Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 26150 nr. 139 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2013-2014 | 26150 nr. 139 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 september 2014
Deze brief bevat de hoofdlijnen van de inzet van het Koninkrijk der Nederlanden voor de 69e zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties (AVVN) die vanaf september bijeen zal komen in New York. Deze brief zet de positie van het Koninkrijk ten aanzien van de Verenigde Naties als internationale organisatie uiteen. De positie van het Koninkrijk volgt op de EU-prioriteiten die door de Raad van de Europese Unie zijn vastgesteld1. Ook geeft deze brief een overzicht van de inzet op de post-2015 discussie. In een aparte brief zal de positie van het Koninkrijk worden toegelicht ten aanzien van de klimaattop die de Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties op 23 september aanstaande organiseert. Afhankelijk van de ontwikkelingen in de komende tijd, zal het Koninkrijk daar waar van toepassing en gepast, aandacht vragen en geven aan volledige implementatie van VNVR-resolutie 2166 over de ramp met vlucht MH17.
De delegatie naar de opening van de 69e zitting zal worden geleid door de Minister-President. Tijdens zijn interventie zal hij de Nederlandse prioriteiten zoals ook in deze brief beschreven grotendeels uiteenzetten.
De Verenigde Naties als internationale organisatie
Voor het Koninkrijk der Nederlanden is en blijft de Verenigde Naties de belangrijkste internationale organisatie voor de handhaving van internationale vrede en veiligheid, mensenrechten en ontwikkeling. In geen andere internationale organisatie zijn zo veel landen vertegenwoordigd. Dit verschaft de Verenigde Naties een unieke legitimiteit. Daarnaast speelt de Verenigde Naties een coördinerende en uitvoerende rol voor internationale samenwerking. Het brede lidmaatschap stelt ons echter ook voor uitdagingen. Zo is het Koninkrijk kritisch over het gebrek aan daadkracht in de Veiligheidsraad op de Syrië- en Oekraïnedossiers. Het Koninkrijk zal tijdens de 69e zitting actief betrokken zijn bij hervormingsdiscussies opdat de Verenigde Naties effectiever kan optreden.
Binnen deze hervormingsdiscussies wordt prioriteit gegeven aan hervorming van de Veiligheidsraad. Zijn compositie is nog een afspiegeling van de periode na 1945, toen de Verenigde Naties 51 leden had. Nu zijn dat er 193. Zo is de regionale ledengroep Afrika ondervertegenwoordigd in de Veiligheidsraad. Het Koninkrijk pleit voor uitbreiding van zowel het aantal permanente als tijdelijke leden. Tegelijkertijd dient de Veiligheidsraad niet te groot te worden om de effectiviteit te waarborgen. Het Koninkrijk is geen voorstander van een vetorecht voor nieuwe permanente leden en steunt het Franse initiatief om het vetogebruik vrijwillig te beperken in het geval van massale wreedheden. Bovendien pleit het Koninkrijk tijdens de 69e zitting voor transparantere en efficiëntere werkmethoden. Het Koninkrijk trekt in de discussie over de hervorming van de Veiligheidsraad samen op met België.
Het Koninkrijk zet in op een niet-permanente zetel in de Veiligheidsraad voor 2017–18 en concurreert voor de twee zetels voor de Westerse Groep (WEOG) met Zweden en Italië. Het Koninkrijk voert campagne onder het motto «The Kingdom of the Netherlands, Your Partner for Peace, Justice and Development». Dit motto past bij het sterke internationale profiel van het Koninkrijk en de zichtbare inzet binnen de Verenigde Naties op deze thema’s, niet alleen als één van de oprichters maar ook als gastland van het enige VN-hoofdorgaan dat niet in New York is gevestigd, het Internationaal Gerechtshof. Met een zetel kan het Koninkrijk een directe bijdrage leveren aan een veiligere, rechtvaardigere en welvarendere wereld. Het Koninkrijk gebruikt de campagne voor een zetel in de Veiligheidsraad om de inzet ten aanzien van bestaande beleidsprioriteiten te intensiveren.
