Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 26396 nr. 81 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2009-2010 | 26396 nr. 81 |
Vastgesteld 13 augustus 2010
De vaste commissie voor Defensie1 heeft een aantal vragen voorgelegd aan de minister van Defensie over de brief van 27 april 2010 inzake de Elfde jaarrapportage vervanging pantservoertuigen M577 en YPR (Kamerstuk 26 396, nr. 79).
De minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 12 augustus 2010. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.
De fungerend voorzitter van de commissie,
Van Miltenburg
Adjunct-griffier van de commissie,
Bontje
1, 22 en 30
Welke gevolgen heeft de verplichtingenpauze bij de Defensie Materieel Organisatie (DMO) op de operationele gereedheid van eenheden met de CV-90? Is de eerste pantserinfanteriecompagnie op 1 augustus 2010 gereed?
Wat betekent de verplichtingenpauze (ook met betrekking tot het sluiten van instandhoudingscontracten) voor de inzetbaarheid van de CV-90?
Over wat voor gevolgen wordt gesproken bij het opschorten van het verplichtingencontract?
Als gevolg van de verplichtingenpauze is de aanvulling van reservedelen, de benodigde fabrieksondersteuning voor onderhoud en het herstel van schades gestagneerd. Hierdoor waren minder voertuigen beschikbaar voor het opleidings- en trainingsproces. Mede als gevolg van deze stagnatie is de datum waarop de eerste pantserinfanteriecompagnie operationeel gereed is, uitgesteld tot 1 januari 2011. De datum waarop het eerste bataljon als geheel operationeel gereed is, zal naar verwachting niet verschuiven.
2
In hoeverre moeten de ambities van de vervanging pantservoertuigen M577 en YPR worden bijgesteld door de verplichtingenpauze?
Deze ambities worden niet aangetast door de verplichtingenpauze.
3
Wat waren de uitkomsten van de evaluatie van het deelproject Fennek?
De evaluatie wordt uitgevoerd. Begin 2011 ontvangt u een E-brief.
4
Waarom is de verwerving van zestien infanteriegevechtsvoertuig-bergingsvoertuigen (IGV) vertraagd?
Besloten is de bergingsbehoefte tot 2015 af te dekken met Leopard I bergingsvoertuigen. Voor de verwerving van specifieke CV-90 bergingsvoertuigen zal nog een afzonderlijke behoeftestelling worden aangeboden. Vanwege andere prioriteiten in de defensiebegroting is dat nog niet gebeurd.
5 en 17
Is het knelpunt van onvoldoende reservedelen in de testfase van de Fennek gesignaleerd? Zo nee, waarom niet?
Is de initiële voorraad reservedelen nog steeds te laag ?
Het pakket reservedelen dat wordt aangeschaft tijdens de projectfase wordt de initiële voorraad genoemd. Het is de voorraad waarmee de gebruiker de exploitatie van het nieuwe materieel begint. Reservedelen worden uit de voorraad betrokken en deze wordt vervolgens weer aangevuld. Tijdens de testfase is er geen gebrek geweest aan reservedelen omdat de leverancier hierin voorzag.
Op dit moment heeft de Fennek te maken met een te lage voorraad aan reservedelen en daaraan wordt wat gedaan.
6
Is er een onderbouwde raming van de extra uitgaven voor de aanschaf van extra reservedelen voor de Fennek?
Ja.
7
Wat is de materiële gereedheid van de Fennek en de infanteriegevechtsvoertuigen (IGV) op dit moment? In hoeverre is de status van de materiële gereedheid van deze voertuigen een gevolg van de beschikbaarheid van reservedelen en onderhoudscontracten?
De materiële gereedheid van de Fennek is op dit moment 57 procent. De oorzaak is een combinatie van een tekort aan reservedelen en herstelcapaciteit, budgetproblemen en schadegevallen. De relevante contracten zijn aanwezig maar de verplichtingenpauze beperkte het afroepen van deze contracten. De CV-90 wordt op dit moment geïntroduceerd in de krijgsmacht. Omdat het bestand aan voertuigen steeds toeneemt, is het percentage slechts bij benadering te geven. De materiële gereedheid is ongeveer 70 procent. In de jaarrapportage is melding gemaakt van het ontbreken van instandhoudingcontracten. Inmiddels zijn deze contracten getekend. Naar verwachting heeft dit een positief effect op de inzetbaarheid.
