26 150 Algemene Vergadering der Verenigde Naties

Nr. 150 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN BUITENLANDSE ZAKEN EN VOOR BUITENLANDSE HANDEL EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 maart 2016

Hierbij bieden wij u, mede namens de Ministers van Defensie, Veiligheid en Justitie en Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, een brief aan over de impact van conflicten op vrouwen en de waardevolle bijdrage die vrouwen leveren aan vrede en veiligheid. In deze brief treft u de kabinetsvisie op dit onderwerp aan en een beschrijving van de meer systematische integratie van de VN-resoluties over Vrouwen, Vrede en Veiligheid in het buitenlands- en veiligheidsbeleid. Deze brief is een nadere uitwerking van de reactie op de beleidsdoorlichting van de Inspectie Ontwikkelingssamenwerking en Beleidsevaluatie (IOB) Gender Sense & Sensitivity (2007–2014). Het kabinet voldoet in deze brief tevens aan de toezegging1 gedaan tijdens het Algemeen Overleg over de Algemene Vergadering van de VN op 9 september 2015, om de Kamer nader te informeren over de uitvoering van het Nationale Actieplan Vrouwen, Vrede en Veiligheid van Irak. Op korte termijn wordt ook het derde Nationale Actieplan Vrouwen, Vrede en Veiligheid van Nederland gepresenteerd.

1. Analyse – voorbij normstelling, meer uitvoering

Op 31 oktober 2000 nam de VN-Veiligheidsraad («de Raad») resolutie 1325 aan over Vrouwen, Vrede en Veiligheid. Voor het eerst erkende de Raad expliciet de waardevolle rol die vrouwen spelen bij het voorkomen en oplossen van conflicten. Er volgden op resolutie 1325 nog verschillende resoluties over deelonderwerpen2. Deze resoluties roepen VN-lidstaten en strijdende partijen op om:

  • deelname van vrouwen aan vredesprocessen zeker te stellen

  • vrouwenrechten in de context van conflict te respecteren

  • (seksueel) geweld tegen vrouwen in conflictsituaties te voorkomen en te bestraffen en

  • vrouwen te betrekken bij het ontwikkelen van strategieën om terrorisme en gewelddadig extremisme te bestrijden.

In 2015 blikte de Raad terug op de resultaten van de afgelopen 15 jaar, aan de hand van de Global Study3 en een rapport van de SGVN met conclusies en aanbevelingen voor de toekomst4. De belangrijkste conclusie in de Raad was dat er veel is bereikt aan normstelling, maar dat de uitvoering veel beter moet.

De ambities van de verschillende resoluties staan in schril contrast met de werkelijkheid. In conflictgebieden is de situatie van vrouwen nauwelijks verbeterd en soms zelfs verslechterd. Vrouwen vormen in toenemende mate het doelwit van extremistische ideologieën, die burgerrechten en vrijheden, vooral die van vrouwen, verder inperken. Seksueel geweld en de slavernij van vrouwen en meisjes wordt niet alleen ingezet als oorlogswapen door groepen als ISIS, maar tevens gebruikt als propagandamiddel om hun extremistische ideologie te verspreiden.

De afgelopen 15 jaar zijn belangrijke stappen gezet – steeds meer landen voeren een nationaal actieplan uit, het aandeel van vrouwen in vredesoperaties groeit, er is meer financiering beschikbaar voor vrouwenorganisaties – maar vooruitgang gaat langzaam en het volledig verwezenlijken van de ambitie van de resoluties vergt een grotere politieke investering van de VN en van de lidstaten.

2. Visie – «nothing about them, without them»

Het kabinet heeft ervoor gekozen om een genderperspectief te verankeren in de geïntegreerde benadering van het buitenlands- en veiligheidsbeleid. De impact van conflict is voor mannen en vrouwen vaak niet gelijk. Vrouwen hebben vaak minder zeggenschap over vraagstukken van vrede en veiligheid. Bevorderen van gelijkwaardige deelname van vrouwen is een kwestie van rechtvaardigheid. Het leidt bovendien tot duurzame vrede en inclusieve wederopbouw na conflict. Uit een studie5 naar 40 vredes- en transitieprocessen blijkt dat deelname van vrouwen leidt tot een grotere kans op een duurzaam vredesakkoord. De kans op uitvoering van vredesakkoorden blijkt groter naarmate vrouwen meer invloed kunnen uitoefenen in vredesprocessen.

