetering van de samenwerking met de leverancier. Daarnaast zullen de voertuigen die vrijkomen uit de omvorming van de 13e brigade worden gebruikt om de inzetbaarheid verder te verbeteren.

Het rapport van de Audit Functie Defensie en de Auditdienst Rijk wordt u in overeenstemming met de Regeling grote projecten als afzonderlijk document toegezonden2.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Jaarrapportage Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR

Inleiding

Op 26 juni 1997 heeft de Tweede Kamer het project «Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR» aangewezen als groot project. Om die reden ontvangt de Kamer jaarlijks een voortgangsrapportage. Deze vijftiende rapportage beschrijft de voortgang in het jaar 2013 en enkele ontwikkelingen na 31 december 2013.

Samenvatting per deelproject

Het project omvat drie deelprojecten:

  • het klein pantserwielvoertuig, de Fennek MRAT (Medium Range Anti-Tank) en de Fennek AD (Algemene Dienst);

  • het Infanteriegevechtsvoertuig (IGV), de CV-90;

  • het groot pantserwielvoertuig (GPW), de Boxer.

Fennek. In 2011 is het deelproject «Klein pantserwielvoertuig» geëvalueerd. Ik heb u met mijn brief van 29 december 2011 (Kamerstuk 26 396, nr. 90) geïnformeerd over de resultaten van de evaluatie. Om die reden komt dit deelproject in deze rapportage niet meer aan de orde.

CV-90. Dit voertuig voldoet aan de gestelde technische eisen en is als wapensysteem een aanwinst voor de operationele eenheden, met name door de uitbreiding van de operationele mogelijkheden ten opzichte van de oude YPR-voertuigen. De CV-90»s zijn volgens plan geleverd. Het voertuig voldoet nog niet aan de inzetbaarheidsnorm.

Boxer. De kwalificatie van het basisvoertuig is voltooid. Daarmee is de configuratie voor de serieproductie van het basisvoertuig vastgesteld. Er is overeenstemming bereikt over de oplossing van het gewichtsprobleem en over het afleverschema. De productie van de Nederlandse voertuigen is begonnen. De eerste zes Nederlandse rijlesvoertuigen zijn in 2013 geleverd3.

Behoeftestelling

Infanteriegevechtsvoertuig

Defensie heeft 184 CV-90 voertuigen besteld, die ook zijn geleverd. Daarnaast heeft Defensie behoefte aan bergingsmiddelen voor het IGV, waarvoor het aanvankelijk zestien specifieke CV-90 bergingsvoertuigen zou verwerven. Na onderzoek naar alternatieve bergingsmiddelen is besloten dat overtollige Leopard-2 bergingstanks – na levensduurverlengend onderhoud – gebruikt zullen gaan worden als bergingsmiddel voor het zware materieel van het Commando Landstrijdkrachten (CLAS), zoals de CV-90, de Boxer, de Pantserhouwitser en de Genietank. Hiermee wordt de behoefte aan bergingsmiddelen voor het IGV ingevuld. Het project is onder de naam «Vervanging zware bergingscapaciteit» opgenomen in het Materieelprojectenoverzicht (MPO).

Groot pantserwielvoertuig

Het project Groot pantserwielvoertuig Boxer is een gezamenlijk project met Duitsland. Het pantserwielvoertuig bestaat uit een basisvoertuig (drive module) en een missiemodule. De drive module is voor alle Duitse en Nederlandse Boxervoertuigen gelijk. Op basis van een ongewijzigde behoefte schaft Nederland in totaal 200 basisvoertuigen aan. Op 192 daarvan wordt een missiemodule geplaatst in de uitvoeringen genie, gewondentransport, commandopost en vracht. Daarnaast worden op acht drive modules de voor Duitsland en Nederland ontwikkelde rijlesmodule geplaatst.

Planning en voortgang

Infanteriegevechtsvoertuig

Voortgang

De laatste CV-90 voertuigen zijn geleverd in 2012 en volgens plan in gebruik genomen. In de jaarrapportage over 2011 is de Kamer geïnformeerd over de herijking van de wijze waarop materieelprojecten worden geëvalueerd. Daar is tevens gemeld dat na deze herijking de evaluatie van het deelproject CV-90 ter hand zou worden genomen. Deze herijking wordt, als onderdeel van de herijking van het DMP, nu in 2014 verwacht in de Kamer. Defensie wacht met de evaluatie van het deelproject CV-90 totdat deze herijking van het DMP-proces is voltooid.