8
Hoe gaat het met de invoering van het Battlefield Management System (BMS) voor de CV-90?
De invoering van het BMS in de CV-90 verloopt volgens plan.
9, 12, 18, 19, 25, 26 en 27
Welke verbeteringen zijn op het vlak van vuurkracht van de CV-90 noodzakelijk?
Welke modificaties aan de CV-90 waren nodig? Wat kostten de modificaties aan de CV-90?
Welke modificaties moesten worden uitgevoerd aan de eerste reeks CV-90 voertuigen?
Wat was de oorzaak van de technische problemen aan boordkanon en commandokoepel van de CV-90? Waarom zijn die niet eerder, bijvoorbeeld in de testfase, aan het licht gekomen? Kan de schietveiligheid nu gegarandeerd worden?
Waarom kon de schietveiligheid niet gegarandeerd worden bij het tweede incident?
Welk probleem was de oorzaak van het tweede schietincident ?
Welke aanpassing is gedaan aan de CV-90 reeks om dit technische probleem te verhelpen bij het tweede incident met de CV-90 ?
Tijdens de inschietprocedure van de CV-90 – onder verantwoordelijkheid van de leverancier – is gebleken dat in bepaalde omstandigheden de loopvergrendeling niet kon worden gegarandeerd. Daarop is een schietverbod afgekondigd. De leverancier heeft vervolgens een tijdelijke voorziening getroffen, zodat veilig door de gebruikers kon worden geschoten. De definitieve aanpassing wordt nu aangebracht op alle voertuigen. Hierdoor is voldaan aan de normen voor de schietveiligheid. Deze oplossing leidt niet tot meerkosten voor Defensie.
10
Wat gaat u, met het oog op de verplichtingenpauze bij Defensie, doen als er op korte termijn opnieuw extra reserveonderdelen voor de Fennek nodig zijn?
Er is extra budget vrijgemaakt om aanvullende reservedelen voor de Fennek te verwerven. Het aanvullende pakket reservedelen is afgestemd op de gebruiksgegevens die tot nu toe bekend zijn.
11
Wanneer zal de verplichtingenpauze bij Defensie volledig zijn opgeheven?
De verplichtingenpauze is opgeheven.
13, 15 en 16
Op welke wijze wordt de te lage inzetbaarheid van de Fenneks geprobeerd op te lossen? Welke gevolgen heeft dit gehad voor de inzetbaarheid in Afghanistan? Welke gevolgen heeft de verplichtingenpauze in deze?
Is er voldoende voorraad reservedelen beschikbaar voor de Fennek zodat de missie in Afghanistan niet in gevaar komt ?
Heeft de verplichtingenpauze die de Defensie Materieelorganisatie begin 2010 heeft ingesteld ook negatieve gevolgen gehad voor de inzetbaarheid van de Fenneks in Afghanistan? Zo ja, in welke mate?
Er is een afroepcontract voor reservedelen met de leverancier en er is een voorraad reservedelen. Dit was toereikend om de Fenneks in de missie in Afghanistan te ondersteunen. De inzetbaarheid van Fenneks in Afghanistan is door de verplichtingenpauze niet verminderd, omdat bij de verwerving van reservedelen deze missie prioriteit heeft gekregen.
14
Hoe wordt de uitstel van betaling voor de reserveonderdelen van de Fennek verwerkt in de volgende begrotingen?
Hiervoor is budget gereserveerd in de begroting voor 2011 en daarna.
20, 21 en 28
Wat was de reden dat de leverancier van de CV-90 zijn onderhoudsafspraken niet is nagekomen? Wat zijn de concrete gevolgen voor instroom, training en inzetbaarheid in 2010?
