26 396 Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR

Nr. 108 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 15 juni 2016

De vaste commissie voor Defensie heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Minister van Defensie over de brief van 8 april 2016 inzake aanbieding Zeventiende jaarrapportage «Vervanging pantservoertuigen M577 en YPR» (Kamerstuk 26 396, nr. 107).

De Minister heeft deze vragen beantwoord bij brief van 14 juni 2016. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De voorzitter van de commissie, Ten Broeke

De adjunct-griffier van de commissie, Van Eck

1

Ten aanzien van het project Defensie Brede Vervanging Operationele Wielvoertuigen (DVOW): klopt het dat begin 2016 de tenderprocedure gestart is voor 50, 100 en 150 kn voertuigen? Klopt het dat de ladingdrager tender, in tegenstelling tot de planning, nog niet gestart is? Kunt u aangeven waarom dit nog niet gebeurd is? Kunt u aangeven of er bepaalde problemen zijn met de verschillende tenders voor DVOW? Klopt het, dat de levering voor voertuigen en ladingdragers synchroon dient te lopen zodat ladingdragers en voertuigen tegelijk in gebruik genomen kunnen worden?

Het project DVOW kent meerdere tenders voor de levering van voertuigen en ladingdragers, die tegelijk in gebruik worden genomen. Momenteel worden er geen problemen onderkend met deze tenders. De tenderprocedure voor de 50, 100 en 150kn voertuigen inclusief de laadbak is begin 2016 gestart. De voorbereiding van de ladingdragertender is vrijwel afgerond en deze wordt binnenkort aan de markt aangeboden.

2

Wat is of zijn op dit moment de belangrijkste oorzaken voor het tekort aan onderdelen voor CV-90?

3

Waarom lijken de oorzaken voor het tekort aan onderdelen voor CV-90 voertuigen elk jaar te wijzigen? In hoeverre is nog steeds sprake van een tekort aan reservedelen voor CV-90 voertuigen door ontoereikend budget?

4

In hoeverre is nog steeds sprake van een tekort doordat de voorraad reservedelen niet aansluit op het verbruik van de verschillende soorten reservedelen?

6

In hoeverre is nog steeds sprake van tekort door de interne reorganisatie bij het Materieellogistiek Commando van het CLAS?

8

In hoeverre is nog steeds sprake van tekort door de verkeerde inrichting van de logistieke module bij de implementatie van SAP?

16

Aan welke reservedelen van de CV-90 is er precies een gebrek?

Er is inmiddels een goed beeld van de behoefte aan en het verbruik van reservedelen. De voorraden zijn echter nog te beperkt en kunnen niet altijd tijdig worden aangevuld. Het inrichten van de reservedelenvoorziening, zoals we dat destijds voor ogen hadden in de projectfase, wordt de afgelopen jaren bemoeilijkt door een hogere marktprijs, budgettaire beperkingen en lange levertijden. Daardoor is het tekort aan reservedelen één van de oorzaken van de verminderde inzetbaarheid. In eerdere jaren werd de matige inzetbaarheid tevens verklaard door andere factoren, zoals reorganisaties en aanloopproblemen bij de invoering van SAP. Dit is inmiddels niet meer het geval.

5

In hoeverre is nog steeds sprake van een tekort door schade tijdens het gebruik?

Het aantal schadegevallen met de CV-90 is genormaliseerd ten opzichte van schades met andere voertuigen en wapensystemen.

7

In hoeverre is nog steeds sprake van tekort door de uitstroom van technisch personeel?

Technisch personeel blijft schaars. Op dit moment heeft het CLAS voldoende technisch personeel om de operationele CV-90’s te onderhouden.

9

Welke rol speelt een terugkerende storing aan de transmissies en de trage afhandeling van de leverancier garantieclaims bij het tekort aan reservedelen?

De problemen met de transmissie spelen geen rol meer bij het tekort aan reservedelen. De modificatie die momenteel wordt uitgevoerd aan de transmissie is een technische verbetering waardoor er naar verwachting in de toekomst minder storingen zijn.

10

Wat zijn de (eventuele) negatieve operationele gevolgen van de te lage inzetbaarheid van CV-90 voertuigen?

13

In hoeverre zijn er negatieve operationele consequenties verbonden aan de te lage inzetbaarheid van CV-90 voertuigen?

Een langdurige lage inzetbaarheid leidt tot een situatie waarin de geoefendheid van de pantserinfanteriebataljons niet meer aan de gereedstellingseisen voldoet en er onvoldoende gevechtsvoertuigen voor inzet beschikbaar zijn.

14

In hoeverre wordt de (nood)maatregel ten aanzien van de CV-90, nog steeds toegepast, zoals gesteld in de beantwoording van de feitelijk vragen voor de 16e jaarrapportage? Hierin stelde u dat het nog niet voldoen aan de inzetbaarheidsnorm voor de CV-90 vooralsnog niet geleid heeft tot belangrijke operationele consequenties. Doordat eenheden onderling voertuigen uitlenen en door een grote inspanning op het gebied van herstel, zijn significante verstoringen in de gereedstelling uitgebleven. Wel moest deze oplossing als een noodmaatregel worden gezien, aangezien de inzetbare voertuigen en de (logistieke) eenheden hierdoor zwaarder worden belast.

Op dit moment worden er tussen de eenheden geen voertuigen uitgeleend.

11

Op welke manier zal het minder in onderhoud hebben van de CV-90 voertuigen vanwege verkoop aan Estland concreet bijdragen aan het stijgen van de inzetbaarheid van de CV-90? Is het hierbij niet langer van belang, zoals in het verleden gesteld, dat het tekort aan reservedelen de inzetbaarheid beperkt, ongeacht het aantal voertuigen waarover de krijgsmacht beschikt?