Tijdens de ingebruikname zijn verscheidene technische aanloopproblemen aan het licht gekomen. Hierover is eerder gerapporteerd in de 14e jaarrapportage. De fabrikant heeft de plicht deze tekortkomingen op eigen kosten te verhelpen. Een nog openstaand punt hierin is een terugkerende storing aan de transmissies. Het aanbrengen van de noodzakelijke aanpassing hiervoor is gestart in 2013 en loopt door tot en met 2014.

Parallel aan bovengenoemde planning worden twee modificaties, eveneens voor rekening van de leverancier, uitgevoerd. Deze modificaties zijn eerder genoemd in de 14e jaarrapportage en betreffen:

  • de torenvergrendeling,

  • de vervanging van de wapenkoppeling.

Organisatie van onderhoud

In oktober 2012 is met de leverancier een Letter of Intent getekend, die is gericht op de verbetering van de inzetbaarheid van het IGV en de bijbehorende onderwijsleermiddelen. Dit heeft dit in december 2013 geresulteerd in een onderhoudscontract voor het midden en hoger niveau onderhoud van de onderwijsleermiddelen, die zijn aangeschaft binnen het project IGV.

Daarnaast is de leverancier via haar Nederlandse counterpart betrokken bij initiatieven van het CLAS, waarin samen met een aantal Nederlandse bedrijven over toekomstige samenwerking wordt gesproken.

Inzetbaarheid

De gemiddelde inzetbaarheid van de CV-90 stijgt maar is nog steeds onder de norm van 70 procent4. Dit wordt, evenals in 2012, veroorzaakt door de onverminderd ontoereikende voorraad reservedelen. Er was sprake van opgelegde budgettaire beperkingen in de afgelopen jaren en lange levertijden voor de reservedelen die op basis van vervolgorders in 2012 en 2013 zijn besteld.

De levering daarvan is verder vertraagd door de interne reorganisatie bij het Materieellogistiek Commando van het CLAS. Daarnaast vormt de groter dan geplande uitstroom van technisch personeel een knelpunt. Ten slotte blijkt de inrichting van de logistieke module bij de implementatie van SAP nog niet goed te zijn uitgewerkt. In afwachting van de aan te brengen aanpassingen kunnen artikelen deels nog niet worden ingevoerd in het systeem. Hierdoor kunnen ze nog niet worden verstrekt aan de betreffende eenheden.

Met de leverancier worden, in het kader van de doelstellingen die gezamenlijk zijn overeengekomen in de Letter of Intent, afspraken gemaakt om aan de hand van betere verbruiksvoorspellingen de onderlinge processen beter op elkaar te laten aansluiten. Naar verwachting zal de problematiek van vooral essentiële reservedelen hierdoor afnemen en de inzetbaarheid van het systeem verbeteren. Tevens zal de modificatie naar aanleiding van de terugkerende storing aan de transmissies een positief effect hebben op de inzetbaarheid.

Verwacht wordt dat de inzetbaarheid verder zal stijgen door een aantal andere factoren. Allereerst begint de genoemde samenwerking met de leverancier vruchten af te werpen. Daarnaast zullen door de omvorming van de 13e brigade naar een gemotoriseerde brigade 44 IGV’n beschikbaar komen voor opleiding en training (12 stuks) en reserve (32 stuks). Deze voertuigen zijn specifiek bedoeld om de inzetbaarheid te verbeteren5.

Groot pantserwielvoertuig

In 2012 is de kwalificatie van het basisvoertuig voltooid en is de configuratie voor de serieproductie vastgesteld. De Duitse ervaringen die met de Boxer zijn opgedaan in Afghanistan, zijn daarin verwerkt. Het betreft onder meer het veiligheidsharnas en de opbergvoorzieningen voor search apparatuur. Als er alsnog structurele tekortkomingen van het basisvoertuig aan het licht komen, dan worden daarvoor oplossingen onder garantie geclaimd. Over de oplossing van het gewichtsprobleem van de nationale versies is eind 2012 overeenstemming bereikt. De fabrikant vervangt onder meer een deel van de relatief zware bepantsering door modules van een hoogwaardige en daardoor lichtere composiet; dit gebeurt voor rekening van de fabrikant.

Tijdens het afgelopen jaar zijn de kwalificatiebeproevingen van de Nederlandse missiemodules voortgezet. In november 2013 zijn de laatste kwalificatieproeven uitgevoerd voor het ambulancevoertuig. Momenteel onderhandelt OCCAR6 met het consortium over oplossingen voor de laatste openstaande punten. Nadat hierover schriftelijk overeenstemming is bereikt, kan de seriematige levering van de ambulance beginnen. Volgens contract zou de levering van de eerste voertuigen voor gewondentransport begin 2014 plaatsvinden. Mede vanwege bovengenoemde onderhandelingen wordt echter verwacht dat deze planning twee maanden zal uitlopen7.