Wanneer worden onderhoudsmonteurs voor de CV-90 nu opgeleid? Is met de leverancier van de CV-90 een tegenprestatie afgesproken?
Heeft Defensie inmiddels voldoende opgeleide monteurs om onafhankelijk van de leverancier het onderhoud, ook tijdens operationele inzet, te kunnen garanderen?
De leverancier was niet in staat tijdig de documentatie, de speciale gereedschappen en de opleidingsmiddelen te leveren. Het gevolg was dat Defensie de interne opleiding voor onderhoudspersoneel niet kon beginnen. In verband hiermee heeft de leverancier tot eind 2009 het onderhoud van de geleverde voertuigen kosteloos uitgevoerd. Zo is voorkomen dat de instroom van voertuigen, de training van personeel en de inzetbaarheid nadelige gevolgen ondervonden. Na levering van de benodigde opleidingsmiddelen konden vanaf het midden van 2009 de interne opleidingen alsnog beginnen. Op dit moment heeft Defensie voldoende opgeleide monteurs en capaciteit om het geplande onderhoud uit te voeren. Gedurende 2010 wordt nog een beperkte fabrieksondersteuning ingehuurd voor advies en assistentie.
23 en 24
Wat gaat u doen als de verplichtingenpauze leidt tot teruglopende inzetbaarheid van de CV-90?
Welke oplossing is er voorhanden wanneer de verplichtingenpauze metterdaad leidt tot een teruglopende inzetbaarheid van de CV-90?
De verplichtingenpauze is opgeheven.
29
Waaruit bestaat het instandhoudingscontract voor de CV-90 ?
Voor de instandhouding worden verscheidene contracten gesloten. Het betreft overeenkomsten over aanvulling van de voorraad reservedelen en uitbreiding van het assortiment, fabrieksondersteuning bij onvoorzien onderhoud, zoals schadeherstel, hoger niveau reparaties, het configuratiebeheer en het onderhoud van opleidingsmiddelen.
31, 32, 34 en 67
Wat is de oorzaak van de vertraging in het Boxer ontwikkel- en kwalificatietraject? Hoe groot is de extra vertraging uit 2009?
Hoe groot is de totale vertraging in het Boxer-programma tot nu toe? Wanneer wordt de eerste levering aan Nederland verwacht?
Wat zijn de financiële consequenties van deze verdere vertraging in het Boxer-programma?
Wanneer verwacht u de eerste levering aan Nederland van de vracht-versie van de Boxer? Wat zijn de consequenties voor de levering van de ambulance- en commando-versies van de Boxer?
De vertraging in het Boxer-project is veroorzaakt door discussies over de interpretatie van producteisen, de wijze waarop de oplossingen zullen worden gekwalificeerd en een aantal vertragingen bij de leverancier. In de afgelopen maanden zijn oplossingsrichtingen overeengekomen en vanaf augustus 2010 worden offertes van de industrie verwacht. De vertraging kan oplopen tot ongeveer tien maanden. In dat geval wordt het eerste vrachtvoertuig in januari 2012 geleverd. De levering van de ambulance- en de commandoversie zal ook verschuiven. Gedetailleerde financiële consequenties worden bekend na de evaluatie van bovengenoemde offertes. De Kamer wordt hierover nader geïnformeerd.
33, 36, 37, 38, 64 en 65
Wat is het motief van de leverancier van de Boxer om wél alvast met de serieproductie voor Nederland te beginnen terwijl de testen nog niet zijn afgerond? Wat zijn de risico’s van deze handelwijze? Kunnen de uitkomsten van de kwalificaties nog tijdig en volledig in de Nederlandse serieproductie van de Boxer worden meegenomen? Heeft dit alles consequenties voor de veiligheid van de Boxer?
Wat wordt er met de resultaten van de beproeving van de Duitse Boxer in Australië gedaan?
Wat wordt er door Nederland gedaan indien blijkt dat de beproeving van de Boxer in Australië een negatief resultaat oplevert ten aanzien van de operationele inzetbaarheid?
Leveren negatieve beproevingsresultaten vertraging op voor de levering van de Nederlandse Boxer?
