26 303
Wijziging van de Elektriciteitswet 1998 ten behoeve van het stellen van nadere regels ten aanzien van het netbeheer en de levering van elektriciteit aan beschermde afnemers

nr. 67
GEWIJZIGDE MOTIE VAN HET LID CRONE C.S. TER VERVANGING VAN DIE GEDRUKT ONDER NR. 62

Voorgesteld 30 maart 1999

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat zowel bij private marktpartijen, als bij de huidige aandeelhouders (veelal gemeentes en provincies) toenemende belangstelling lijkt te bestaan voor het gedeeltelijk privatiseren van netbedrijven en vergunninghouders (distributiebedrijven);

overwegende, dat privatisering indien en voorzover die voor uit loopt op daadwerkelijke concurrentie en effectief toezicht daarop niet wenselijk is;

overwegende, dat de Elektriciteitswet 1998 privatisering bindt aan toestemming door de minister van Economische Zaken;

verzoekt het kabinet ruim voor de zomer van 1999 in een notitie zijn visie op de toetsingscriteria bij een eventuele (gedeeltelijke) privatisering van netbedrijven en vergunninghouders te geven en in afwachting van besluitvorming daarover zijn instemming met privatisering op te schorten,

en gaat over tot de orde van de dag.

Crone

Voûte-Droste

Van Walsem