De Verenigde Naties moet steeds meer als een geheel optreden. Ook moet het bredere VN-ontwikkelingssysteem effectiever en efficiënter worden. Duplicaties dienen te worden uitgebannen en resultaten gemeten. De in 2012 aangenomen resolutie over de Quadrennial Comprehensive Policy Review (QCPR) sluit hier nauw bij aan en geeft sturing aan VN-hervormingen op ontwikkelingsterrein. Het Koninkrijk zal tijdens de 69e zitting het belang van een spoedige tenuitvoerlegging van de QCPR-resolutie blijven benadrukken, omdat deze een coherent en geïntegreerd VN-ontwikkelingssysteem mogelijk maakt. Harmonisatie van de Verenigde Naties en eenduidige aansturing van de verschillende VN-organisaties in landen door sterke landencoördinatoren (resident coordinators) dragen bovendien bij aan efficiënte bedrijfsvoering en resultaten.
Het management van de Verenigde Naties verdient ook blijvende aandacht. De uitvoering van de verschillende hervormingen die de afgelopen jaren zijn voorgesteld zullen in de komende jaren moeten worden uitgevoerd. De Algemene Vergadering heeft onlangs de hervormingsplannen van de Secretaris-Generaal voor de mobiliteit van VN-personeel goedgekeurd. Deze plannen zullen in de komende jaren bijdragen aan een moderner en mobieler VN-secretariaat. Het Koninkrijk zal tijdens de 69e zitting de verantwoordelijkheid van de Secretaris-Generaal benadrukken bij de uitvoering van dergelijke voorstellen zonder daarbij «gemicromanaged» te worden door lidstaten.
Vrede en veiligheid
Met meer dan honderdduizend militair en civiel personeel in zestien vredesmissies en circa veertig speciale politieke missies speelt de Verenigde Naties een belangrijke rol in het bewaren van vrede wereldwijd. Het Koninkrijk onderschrijft al geruime tijd het belang van de geïntegreerde benadering, alsook een aanpak waarbij niet alleen defence bijdraagt aan duurzame vrede en blijvend herstel maar ook diplomacy en development. Bescherming van de burgerbevolking speelt al een belangrijke rol binnen de mandaten van vredesmissies en hieraan moet verder invulling worden gegeven. Het Koninkrijk zal tijdens de 69e zitting het belang van effectieve en geïntegreerde vredesmissies blijven benadrukken en een geïntegreerde aanpak zal leidend zijn in de militaire en politionele bijdrage aan VN-missies.
Zo draagt Nederland bij aan de geïntegreerde VN-missie in Mali (MINUSMA). Het mandaat van MINUSMA is gericht op het ondersteunen van de uitbreiding van het staatsgezag over heel het land, het stabiliseren van de belangrijkste bevolkingscentra, de bescherming van burgers en het ondersteunen van de levering van noodhulp. De Nederlandse militaire bijdrage in Mali richt zich vooral op het uitvoeren van verkenningen en het verzamelen van inlichtingen. De VN-missie gebruikt deze informatie om operaties beter voor te bereiden. Nederlandse militairen functioneren daarmee als de «oren en ogen» van de VN-missie. Naast de militairen zijn er ook dertig Nederlandse politiefunctionarissen en een aantal civiele deskundigen actief in Mali. Zij dragen bij aan de ontwikkeling van de rechtsstaat en hervorming van de veiligheidssector.