Wat gaat u doen om verdere vertraging in het Boxer-programma te voorkomen? Zijn met de leverancier van de Boxer nadere afspraken gemaakt? Is met de leverancier van de Boxer een tegenprestatie afgesproken? Wat zijn de financiële consequenties van deze vertraging voor het Boxer-programma?
Hoe groot is de vertraging in ontwikkeling en kwalificatie van de «missie modules» van de Boxer? Wat zijn de financiële consequenties van deze vertraging in het Boxer-programma?
De industrie moet voldoen aan de productieplanning die in het contract is overeengekomen. Om deze planning te halen kiest de industrie ervoor de productie te laten aanvangen voordat de overeengekomen oplossingsrichtingen in detail zijn uitgewerkt en de beproevingen voor kwalificatie zijn voltooid. Op deze wijze tracht de industrie een overschrijding van het contractuele afleveringsschema te voorkomen omdat in dat geval Defensie het recht verkrijgt de boeteclausule toe te passen. Een tweede motief betreft het Duitse voornemen de Boxer in te zetten in Afghanistan in 2011.
Het risico van deze handelwijze van de leverancier is dat noodzakelijke aanpassingen die tijdens komende beproevingen en kwalificaties worden geconstateerd, kunnen nopen tot ingrijpende modificaties achteraf van de eerste serievoertuigen en dus leiden tot meerkosten voor de bouwer. De bevindingen van de beproeving in Australië maken deel uit van het kwalificatieproces. Negatieve resultaten uit de beproevingen zullen een negatieve uitwerking hebben op de ontwikkeling, de serievoorbereiding en, uiteindelijk, de levering van de eerste voertuigen. Nederland neemt alleen gekwalificeerde voertuigen af. Dat betekent dat alle noodzakelijke aanpassingen verwerkt zijn in de Nederlandse versies. Daarnaast zijn er enige aanpassingen nodig als gevolg van de Nederlandse eisen voor C4I (Command, Control, Communication, Computers and Information). Omdat alle aanpassingen invloed hebben op het leveringsschema van de Nederlandse Boxer-voertuigen, wordt op dit moment gewerkt aan een nieuw schema. Zodra er overeenstemming is bereikt met de leverancier over de gewijzigde planning van het project ontvangt de Kamer meer informatie.
35
Wat betekent deze vertraging voor de gereedstelling van de Koninklijke Landmacht?
De gereedstelling van eenheden komt niet in gevaar. De eenheden die de Boxer in gebruik zullen nemen, beschikken op dit moment over het pantservoertuig YPR.
39 en 43
Kan specifieker dan «midden 2010» worden aangegeven wanneer de Kamer geïnformeerd wordt over de financiële mogelijkheden en de gevolgen voor het Nederlandse deel van het Boxer-programma?
Gesteld wordt dat duidelijkheid op grond van intensief overleg via OCCAR en ARTEC volgt in de eerste helft van 2010. Wat kan daar thans over worden gemeld?
Op grond van de overeengekomen oplossingsrichtingen worden de offertes van de industrie (ARTEC) vanaf augustus van dit jaar verwacht. Daarna volgen de onderhandelingen over de aanpassingen van het ontwikkelings- en het seriecontract. Met een door OCCAR opgestelde planning zouden deze contractaanpassingen in het vierde kwartaal van 2010 voor besluitvorming beschikbaar kunnen zijn. De Kamer zal dan nader worden geïnformeerd.
40, 41, 42 en 44
Waarom wordt de reeds gecontracteerde communicatie- en informatiemodule voor de Boxer vervangen? Waarom is hier niet eerder voor gekozen?
Wat zijn de financiële gevolgen van deze Boxer-aanpassing?
Waarom vormden de ontwikkeling, kwalificatie, en integratie van de volledige C4I structuur «een nieuwe behoefte', waarvoor een extra project moet worden opgezet (met de financiële gevolgen van dien)? Bestaat over die financiële gevolgen inmiddels meer duidelijkheid?