Bij de aflevering van de eerste voertuigen zullen nog niet alle overeengekomen aanpassingen zijn doorgevoerd. Naar verwachting zal het gebruik van de voertuigen in de trainingsfase hierdoor niet nadelig worden beïnvloed. Daarom heeft OCCAR voorgesteld deze voertuigen af te nemen met de verplichting voor de industrie om deze aanpassingen binnen een bepaalde termijn na afname door te voeren zonder extra kosten voor Defensie. De voltooiing van de kwalificatie voor de commando-, genie- en vrachtversies wordt eind 2014 verwacht, waarna de seriematige levering van deze versies conform afspraak vanaf begin 2015 kan starten.

In 2010 hebben Duitsland en Nederland een Memorandum of Understanding (MoU) getekend om te komen tot samenwerking bij de instandhouding van de Boxer. Midden 2013 heeft de NATO Supply Agency (NSPA) voor Duitsland en Nederland een contract getekend met het Armoured Vehicle Technology Consortium (ARTEC) voor de uitvoering van diverse taken op het gebied van wapensysteemmanagement, zoals het configuratiebeheer tijdens de instandhouding.

Midden 2013 heeft de NSPA ook een opdracht ontvangen van Duitsland en Nederland voor de aanleg en het op voorraad houden van reservedelen voor het gemeenschappelijke basisvoertuig. Nederland heeft ook de bevoorrading van nationaal specifieke reservedelen bij de NSPA belegd. Ten slotte overweegt Nederland momenteel ook het herstel van repareerbare onderdelen bij de NSPA te beleggen. Wellicht dat Duitsland zich op termijn bij deze laatstgenoemde mogelijkheid aansluit. De opbouw van bovengenoemde voorraad kan worden afgedekt met de in het huidige contract opgenomen initiële bestelling.

In het kader van de instandhouding van landsystemen wordt onder meer onderzoek gedaan naar de sourcing van het onderhoud aan de Boxer. Over de sourcingsactiviteiten en andere samenwerkingsvormen wordt de Kamer regelmatig afzonderlijk geïnformeerd.

Investeringen

Algemeen

Alle ramingen in deze rapportage zijn naar de stand van 31 december 2013, inclusief 21% btw (prijspeil 2013).

Vergelijking budgetten 14e en 15e jaarrapportage

(in € miljoen)

14e jaarrapportage

15e jaarrapportage

Verschil

CV-90

1.118,1

1.118,1

0,0

Boxer (totaal)

901,1

902,8

1,7

Totaal

2.019,2

2.020,9

1,7

Het totale projectbudget is per 31 december 2013 met € 1,7 miljoen toegenomen. De oorzaken voor de toename worden per deelproject toegelicht.

Infanteriegevechtsvoertuig

Het projectbudget bedraagt per 31 december 2013 € 1.118,1 miljoen. Dit is ongewijzigd ten opzichte van 2012.

Van het projectbudget is € 1.107,7 miljoen betaald per 31 december 2013.

Projectbudget IGV (in € miljoen)

Betaald t/m 2012

Betaald in 2013

Te betalen 2014

Totaal

Totaal

1.076,2

31,5

10,4

1.118,1

Groot pantserwielvoertuig

Het totale projectbudget bedraagt € 902,8 miljoen en is ten opzichte van de 14e rapportage met € 1,7 miljoen toegenomen. Deze toename is een gevolg van de wijziging in het btw-regime per oktober 2012, zoals eerder gemeld in de 14e jaarrapportage8. Van het totale projectbudget is € 450,2 miljoen betaald. Het nog niet verplichte deel van het totale projectbudget bedraagt € 25,7 miljoen, waarvan € 12,4 miljoen is gereserveerd om al voorziene behoeften af te dekken en € 13,3 miljoen vrij beschikbaar is als projectreserve. De totale projectreserve wordt gezien de huidige financiële risico's voldoende geacht.

In 2013 is door Defensie voor het project Boxer € 73,7 miljoen uitgegeven. Van dit bedrag is € 61,8 miljoen aan OCCAR betaald. Hiervan was € 60,8 miljoen bestemd voor doorbetaling aan de industrie en € 1 miljoen als dekking voor de apparaatsuitgaven van OCCAR. Daarnaast is € 11,9 miljoen aan betalingen verricht die geen verband met OCCAR hadden. Het betreft btw ter waarde van € 10,5 miljoen en een aantal kleinere betalingen. Per 31 december 2013 is in totaal € 450,2 miljoen betaald, waarvan € 106,8 miljoen van het ontwikkelingsbudget en € 343,4 miljoen van het productiebudget.