12

In hoeverre is het realistisch dat de levering van 44 CV-90 voertuigen aan Estland een positief effect heeft op de inzetbaarheid van de resterende CV-90 voertuigen terwijl er voorheen zoveel andere oorzaken voor het tekort aan reservedelen zijn opgevoerd dan het aantal voertuigen?

17

U verwacht dat het gebrek aan reserveonderdelen minder wordt door de verkoop van CV-90’s aan Estland. In hoeverre neemt het gebrek van alle reserveonderdelen af, of blijft er een gebrek aan bepaalde specifieke onderdelen? Zo ja, aan welke reserveonderdelen blijft een gebrek?

Door het kleiner worden van de totale vloot van de CV-90’s hoeven minder voertuigen te worden onderhouden en zal het verbruik van reservedelen in het algemeen afnemen, waardoor er enige ruimte ontstaat in de reservedelenvoorraad. Door deze toename in de beschikbaarheid van reservedelen kan een defect voertuig eerder worden gerepareerd en zal de inzetbaarheid kunnen toenemen. Dit is mede afhankelijk van de beschikbaarheid van herstelbare componenten.

15

Hoe gaat u om met een mogelijk verzoek van Estland om met de levering van de CV-90 ook de door de fabrikant voorgeschreven reservedelen mee te leveren?

Met Estland is duidelijk afgesproken dat de CV-90’s worden verkocht zonder reservedelen en dat we uitsluitend onze logistieke kennis en ervaring aanbieden.

18

Wanneer verwacht u aan de norm van 70% inzetbaarheid voor de CV-90 te zullen voldoen?

De huidige inzetbaarheid (1e kwartaal 2016) is 62,9%. Mede door intensiveringen in de begroting 2016 is het de verwachting dat de inzetbaarheid zal toenemen. Dit kost echter tijd.

19

Wat is de huidige inzetbaarheid van de Boxers die zijn geleverd met de missiemodules rijles en ambulance?

De huidige inzetbaarheid van de Boxer met de missiemodule rijles is 35–45%. Deze lage inzetbaarheid leidt echter niet tot operationele problemen. De Boxers met de missiemodule rijles worden afhankelijk van de behoefte aan rijopleidingen onderhouden en inzetbaar gemaakt. Op dit moment is alleen de Boxer met de missiemodule ambulance bij de eenheden in gebruik, waardoor de behoefte aan rijopleidingen nog beperkt is en de huidige inzetbaarheid voldoende is om in de behoefte aan opleidingen te voorzien. Door de geplande instroom van de Boxer varianten zal de behoefte aan rijopleidingen toenemen en zullen er meer Boxers met de missiemodule rijles inzetbaar worden gemaakt.

De huidige inzetbaarheid van de Boxer met de missiemodule ambulance is momenteel 50–75%, maar stijgende. De oorzaken van de te lage inzetbaarheid zijn onder andere het nog in opleiding zijn van het onderhoudspersoneel en het nog in opbouw zijn van de reservedelenvoorraad.

20

Zijn er bij de inzetbaarheid van de Boxers met de missiemodules rijles en ambulance problemen met de beschikbaarheid van reservedelen?

Het onderhoud aan de missiemodule rijles is volledig uitbesteed. Op de momenten dat wij een module nodig hebben is deze beschikbaar. Hierdoor zijn er voor ons geen zichtbare problemen met reservedelen. De voorraad reservedelen voor de Boxer met de missiemodule ambulance is momenteel voor ongeveer 80–90% op peil. In het project is een opbouw van reservedelen voorzien, waarbij het resterende deel van de voorraad niet later dan de eerste helft van 2018 (bij afronding van het volledige project) op het juiste niveau gebracht zal zijn.

21

Zal de nieuwe verdeling van Boxers over de missiemodules commandopost, genie en vracht negatieve financiële gevolgen hebben?

22

Kan een aangepast leverschema van de Boxers ook andere operationele gevolgen hebben dan de beoogde rolwisseling van de voertuigen?

23

Waarom is het totale budget voor de Boxers in 2015 met € 14,4 miljoen toegenomen tot € 917,3 miljoen?

In mijn brief «Wisseling rol Boxer en Bushmaster» van 26 oktober 2015 (Kamerstuk 27 830, nr. 162) heb ik u geïnformeerd over de rolwissel en de financiële gevolgen daarvan. De toename in het budget wordt hierdoor verklaard, en zo ook door de prijspeilcompensatie. Door het wisselen van de voertuigen ontstaat er een verschuiving in de invoer van Boxers en Bushmasters. Hierdoor zal het vervangen van de oude YPR’n en M577» s langer duren. Vanwege de ouderdom, vereist dit extra inspanningen van de organisatie om voldoende inzetbare voertuigen te hebben voor het opleidings- en trainingsprogramma.

De exploitatie-uitgaven voor de Bushmaster zullen dalen, omdat deze minder intensief zal worden gebruikt dan voorzien. De exploitatie-uitgaven voor de Boxer zullen echter stijgen. De nieuwe opzet leidt niet tot een overschrijding van de huidige, gecombineerde exploitatieraming voor beide voertuigen.

24

U spreekt van een laag risico dat de industrie niet in staat is het verplichte werkaandeel in Nederland aan te besteden omdat er ook in 2015 vorderingen zijn gemaakt. Wat houden deze vorderingen precies in?

De ADR heeft geconstateerd dat de gemaakte operationele- en organisatorische kosten door RMMV-NL niet juist zijn opgevoerd. De vorderingen bestaan er vooral uit dat dit is hersteld door deze kosten toe te voegen aan het werkaandeel in Nederland.

Naar boven