Wanneer is de meerbehoefte voor C4I architectuur onderkend?
In 2006 werd tijdens de besluitvorming over de seriematige verwerving van de Boxer de behoefte aan integratie van middelen voor C4I onderkend. De C4I-structuur zal in de plaats komen van de in opzet beperktere C2-structuur die in het project was voorzien. Besloten is deze C4I-behoefte afzonderlijk voor besluitvorming aan te bieden maar vervolgens wel in de uitvoering van het Boxer-project mee te nemen. De nieuwe C4I-behoefte past in het streven de inlichtingenketen te versterken en het vermogen op te treden in netwerken verder te vergroten. Tevens komt de verbeterde situational awareness ten goede aan de bescherming van het eigen personeel. Naar verwachting zal de behoeftestelling op korte termijn aan de Kamer worden aangeboden.
45
Hoeveel is de totale financiële overschrijding van het oorspronkelijk geplande budget voor de Fennek pantserwielvoertuigen?
Met ingang van de tweede jaarrapportage is in het project Vervanging Pantservoertuigen sprake van een nieuwe verdeling in voertuigtypen en aantallen. In die jaarrapportage bedroeg het projectvolume voor het Klein Pantservoertuig € 170,2 miljoen in prijspeil 2001. In de huidige rapportage is dit € 197,5 miljoen in prijspeil 2009. De stijging betreft uitsluitend de contractueel overeengekomen prijsescalatie. Er is dus geen sprake van een financiële overschrijding van het geplande projectbudget.
46
Waarom is de bepantsering van de CV-90 gewijzigd?
De bepantsering van het IGV is niet gewijzigd, maar wel de visie op de toepassing ervan op de voertuigen. Destijds is besloten de bepantsering tegen projectielen met kinetische energie (KE) voor 100 voertuigen te verwerven. Daarnaast heeft het voordelen om de voertuigen tijdens de opleiding en training zonder de relatief zware bepantsering te gebruiken. Extra voertuiggewicht verhoogt immers de slijtage en het brandstofverbruik. Daarom zijn additionele middelen verworven om alle voertuigen tijdens opleiding en training in een lichte configuratie te gebruiken. De KE-bepantsering wordt pas aangebracht nadat voertuigen voor een missie zijn aangewezen.
47
Waarom is de aanschaf van geheugenkaarten voor de CV-90 niet geraamd?
Gelet op de ontwikkelingen van computeropslagcapaciteit is in het contract vastgelegd dat voorbereidingen worden getroffen voor de plaatsing van extra kaarten. Tijdens het testen met de doorontwikkelde BMS-software is onderkend dat nu reeds extra geheugen nodig is voor een goede en betrouwbare werking van het systeem. Daarom zijn uit de projectreserve geheugenkaarten aangekocht die bij 84 voertuigen seriematig worden ingebouwd en bij de overige voertuigen worden geplaatst als onderdeel van modificaties.
48
Waarom is opleidingsmaterieel voor de CV-90 niet eerder geraamd?
Vanaf het begin van het project is het opleidingsmaterieel meegenomen in de ramingen. Tijdens de aanloop van de opleidingen is echter geconcludeerd dat voor een toereikende opleiding van personeel meer en betere opleidingsmiddelen nodig waren. De financiële consequenties hiervan werden voor een groot deel geraamd op een budget van het Commando landstrijdkrachten. Met het oog op financiële transparantie zijn deze ramingen alsnog naar het projectbudget overgebracht.
49, 50 en 52
Waar zijn de genoemde meerbehoeften van de Boxer voor nodig?
Waarom waren de eerder gedefinieerde behoeften niet goed genoeg?
Waarom is opleidingsmaterieel voor de Boxer niet geraamd?
Waarom is het opleidingstraject met Duitsland niet doorgegaan?
De noodzaak van de meerbehoefte is aan u gemeld op 23 september 2009 (Kamerstuk 26 396 nr.76). De meerbehoefte bestaat onder meer uit:
– Extra pakketten gereedschapsuitrusting voor de inrichting van de onderhoudsorganisatie. Er zijn extra pakketten nodig na een keuze voor meer inbesteding van werk in plaats van uitbesteding.