Projectraming Boxer (in € miljoen)

Betaald t/m 2012

Betaald in 2013

Te betalen 2014 e.v.

Totaal

Project Boxer ontwikkeling

105,4

1,4

1,7

108,5

Project Boxer serieproductie

271,1

72,3

450,9

794,3

Totaal

376,5

73,7

452,6

902,8

In de vorige rapportage is al gemeld dat de scheiding tussen het ontwikkelings- en het productiebudget niet langer wordt gehanteerd. Verplichtingen die zijn aangegaan voor de ontwikkeling worden nog vanuit het ontwikkelingsbudget betaald. Alle nieuwe verplichtingen komen ten laste van het productiebudget.

Industriële participatie en compensatie

Infanteriegevechtsvoertuig

Ten opzichte van de 14e jaarrapportage zijn geen nieuwe feiten te rapporteren.

Groot pantserwielvoertuig

In dit deelproject is afgesproken dat de Nederlandse financiële bijdrage aan de productie en de ontwikkeling voor het volledige bedrag wordt gecompenseerd in de vorm van werk voor het Nederlandse bedrijfsleven. Hiermee was aanvankelijk een bedrag van € 478 miljoen gemoeid. Dit bedrag bestaat voor € 337,2 miljoen uit de deelname aan de ontwikkeling en de productie van de Boxer door de Nederlandse industrie. De overige € 140,8 miljoen betreft compensatieorders voor en kennisoverdracht aan Nederlandse bedrijven. Door het onderhandelingsresultaat over de package deal dat eind 2011 werd bereikt en dat eind 2012 door de oplossing van het gewichtsprobleem is bekrachtigd, wordt het aanvankelijke bedrag van € 478 miljoen verhoogd met € 25,6 miljoen.

Het Nederlandse werkaandeel voor de ontwikkelingsfase is geheel gerealiseerd. Het betreft een bedrag van € 23,1 miljoen.

Ten opzichte van de vorige jaarrapportage zijn geen nieuwe Nederlandse bedrijven bij het Boxer-project betrokken. Op basis van de gemaakte compensatieafspraken met de bedrijven Rheinmetall en Krauss Maffei Wegmann is er voldoende vertrouwen in het realiseren van de verplichtingen.

Significante risico’s

Infanteriegevechtsvoertuig

Er zijn geen significante, projectmatige risico’s.

Groot pantserwielvoertuig

Momenteel wordt het risico onderkend dat het ontwikkelings- en kwalificatietraject van de Nederlandse missiemodules met enkele maanden uitloopt. Dit risico wordt als gemiddeld ingeschat. De huidige invoerplanning heeft een beperkte ruimte om deze vertraging op te vangen. Wanneer de levering met meer dan twee maanden vertraagt, zal de invoerplanning daarop worden aangepast.

Er bestaat een klein risico dat de industrie niet in staat is het verplichte werkaandeel in Nederland aan te besteden. Dit risico wordt als «laag» ingeschat, omdat ook in 2013 vorderingen zijn gemaakt. Daarnaast zijn de organisatie- en operationele kosten van Rheinmetall MAN Military Vehicles Nederland B.V. – die direct met de Boxer verband houden – tot dusver nog niet meegerekend. Deze kosten worden na overleg met de Audit Functie Defensie vastgesteld en aan de realisatie van het Nederlandse werkaandeel toegevoegd. De nakoming van de gemaakte afspraken door de industrie blijft een voortdurend punt van aandacht van de Ministeries van Defensie en van Economische Zaken (EZ), die de rapportages van de industrie nauwlettend beoordelen.

Project- en risicomanagement

Vanaf december 2011 ligt de verdere afhandeling van het deelproject IGV in handen van de instandhoudingsorganisatie9.

De projectorganisatie van de Boxer is in 2013 niet gewijzigd. Nederland en Duitsland spreken regelmatig in het programme committee. Indien nodig kan worden geëscaleerd naar de programme board. In 2013 heeft Nederland geen aanleiding gezien tot escalatie van onderwerpen naar de programme board.

Sinds het begin van de projecten bewaken en beheersen de projectleiders de risico’s. Voor de Boxer houdt OCCAR daarnaast een risicoregister bij. OCCAR rapporteert hierover tijdens de periodieke programme reviews.