De inspanningen van het kabinet richten zich op het stimuleren van een klimaat voor structurele verandering van normen, wetten en instituties zodat vrouwen en mannen gelijke kansen en rechten hebben en volwaardig kunnen deelnemen aan vredesopbouw en wederopbouw. De inspanningen dragen bij aan het realiseren van de voorwaarden voor vrouwen in conflictgebieden om zelf hun belangen te behartigen. Het uitgangspunt is dat vrouwen niet alleen slachtoffer zijn in conflicten, maar een waardevolle bijdrage leveren aan alle aspecten van vrede en veiligheid, zoals het voorkomen en oplossen van gewelddadige conflicten en het voorkomen en aanpakken van radicalisering en extremisme. Door onderdeel uit te maken van leger en politie en door deel te nemen aan vredesonderhandelingen en politieke besluitvorming op alle niveaus kunnen vrouwen hun eigen positie en die van hun gemeenschap verbeteren en bijdragen aan duurzame vrede en stabiliteit.

3. Hoe? – Samenwerking in partnerschap

Het kabinet draagt de primaire verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de verschillende resoluties van de VN-Veiligheidsraad over Vrouwen, Vrede en Veiligheid en werkt langs twee sporen. Het eerste spoor is samenwerking met maatschappelijke partners in het Nationaal Actieplan. Het tweede spoor is de systematische integratie in alle aspecten van het buitenlands en veiligheidsbeleid.

Het Nationaal Actieplan Vrouwen, Vrede en Veiligheid wordt opgesteld en uitgevoerd door de overheid (de Ministeries van BZ, Defensie, OCW en V&J en de Politie) en ruim 50 Nederlandse maatschappelijke organisaties (kennisinstituten, ontwikkelingsorganisaties, diaspora organisaties en vrouwenrechtenorganisaties). Deze samenwerking is in die vorm uniek in de wereld. De meerwaarde van samenwerking is het netwerk van partnerorganisaties wereldwijd. Het partnerschap is een goede bron van informatie, ideeën en nieuwe initiatieven. Door de activiteiten van overheid en maatschappelijk middenveld op elkaar af te stemmen, versterken ze elkaar, en behalen we meer en duurzamer resultaat. Een voorbeeld van samenwerking in het partnerschap is rol die maatschappelijke partners hebben bij trainingen en oefeningen van het Ministerie van Defensie. Deze betrokkenheid is van sterke toegevoegde waarde gebleken. Binnen de oefening Common Effort wordt bijvoorbeeld samengewerkt met verschillende organisaties zodat zichtbaar wordt hoe het betrekken van (de belangen en veiligheidsbehoeften van) vrouwen in missies kan bijdragen aan de effectiviteit van de missie. Dergelijke samenwerkingsinitiatieven, met respect voor ieders rol en mandaat, worden in de toekomst voortgezet en waar mogelijk uitgebreid.

In het derde plan (2016–2019)6, dat op korte termijn wordt gepubliceerd, ligt de nadruk op de samenwerking met van lokale vrouwen(organisaties) en het verbinden van concrete activiteiten in een beperkt aantal landen7 met de diplomatieke inspanningen van Nederland en de lobbyactiviteiten van de ondertekenaars uit het maatschappelijk middenveld.

Met het eigen nationale actieplan voldoet Nederland aan de oproep van de VN-Veiligheidsraad aan alle VN-lidstaten om een nationaal actieplan te ontwikkelen voor de uitvoering van het Vrouwen, Vrede en Veiligheidsagenda. Nederland verleent ook steun aan (post-)conflictlanden zoals Irak, Afghanistan en Colombia in het ontwikkelen en uitvoeren van een eigen actieplan. In Irak heeft Nederland verschillende vrouwenrechtenorganisaties ondersteund in hun lobby voor een Nationaal Actieplan. Anderhalf jaar geleden is het plan door de regering van Irak aangenomen. De ambassade in Bagdad financiert de uitvoering van dit plan in samenwerking met Iraakse vrouwenorganisaties en de Iraakse overheid.