Ook op het gebied van vredesopbouw speelt de Verenigde Naties een grote rol. Het belang van het Peacebuilding Fund neemt toe en dit fonds financiert zowel urgente korte termijnprojecten zoals salarisbetalingen van politie in de Centraal-Afrikaanse Republiek alsook lange termijnprogramma's die conflictoorzaken aanpakken. Als derde donor van het Fonds blijft het Koninkrijk ook tijdens de 69e zitting inzetten op een landspecifieke aanpak, nationale beleidskaders en internationale afstemming. De Peacebuilding Commission vormt een belangrijk onderdeel van de vredesarchitectuur, maar heeft niet de coördinerende rol kunnen vervullen die in 2005 werd geschetst. Deze rol kan onvoldoende vanuit New York worden ingevuld. In dit kader pleit het Koninkrijk ervoor dat deze coördinatie vooral op landenniveau vorm moet krijgen.
Het Koninkrijk wil bijdragen aan een veilige en stabiele wereld. Zo streeft het naar volledige uitbanning van massavernietigingswapens, de versterking van de internationale non-proliferatie en ontwapeningsarchitectuur en de naleving en handhaving van internationale normen en regelgeving op dit terrein. Speciale aandacht tijdens de 69e zitting gaat uit naar de Toetsingsconferentie van het Non-Proliferatie Verdrag dat plaats zal vinden in 2015. Daarnaast blijft het Koninkrijk inzetten op de inwerkingtreding van het Alomvattend Kernstopverdrag en op de totstandkoming van een splijtstofstopverdrag.
De inzet van het Koninkrijk voor de universalisering, uitvoering en handhaving van alle belangrijke ontwapeningsverdragen geldt ook voor biologische en chemische wapens. Als gastland van de OPCW voelt het Koninkrijk hiervoor een speciale verantwoordelijkheid. Ook behoudt het Koninkrijk aandacht voor conventionele wapens. Aandacht wordt daarbij onder andere geschonken aan de bestrijding en voorkoming van proliferatie en illegale handel in kleine en lichte wapens, landmijnen en clustermunitie. Het Arms Trade Treaty zal tijdens de 69e zitting naar verwachting in werking treden. De VN-strategie voor terrorismebestrijding ziet het Koninkrijk als maatgevend voor de internationale samenwerking op dit gebied. Er wordt gestreefd naar een alomvattend VN-verdrag op het gebied van terrorisme. Rechtsstaatontwikkeling en preventie zijn kernwaarden in de strategie en bepalend voor de inspanning van het Koninkrijk tijdens de 69e zitting.
Tijdens de ministeriële week zal het Koninkrijk het belang van resolutie 1325 over vrouwen, vrede en veiligheid onderstrepen en opvolging geven aan de in Londen gemaakte afspraken tijdens de Global Summit to End Sexual Violence in Conflict van juni jl. Het tegengaan van seksueel geweld in conflict maakt onderdeel uit van resolutie 1325, evenals de bevordering van een actieve rol voor vrouwen bij conflictoplossing en vredesopbouw.
Mensenrechten en internationale rechtsorde
Het mensenrechtenbeleid zoals beschreven in de nota «Respect en recht voor ieder mens» (Kamerstuk 32 735, nr. 78) wordt uitgedragen binnen de verschillende VN-fora. De aandacht richt zich daarbij op bescherming van mensenrechtenverdedigers, gelijke rechten voor LGBT, vrouwenrechten, evenals de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging en mensenrechten en bedrijfsleven. Deze thema's staan ook centraal in de kandidatuur van het Koninkrijk voor lidmaatschap van de mensenrechtenraad voor de periode 2015–2017. De verkiezingen zullen tijdens de 69e zitting plaatsvinden in de AVVN. De benoeming van Prins Zeid van Jordanië tot Hoge Commissaris voor de Mensenrechten wordt door het Koninkrijk verwelkomd. Als ambassadeur van Jordanië bij de Verenigde Naties in New York heeft hij aangetoond toegewijd te zijn aan mensenrechten en de aanpak van straffeloosheid. Hij wordt alom gewaardeerd om zijn inzet voor het Internationaal Strafhof.