– Laserafstandsmeter. Ervaringen in Afghanistan hebben geleid tot deze behoefte. De afstandsmeter zal het wapensysteem van de Boxer nauwkeuriger en effectiever maken.
– Opleidingsmodules. In 2006 werd aangenomen dat een samenwerking op het gebied van opleidingen met Duitsland doelmatig zou zijn, omdat een aantal specifieke nationale opleidingsmiddelen overbodig zouden worden. Tijdens onderhandelingen met Duitsland werd duidelijk dat het opleiden van Nederlandse functionarissen in Duitsland niet doelmatig is. Beperkte Duitse capaciteit, verschillen in inzicht tussen Duitse en Nederlandse doctrines en de kosten van reis- en verblijfkosten van Nederlands personeel gaven de doorslag.
51 en 57
Waarom moet de Boxer- projectreserve worden hersteld? Voor welk doel is eerder uit de projectreserve geput?
Waarom moet de Boxer- projectreserve worden hersteld? Voor welk doel is eerder uit de projectreserve geput?
Zoals op 23 september 2009 (Kamerstuk 26 396, nr.76) werd gemeld aan de Kamer is de contractueel overeengekomen prijsescalatie uit de projectreserve betaald. Besloten is het projectbudget daarna te verhogen met de voornoemde prijsescalatie. Op deze wijze blijft er ruimte voor onvoorziene aanpassingen en tegenvallers in een traject waarbij twee voertuigversies volledig moeten worden ontwikkeld en de serieproductie doorloopt tot 2016.
53
Wanneer is TACTIS voor de CV-90 gereed?
Naar verwachting is TACTIS in 2013 voor CV-90 gereed.
54
Waarom is er nog geen besluit genomen om de Boxer aan te sluiten op TACTIS en MCTC?
Aansluiting van de Boxer op TACTIS en MCTC is nog onderwerp van onderzoek.
55
Wat is de contractueel verplichte prijsstijging van de CV-90?
In het contract is voor de verrekening van de prijsescalatie een formule opgenomen met daarin diverse indices voor ontwikkelingen op het gebied van materiaal en lonen in de betrokken landen. Op grond van vastgestelde indexcijfers wordt op deze wijze een prijsstijging berekend. In de elfde jaarrapportage is gemeld dat het projectbudget van de CV-90 in 2009 is verhoogd met € 31,3 miljoen voor de contractueel verplichte prijsstijging.
56
Wat zijn de consequenties voor het opleidingstraject, de inzetbaarheid en het project-budget om 8 Boxers te bestemmen voor opleidingsdoeleinden?
In het aangepaste projectbudget is naast een specifieke rijlessimulator ook rekening gehouden met acht rijlesvoertuigen. Zo is de behoefte voor de interne chauffeursopleidingen afgedekt zonder negatieve gevolgen voor de inzetbaarheid.
58
Waaruit bestond het afgesproken werkaandeel voor het Nederlandse bedrijfsleven in de ontwikkeling en productie van de Fennek?
In het contract voor de prototypen is vastgelegd dat 50 procent van de opdrachtwaarde van de ontwikkeling aan het Nederlandse bedrijfsleven ten deel zou vallen. Het bouwcontract voor de serievoertuigen moet leiden tot een aandeel voor het Nederlandse bedrijfsleven van minimaal 46 procent.
59
Hoeveel compensatie voor het Nederlandse bedrijfsleven bij ontwikkeling en productie van de CV-90 is er einde 2009 precies overeengekomen, met andere woorden: contractueel vastgelegd?
Het ministerie van Economische Zaken heeft in 2004 een compensatieovereenkomst gesloten met het bedrijf BAE Systems Hägglunds (BSH) voor het totale aankoopbedrag van de CV-90. Dit contract is niet veranderd. BSH zorgt ervoor dat opdrachten ter waarde van het contractbedrag geplaatst worden bij het Nederlandse bedrijfsleven. BSH heeft hiervoor tien jaar de tijd. Op dit moment is de looptijd halverwege en de invulling van de verplichting verloopt voorspoedig. Het ministerie van Economische Zaken bewaakt de uitvoering van dit contract.