In Colombia werken Nederlandse maatschappelijke partners uit het Nationaal Actieplan samen met Colombiaanse vrouwen die mede daardoor een wezenlijke bijdrage leveren aan de vredesonderhandelingen met de FARC in Havanna. Wanneer dit akkoord getekend is, is Nederland bereid om, samen met de maatschappelijke organisaties, een bijdrage te leveren aan de uitvoering. Ook zal Nederland, in het kader van de bredere mensenrechtendialoog, bij de Colombiaanse overheid pleiten voor het opstellen en uitvoeren van een Nationaal Actieplan, als onderdeel van de uitvoering van het vredesakkoord.

4. Hoe? Altijd aandacht voor machtsverhoudingen

Ook in het buitenlands- en veiligheidsbeleid richt het kabinet zich op de aanpak van genderongelijkheid en de onderliggende machtsverhoudingen. Integratie van de relevante resoluties in het buitenlands beleid betekent dat we ons bewust zijn van deze verhoudingen. Via diplomatie, ontwikkelingssamenwerking, missies en operaties draagt het kabinet bij aan verankering van nieuwe normen en gedragswijzen in formele en informele regels en wetten voor het handelen van overheden, bedrijven en samenlevingen. De Nederlandse diplomatieke inzet binnen multilaterale instellingen en via bilaterale contacten is daar ook gericht.

Verenigde Naties

Binnen reguliere fora zoals het jaarlijkse open debat in de VN-Veiligheidsraad, de VN Commission on the Status of Women, via de kandidatuur voor de VN-Veiligheidsraad en in andere fora maakt Nederland zich sterk voor de rol van vrouwen bij vredesopbouw en wederopbouw en de bestrijding van (seksueel) geweld tegen vrouwen. Nederland draagt bij aan de integratie van de relevante resoluties binnen VN organisaties, VN missies en operaties en in VN-geleide vredesprocessen. Zo heeft Nederland de VN Speciale Gezanten in Syrië en de Grote Meren ondersteund om meer vrouwenorganisaties te betrekken bij vredesonderhandelingen en de visies van vrouwen mee te nemen in het vredesproces. Ook pleit Nederland voor het opnemen van voldoende vrouwelijke missieleden in de Speciale Politieke Missies van de VN en voldoende vrouwelijke peacekeepers in VN-operaties, ook op leidinggevende posities. Met steun van Nederland vergroot UN Women het aantal vrouwelijke militaire experts in VN missies via gespecialiseerde training als de UN Female Military Officers Course. Nederland zal ook de verdere uitbereiding van een VN Pool van mediators financieren, in het bijzonder vrouwelijke mediators en genderexperts.

Zo wordt tijdens en na conflicten ingezet op het bestrijden van seksueel geweld, door vredesmissies te versterken met de detachering van genderexperts of in ontheemdenkampen te zorgen voor alternatieven voor houtskool zodat vrouwen geen risico’s lopen op seksueel geweld tijdens het zoeken naar brandhout.

Europese Unie

Gendergelijkheid is een Europese kernwaarde. De EU en haar lidstaten bevorderen de rechten van vrouwen en meisjes in alle externe betrekkingen. Op 22 september 2015 nam de Europese Unie het Joint Staff Working Document met de titel Gender Equality and Women's Empowerment: Transforming the Lives of Girls and Women through EU External Relations 2016–20208 aan. De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) heeft een Senior Adviseur aangesteld. Het is haar taak om te bewerkstelligen dat voor alle missies en operaties een genderanalyse wordt uitgevoerd. Het kabinet zal erop blijven toezien dat mandaten en operationele plannen van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid van de EU voldoende expliciet en concreet zijn als het gaat om het verbeteren van de positie van vrouwen. Zo moeten besluiten van de Raad Buitenlandse Zaken over het Concept of Operations (CONOPS) en de Operatieplannen (OPLANs) verduidelijken hoe de missie of operatie tegemoet komt aan de verschillende veiligheidsbehoeften van mannen en vrouwen en hoe de betrokkenheid van mannen en vrouwen op deze wijze wordt gewaarborgd. Het aantal vrouwen in de EU-structuren voor crisisbeheersing moet worden verhoogd, ook in leidinggevende posities. Nederland zal hiervoor zelf geschikte kandidaten benaderen en nomineren en andere landen aansporen ook meer vrouwen te nomineren.