De projectleider rapporteert binnen de Defensie Materieel Organisatie (DMO) wekelijks over de voortgang en de risico’s. Vervolgens overlegt de DMO met de Commandant der Strijdkrachten. Ten slotte rapporteert de DMO aan de ambtelijke en politieke leiding, onder meer in een driemaandelijkse managementrapportage.

Bijlage 1: Financiële verantwoording

Tabel 1.1: Realisatiecijfers Betalingen (in € miljoen)

Betaald t/m 2012

Betaald in 2013

Betaald t/m

2013

Infanteriegevechtsvoertuig (CV-90)

1.076,2

31,5

1.107,7

Groot pantserwielvoertuig (Boxer)

376,5

73,7

450,2

Totaal

1.452,7

105,2

1557,9

Tabel 1.2: Openstaande verplichtingen (in € miljoen)

Openstaande verplichtingen per 1-1-2013

Aangegane verplichtingen in 2013

Betaald in 2013

Openstaande verplichtingen per 31-12-2013

Infanteriegevechtsvoertuig (CV-90)

35,5

3,8

31,5

7,8

Groot pantserwielvoertuig (Boxer)

497,6

3,0

73,7

426,9

Totaal

533,1

6,8

105,2

434,7

Tabel 1.3: Voorschotten (in € miljoen)

Openstaand voorschot per 1-1-2013

Verstrekt voorschot in 2013

Verrekend voorschot in 2013

Openstaand voorschot per 31-12-2013

Infanteriegevechtsvoertuig (CV-90)

6,0

9,0

15,0

0,0

Groot pantserwielvoertuig (Boxer)

221,6

60,5

15,4

266,7

Totaal

227,6

69,5

30,4

266,7

Bijlage 2: Overzicht projectrisico’s

In de onderstaande tabel zijn per deelproject de significante risico’s vermeld, de datum waarop de genomen maatregel effect moet hebben of waarop het risico niet meer bestaat en de budgetconsequenties.

Tabel 2.1: Deelproject

Risico

Risicomitigatie

Budgetconsequenties

Infanterie gevechtsvoertuig CV-90

Er zijn geen significante risico’s.

Niet van toepassing

Niet van toepassing

Groot pantserwielvoertuig Boxer

Het ontwikkel- en kwalificatietraject voor de Nederlandse missiemodules blijft bepalend voor het vervolg. Er is geen ruimte voor uitloop. Het risico bestaat dat de productievoorbereiding en het kwalificatietraject van één of meer types van de Nederlandse missiemodules stagneren.

Risico-inschatting: middelmatig

Na de ambulance- en de rijlesmodules (waar geen problemen mee bestaan) worden de overige drie typen modules steeds in groepjes van acht stuks gebouwd. Daarna volgt een groepje van acht van een ander type. Hiermee zorgt de fabrikant ervoor dat per type module telkens een pauze ontstaat waarin problemen kunnen worden hersteld zonder dat de gehele productie stil ligt.

Een nieuwe vertraging zal van invloed zijn op de projectplanning.

Geen budgetconsequenties.

Groot pantserwielvoertuig Boxer

Het risico bestaat dat de industrie niet in staat blijkt de werkaandeelverplichtingen na te komen.

Risico-inschatting: laag

De Ministeries van Defensie en EZ bewaken nauwgezet de naleving van de verplichtingen.

Niet van toepassing


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
3

Oorspronkelijk zouden acht voertuigen in 2013 worden geleverd. Twee voertuigen worden nu met een kleine vertraging in het eerste kwartaal van 2014 geleverd, zonder verdere gevolgen voor het project.

X Noot
4

De gemiddelde inzetbaarheid is in 2013 gestegen van 40% naar 51%.

X Noot
5

Hierover is de Kamer geïnformeerd in de brief met daarin een aanvulling op de nota in het belang van Nederland (Kamerstuk 33 763, nr. 7 van 25 oktober 2013). Daarnaast worden 44 IGV’n afgestoten.

X Noot
6

Organisation Conjointe de Coopération en matière d'Armement: agentschap van de deelnemende landen.

X Noot
7

De omzetting van deze framing conditions in contractuele wijzigingen is vertraagd naar 2014, maar beïnvloedt de feitelijke uitvoering en verdere planning van het project niet.

X Noot
8

Omdat de levering van de prestatie het voor btw belastbare moment was, is de 2% additionele btw over de eerder betaalde voorschotten alsnog aan het budget toegevoegd.

X Noot
9

Dit is de driehoek normsteller (DMO), onderhouder (MATLOGCo) en CLAS.

Naar boven