60
Wat is het afgesproken werkaandeel in ontwikkeling en productie van de Boxer voor het Nederlandse bedrijfsleven?
De afspraak over de verdeling van kosten en werk bij de ontwikkeling en productie van de Boxer houdt in dat de volledige Nederlandse financiële bijdrage in de vorm van werk terugvloeit naar het Nederlandse bedrijfsleven. Hiervan betreft 71 procent het werkaandeel voor het Nederlandse bedrijfsleven. De overige 29 procent betreft compensatieorders en kennisoverdracht.
61
Wanneer verwacht u de resterende compensatieafspraken rond de Boxer bekend te kunnen maken?
In de brief van 19 maart 2010 is gemeld dat het ministerie van Economische Zaken afzonderlijke compensatieovereenkomsten heeft gesloten met de consortiumleden Rheinmetall Landsysteme en Krauss-Maffei Wegmann en met de toeleverancier van het Remote controlled weapon station, het Noorse bedrijf Kongsberg. Er zijn geen andere compensatieovereenkomsten voorzien.
62
Worden overschrijdingen van de geplande budgetten ook gecompenseerd bij het Nederlandse bedrijfsleven?
Ja.
63
Wat is de oorzaak van de vertraging in ontwikkeling en kwalificatie van de «drive module» van de Boxer?
De oorzaak is een samenstel van technische problemen dat ervoor zorgt dat de gemiddelde tijd tussen twee storingen of klachten te kort is en de tijd die nodig is voor herstel te lang.
66
Hoe zou u, waar het gaat om verbeteringen in de vuurkracht van de CV-90, op het punt van tijdigheid een «middelmatig risico met beperkte consequenties» willen omschrijven: een vertraging van 1 of 12 maanden? En wat zijn de financiële consequenties van deze vertraging voor het programma van de CV-90?
De laatste technische aanpassingen in de vuurkracht worden op dit moment geheel op kosten van de leverancier uitgevoerd. Deze activiteiten zullen volgens afspraak midden augustus klaar zijn, waarbij het risico van vertraging gering is.
Samenstelling:
Leden: Bommel, H. van (SP), Staaij, C.G. van der (SGP), Ormel, H.J. (CDA), Ferrier, K.G. (CDA), Eijsink, A.M.C. (PvdA), Miltenburg, A. van (VVD), Fng voorzitter, Dam, M.H.P. van (PvdA), Schippers, E.I. (VVD), Jacobi, L. (PvdA), Brinkman, H. (PVV), Voordewind, J.S. (CU), Broeke, J.H. ten (VVD), Dijk, J.J. van (SP), Thieme, M.L. (PvdD), Peters, M. (GL), Berndsen, M.A. (D66), Monasch, J.S. (PvdA), Bosman, A. (VVD), El Fassed, A. (GL), Hernandez, M.M. (PVV), Lucassen, E. (PVV), Bruins Slot, H.G.J. (CDA) en Hachchi, W. (D66).
Plv. leden: Raak, A.A.G.M. van (SP), Dijkgraaf, E. (SGP), Uitslag, A.S. (CDA), Blanksma-van den Heuvel, P.J.M.G. (CDA), Wolbert, A.G. (PvdA), Beek, W.I.I. van (VVD), Smeets, P.E. (PvdA), Nicolaï, A (VVD), Samsom, D.M. (PvdA), Helder, L.M.J.S. (PVV), Wiegman-van Meppelen Scheppink, E.E. (CU), Teeven, F. (VVD), Irrgang, E. (SP), Ouwehand, E. (PvdD), Braakhuis, B.A.M. (GL), Vacature (D66), Arib, K. (PvdA), Blok, S.A. (VVD), Halsema, F. (GL), Kortenoeven, W.R.F. (PVV), Bontes, L. (PVV), Çörüz, C. (CDA) en Vacature (D66).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26396-81.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.