NAVO

De NAVO heeft een Speciale Vertegenwoordiger voor Vrouwen, Vrede en Veiligheid benoemd, een permanente positie binnen de NAVO-structuren. Momenteel vervult de Nederlandse diplomate Marriët Schuurman deze positie. Ze fungeert daarmee als senior aanspreekpunt (high-level focal point) binnen de NAVO en ziet toe op de uitvoering van het NAVO actieplan. Dat plan zet in op het verlagen van de drempel voor actieve deelname van vrouwen in militaire instituties in NAVO-lidstaten en partnerlanden, en in de defensie- en veiligheidssector in brede zin. Het plan richt zich tevens op de planning, uitvoering en evaluatie van missies en operaties en voorziet in consultaties met het maatschappelijk middenveld. Op basis van het plan werden recent militaire richtlijnen voor NAVO-operaties ontwikkeld, gericht op de preventie van, en een betere respons op, conflict-gerelateerd seksueel en gender gerelateerd geweld. De NAVO is ook in de eigen organisatie alert op het genderperspectief waar het benoemingen, bewustwording, onderzoek en monitoring betreft.

Nederland blijft een aanjagende rol spelen binnen het Bondgenootschap. Niet alleen door inspanningen op diplomatiek niveau, maar ook door praktische ondersteuning en experts beschikbaar te stellen.

OVSE

Nederland benadrukt het belang van gender mainstreaming in het kader van de allesomvattende veiligheidsbenadering van de OVSE. Gender aspecten komen niet alleen in de mensenrechten (derde) dimensie aan de orde; Nederland beklemtoont voortdurend het belang van aandacht voor gender in de eerste (politiek/militaire) en tweede (economische) dimensie. Zo heeft Nederland actief bijgedragen aan tekst over gender in het Ministeriële Besluit over Preventing and Countering Violent Extremism and Radicalisation that Lead to Terrorism dat tijdens de Ministeriële Raad in Belgrado in december 2015 is aangenomen. In dit besluit komt het belang van women’s empowerment en de rol van vrouwen in het bestrijden van extremisme en radicalisering aan de orde. In het kader van het Nederlandse voorzitterschap (eerste kwartaal van 2016) van het OVSE Forum for Security Cooperation zal Nederland Vrouwen, Vrede en Veiligheid prominent agenderen.

Verder hecht Nederland aan de uitvoering van het OVSE Gender Actieplan en blijft Nederland zich inzetten voor een addendum op dit actieplan uit 2004 waarbij de nadruk ligt op het waarborgen van de kwaliteit. Nederland blijft in dit kader benadrukken dat er geen compromissen gesloten dienen te worden als dit een achteruitgang betekent t.o.v. het OVSE-acquis en het acquis van andere internationale organisaties. Daarnaast heeft Nederland intensief contact met OVSE veldmissies en de autonome instellingen waarbij het belang van gender mainstreaming onderstreept wordt. Nederland zal in de aankomende periode een project van het OVSE Border Management Staff College in Dushanbe, Tajikistan ondersteunen dat onder andere training voor vrouwelijke grenswachten verzorgt.

Programmatische inzet

De programma’s binnen het speerpunt van ontwikkelingssamenwerking Veiligheid en Rechtsorde richten zich op het vergroten van de veiligheid voor burgers in fragiele staten. Kennis van de verschillende perspectieven, behoeften, en noden van mannen en vrouwen is daarbij onontbeerlijk. In Afghanistan en de Democratische Republiek Congo (DRC) bijvoorbeeld bevordert Nederland betere toegang tot recht en politiezorg aan vrouwen; zo wordt straffeloosheid van seksueel geweld bestreden. Verder ondersteunt Nederland in Zuid-Soedan en Somalië de politieke participatie van vrouwen en de training van (jonge) vrouwelijke leiders zodat hun positie in de samenleving duurzaam verbetert.

Ook uit bredere financieringsinstrumenten als het stabiliteitsfonds, het wederopbouwfonds, het mensenrechtenfonds en uit het programmafonds Funding Leadership and Opportunities for Women (FLOW) worden activiteiten gefinancierd die actieve deelname van vrouwen aan vredesopbouw en wederopbouw bevorderen. Het FLOW programma financiert wereldwijd activiteiten die de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen doen afnemen. In verschillende landen zetten FLOW partners zich in voor de bestrijding van (seksueel) geweld tegen vrouwen, de bevordering van de politieke participatie van vrouwen en het vergroten van economische zelfstandigheid van vrouwen.