Het Koninkrijk zet zich in voor de bevordering van internationale rechtsontwikkeling door actief bij te dragen aan discussies in de Zesde Commissie van de AVVN. In het kader van het rapport van de International Law Commission zal over het thema «de verplichting uit te leveren of te vervolgen» gesproken worden tijdens de 69e zitting. Ook blijft het Koninkrijk de inzet op vreedzame geschillenbeslechting steunen, zoals door de uitbreiding van het aantal landen dat de verplichte rechtsmacht van het Internationaal Gerechtshof accepteert.
Ook de bestrijding van straffeloosheid bij internationale misdrijven blijft een beleidsprioriteit. In dat kader zal Nederland tijdens de ministeriële week van de 69e zitting aandacht vragen voor het belang van bewijsverzameling en -opslag om vervolgingsprocessen op nationaal of internationaal niveau mogelijk te maken. Daarnaast is het Koninkrijk mede-indiener van de jaarlijkse resolutie over de rapportage van het Internationaal Strafhof aan de Algemene Vergadering. Bovendien zet het Koninkrijk sinds 2012 samen met België, Slovenië en Argentinië in op een multilateraal instrument voor wederzijds rechtshulp in strafzaken over genocide, misdrijven tegen de menselijkheid en oorlogsmisdrijven. Het Koninkrijk blijft werken aan vergroting van het draagvlak voor dit initiatief, waarbij verbreding van regionale steun van belang wordt geacht.
Om de uitvoering van de Responsibility to Protect (R2P) verder te versterken organiseerde het Koninkrijk in juni samen met Botswana en in de aanwezigheid van de Special Advisor van de Secretaris-Generaal voor R2P, de vierde bijeenkomst van het wereldwijde netwerk van R2P focal points. Meer dan 30 landen en enkele regionale organisaties en NGO’s kwamen bijeen om te spreken over de stappen die landen kunnen zetten om hun bevolking te ondersteunen en de steun die de internationale gemeenschap kan bieden. De opbouw van de rechtsstaat en de veiligheidssector, de rol die de private sector kan spelen en de steun aan slachtoffers van R2P-misdrijven stonden centraal. Het Koninkrijk zal pleitbezorger blijven van dit belangrijke onderwerp, ook tijdens de ministeriële week van de 69e zitting.
Het Koninkrijk hecht sterk aan bevordering van gelijke rechten voor vrouwen, zowel politiek, economisch, sociaal en burgerlijk alsook cultureel. In 1995 werd het Beijing Declaration and Platform for Action aangenomen, een progressieve agenda voor bevordering van de rechten van vrouwen. UN Women zal worden ondersteund bij de Beijing+20 review en bijbehorende communicatiestrategie ter verbreding van draagvlak voor gendergelijkheid. Tijdens deze Algemene Vergadering zal het Koninkrijk met Frankrijk wederom de resolutie over de bestrijding van geweld tegen vrouwen en meisjes indienen in de Derde Commissie van de AVVN. Dit jaar zal de nadruk van de resolutie liggen op aansprakelijkheid (accountability) van overheden. De resolutie zal landen niet alleen oproepen tot strafbaarstelling van geweld tegen vrouwen, maar ook pleiten voor de juiste nazorg voor slachtoffers van geweld. Daarnaast blijft de bestrijding van kindhuwelijken een prioriteit. Eén op drie meisjes in ontwikkelingslanden trouwt vóór haar 18e levensjaar. Deze mensenrechtenschending kan niet worden goedgepraat op basis van cultuur, traditie of religie.
In het kader van de Derde Commissie zal het Koninkrijk tijdens de 69e zitting op het gebied van LHBT-rechten nauw betrokken zijn bij de resolutie over buitengerechtelijke executies–de enige resolutie in de Derde Commissie waarin wordt verwezen naar seksuele oriëntatie en genderidentiteit. De EU zal een resolutie over vrijheid van godsdienst en levensovertuiging indienen. De mensenrechtensituatie in Iran, Myanmar, Syrië en Noord-Korea zullen wederom aan de orde gesteld worden.