Binnen humanitaire hulp is Nederland actief pleitbezorger voor gendergelijkheid. Nederland erkent dat vrouwen en meisjes behoren tot de meest kwetsbaren in humanitaire crises en benadrukt tegelijkertijd dat vrouwen een krachtige voortrekkersrol vervullen in de wederopbouw tijdens en na een ramp of conflict. Als grote humanitaire donor spreekt Nederland humanitaire organisaties aan op betere uitvoering van bestaande richtlijnen van ECHO en de VN op het gebied van gender in noodsituaties.

In de aanpak van gewelddadig extremisme in conflictlanden9 financiert Nederland projecten van maatschappelijke organisaties die vrouwen steunen bij het signaleren, voorkomen en bestrijden van radicalisering en geweld door extremistische groepen. Nederland ondersteunt lokale vrouwenrechten organisaties in Irak en Syrië om hun boodschap van vrede en verzoening te verspreiden. Ook geven deze organisaties trainingen aan lokale autoriteiten en politieagenten in het bestrijden van geweld tegen vrouwen.

Veiligheidsbeleid

Binnen de geïntegreerde benadering van de Nederlandse inzet voor veiligheid en stabiliteit en specifiek bij geïntegreerde missies is gender een belangrijk thema tijdens de planning, voorbereiding en uitvoering van een missie. Voldoende aandacht voor dit thema vanaf het begin draagt bij aan grotere operationele effectiviteit van missies. Gender maakt sinds 2009 onderdeel uit van het Toetsingskader voor de besluitvorming over uitzending van Nederlandse militairen.

De praktijk van bijdragen aan NAVO-, VN- en EU-operaties (waaronder in Afghanistan, Irak en Mali) heeft uitgewezen dat het gebruik van het genderperspectief duurzame veiligheid in de hand werkt en de operationele effectiviteit van missies en operaties vergroot. Situational awareness (en daarmee ook de Force Protection en Protection of Civilians) wordt vergroot door mannen én vrouwen bij de informatie-inwinning en besluitvormingsprocessen te betrekken. Operaties hebben verschillende invloeden op mannen en vrouwen en een goede analyse van deze verschillen kan een positief effect hebben op steun onder de bevolking en het bereiken van de doelstellingen van de missie.

Training en opleiding vormen een belangrijke component voor iedereen die als missielid wordt uitgezonden. Zo wordt gegarandeerd dat de benodigde kennis aanwezig is om in een missiegebied inzichten uit genderanalyses effectief toe te passen in het dagelijks werk. Dat betekent dat uitgezonden militairen zich bewust zijn van de verschillende veiligheidsperceptie van mannen en vrouwen en van de verschillende uitwerking die de activiteiten van de missie hebben op mannen en vrouwen. Uitzendende ministeries integreren gender, inclusief aandacht voor seksueel geweld in conflictgebieden, in pre-deployment trainingen en in standaard opleidingen. Het Ministerie van Defensie heeft onlangs een officier gedetacheerd bij het Nordic Centre for Gender in Military Operations (NCGM) om daar bij te dragen aan de ontwikkeling en uitvoering van training en analyses op het gebied van gender en militaire operaties. Het NCGM speelt een belangrijke rol in het borgen en uitdragen van gender expertise op internationaal niveau, in het bijzonder binnen de NAVO. Nederland organiseert samen met Spanje sinds enkele jaren gendertrainingen voor militairen, politiemensen en diplomaten van verschillende Europese en Afrikaanse landen. Vertegenwoordigers van de VN, de Afrikaanse Unie, OVSE en NAVO nemen ook deel.

Om recente ervaringen als relevant operationeel aspect goed te verwerken en te borgen, heeft Defensie besloten tot het herzien van het huidige interne Defensie Actie Plan (DAP) 1325. De herziening wordt de komende maanden uitgevoerd op basis van verschillende relevante expertises en de praktijkervaringen van uitgezonden personeel. Het geactualiseerde DAP zal onder andere inzetten op operationele aspecten, training en institutionalisering alsook op het belang van diversiteit en inclusiviteit binnen de krijgsmacht.