Ontwikkeling
Het Koninkrijk heeft ervaring met de combinatie van hulp, handel en investeringen en is ervan overtuigd dat dit de (ontwikkelings)agenda voor de toekomst is. Hiermee doet het recht aan de mondiale veranderingen, betrokkenheid van (nieuwe) actoren en de wensen van ontwikkelingslanden zelf. Coherentie tussen verschillende beleidsterreinen krijgt daardoor meer aandacht. Het Koninkrijk blijft ook tijdens de 69e zitting aandacht vragen voor landen die niet zonder hulp effectief de armoede kunnen bestrijden en ontwikkeling kunnen bevorderen. Het Koninkrijk blijft solidair met de allerarmsten en zet in op het tegengaan van ongelijkheid (waaronder genderongelijkheid) als noodzakelijke voorwaarde voor het uitbannen van extreme armoede. Tegelijkertijd kan hulp worden gebruikt als katalysator om investeringen aan te trekken. Strategische partnerschappen met bedrijfsleven, kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en overheden zijn daarbij essentieel. Het innovatieve vermogen van de private sector is onmisbaar bij de uitvoering van deze agenda. De Algemene Vergadering is het platform om het belang van deze nieuwe ontwikkelingsagenda te benadrukken, de diversiteit aan actoren nog beter te engageren en de ervaringen van het Koninkrijk te delen.
Tijdens de High-Level Meeting van het Global Partnership for Effective Development Cooperation van 15–16 april jl. is de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking verkozen tot co-voorzitter. Het Global Partnership is een multistakeholder-partnerschap (bestaande uit o.a. ontwikkelingslanden, nieuwe donoren, fragiele staten, private sector, ngo's, foundations) en biedt een platform om kennis uit te wisselen met het doel om ontwikkelingssamenwerking zo effectief mogelijk in te zetten. Het Koninkrijk zet tijdens de 69e zitting in op een goede ondersteuning door het Global Partnership bij de uitvoering van de post-2015 agenda, door middel van het inbrengen van kennis over effectieve ontwikkelingssamenwerking. Daarbij wordt in het bijzonder ingezet op het uitbannen van extreme armoede, een van de speerpunten van de post-2015 agenda.
Voedselzekerheid is voor het Koninkrijk een belangrijk thema. Het Koninkrijk maakt zich sterk voor een ambitieuze internationale agenda op dit terrein en zal hier tijdens de 69e zitting aandacht voor vragen bijvoorbeeld tijdens verschillende side events. Ook binnen het kader van de Zero Hunger Challenge ligt hierbij de nadruk op de meerwaarde van partnerschappen. Het Koninkrijk loopt internationaal voorop met zijn samenwerking tussen publieke en private sector, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties; deze publiek-private partnerschappen op het gebied van voedselzekerheid worden verbonden aan andere internationale initiatieven, waarbij aandacht wordt gegeven aan de Zero Hunger Challenge. Dit wordt gedaan via het uitdragen van de Nederlandse benadering tijdens high-level en multi-stakeholder bijeenkomsten.
Het Koninkrijk erkent de speciale omstandigheden van kleine eilandstaten, small island developing states (SIDS). Deze omstandigheden bevatten onder andere een geringe bevolking en omvang, bestaansdreiging door klimaatverandering en een afgelegen ligging. Dergelijke factoren hebben een negatieve invloed op de ontwikkeling van landen. Niet alleen zijn Aruba, Curaçao en Sint Maarten kleine eilandstaten, maar het gehele Koninkrijk deelt ook de water-gerelateerde problematiek van zulke staten onder andere in de strijd tegen overstromingen. Voorafgaand aan de 69e sessie zal het Koninkrijk deelnemen aan de SIDS-conferentie die van 1 tot 4 september in Samoa plaatsvindt. Tijdens deze conferentie zal wereldwijd aandacht gevraagd worden voor de situatie van de SIDS en zullen afspraken gemaakt worden om hun situatie te verbeteren.