Bij de werving en selectie van politiemensen voor uitzending wordt ervaring met en affiniteit voor gendervraagstukken expliciet meegewogen, onder andere door een rollenspel tijdens het assessment. Daarnaast worden politiemensen met bijvoorbeeld zedenexpertise uitgenodigd te solliciteren op gender gerelateerde functies in een missiegebied. Alle politiemensen volgen in hun pre-deployment een training culturele sensitiviteit en een gendertraining. Hierdoor zijn ze gekwalificeerd om in het missiegebied ingezet te kunnen worden als gender focalpoint. Zo hebben genderadviseurs vanuit de Koninklijke Marechaussee en de Politie nauw samengewerkt binnen het Community Police Team van de VN-missie UNMISS in Zuid-Soedan aan het voorkomen en bestrijden van seksueel geweld. Het team was in staat om zowel met lokale vrouwen als met gemeenschapsleiders te spreken over gevoelige thema’s als verkrachting en het documenteren van vergrijpen. Deze gesprekken gecombineerd met gezamenlijke gendertrainingen en weerbaarheidstrainingen aan vrouwen, hebben ertoe geleid dat er een buurtwacht kwam die bemiddelt bij conflicten en geweld probeert te voorkomen.

In Afghanistan is een genderadviseur onderdeel van de Nederlandse bijdrage aan de NAVO-missie Resolute Support en nam de Nederlandse politie met genderexperts deel aan de EU politiemissie EUPOL Afghanistan. Zij trainen mannen en vrouwen binnen de Afghaanse krijgsmacht en de politie en vergroten hun kennis over gender en mensenrechten. In EULEX Kosovo en EUMM Georgië zijn Nederlandse politiefunctionarissen aangewezen om te adviseren en over gender en genderverhoudingen in deze landen en zo de kennis over gender bij lokale veiligheidsdiensten te vergroten.

De VN-missie in Mali heeft het bevorderen van gendergelijkheid als mandaatstaak en de missie bevat hiertoe een specifieke genderafdeling. Nederland heeft een senior genderadviseur bij deze afdeling gedetacheerd. De VN-missie stelt vrouwen en vrouwennetwerken door middel van trainingen en workshops beter in staat om een actieve rol te spelen in het vredesproces. De missie treft, mede in het kader van bescherming van burgers, op diverse locaties in Noord-Mali maatregelen om vrouwen te beschermen tegen geweld. Schendingen van vrouwenrechten worden geregistreerd en bij de Malinese autoriteiten aangekaart.

Tot slot

Het realiseren van de doelstellingen van de resoluties van de VN Veiligheidsraad over Vrouwen, Vrede en Veiligheid staat hoog op de politieke agenda en de afgelopen 15 jaar zijn er stappen in de goede richting gezet. Volledige verwezenlijking van alle ambities vergt echter een grotere politieke investering van de VN en van de lidstaten. Concrete stappen zijn nodig om vrouwen daadwerkelijk bij conflictpreventie, resolutie en wederopbouw te betrekken. Nederland wil daaraan bijdragen vanuit de visie dat volwaardige deelname van vrouwen essentieel is voor duurzame vrede.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen


X Noot
1

Kamerstuk 26 150, nr. 146.

X Noot
2

VN Veiligheidsraadresoluties 1820 (2008), 1888 (2009), 1889 (2009), 1960 (2010), 2106 (2013), 2122 (2013) en 2242 (2015).

X Noot
5

Reimagining Peacemaking: Women’s Roles in Peace Processes: http://www.ipinst.org/wp-content/uploads/2015/06/IPI-E-pub-Reimagining-Peacemaking-rev.pdf.

X Noot
6

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl.

X Noot
7

De focuslanden van het derde Nationaal Actieplan Vrouwen, Vrede en Veiligheid zijn Afghanistan, DRC, Zuid-Sudan, Libië, Jemen, Irak, Syrië en Colombia.

X Noot
9

In de regio’s: Noord-Afrika en Midden Oosten, Hoorn van Afrika, Sub-Sahara Afrika (West en Zuidelijk Afrika) en Zuidoost Azië.

Naar boven