De Verenigde Naties is voornemens om de Cairo Agenda, het resultaat van de International Conference on Population and Development (ICPD) te herzien gelet de voortgang in de afgelopen twintig jaar. Als pleitbezorger van de Cairo Agenda heeft het Koninkrijk hieraan een actieve bijdrage geleverd, onder meer door gastland te zijn van de ICPD-mensenrechtenconferentie te Noordwijk in 2013. Uit deze review kwamen aanbevelingen voor de toekomst van de ICPD, aanbevelingen die het Koninkrijk van harte ondersteunt. Deze bevindingen zullen worden besproken tijdens een speciale zitting over ICPD na 2014 die op 22 september zal plaatsvinden.
Post-2015
Conform de opdracht die de Open Werkgroep (OWG) over duurzame ontwikkelingsdoelen werd meegegeven tijdens de Rio+20 conferentie in juni 2012, zal tijdens de 69e zitting van de Algemene Vergadering de lijst met duurzame ontwikkelingsdoelen voor beschouwing en verdere actie worden voorgelegd.
Open werkgroep (OWG)
Op 19 juli jl. bereikte de Open Working Group on Sustainable Development Goals (OWG SDG) in New York overeenstemming over een lijst met 17 duurzame ontwikkelingsdoelen en 169 subdoelen. Hiermee is een solide basis gelegd voor de post-2015 ontwikkelingsagenda en een tussenstation gepasseerd op weg naar de VN-top in september 2015 waar de nieuwe set doelen wordt aanvaard.
Het resultaat mag een succes worden genoemd, omdat het gelukt is duurzaamheid te integreren in de post-2015 ontwikkelingsagenda. Er komt één raamwerk na 2015, dat zowel de vernieuwde ontwikkelingsagenda als de in Rio+20 (2012) aangekondigde duurzame ontwikkelingsdoelen omvat. In de binnen de OWG overeengekomen tekst is een doel opgenomen over de uitbanning van extreme armoede en is bij de overige doelen een goede balans getroffen tussen het belang van economische groei, sociale gelijkheid en bescherming van het milieu.
De doelen, uitgangspunten en randvoorwaarden komen op hoofdlijnen overeen met de prioriteiten van het Koninkrijk en die van de Europese Unie2. Prioritaire punten als getting to zero (armoedebestrijding), gendergelijkheid en vrouwenrechten, verkleining van ongelijkheid, water, voedselzekerheid, duurzame productie en consumptie, oceanen, biodiversiteit en partnerschappen van internationale samenwerking zijn goed terecht gekomen in de lijst met 17 voorgestelde doelen. Ook is waarborging van veiligheid en rechtsopbouw tot doel gesteld. Dit laatste doel vormt voor het Koninkrijk een prioriteit opdat ook belangrijke randvoorwaarden in fragiele staten worden meegenomen. Aandacht wordt bovendien gegeven aan de beëindiging van kindhuwelijken en het belang van inclusieve financiering voor ontwikkeling. Op het punt van seksuele en reproductieve gezondheid en rechten is de OWG op een compromis uitgekomen, zij het met moeite. De discussie over middelen van uitvoering, zowel financieel als niet-financieel, kon slechts deels in de OWG worden gevoerd en verliep moeizaam – donor- en ontwikkelingslanden hebben elkaar op dit punt nog niet gevonden. Financieringsmodaliteiten zullen komend jaar in detail in de VN-financieringsgroep van internationale experts worden besproken. De OWG heeft een mooi resultaat geleverd dat nu tijdens de 69e zitting aan de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zal worden voorgelegd.
De uitkomsten dienen tevens als input voor de aanbevelingen die de Secretaris-Generaal van Verenigde Naties over de nieuwe ontwikkelingsagenda aan de AVVN zal doen. Zijn rapport vormt vervolgens het startschot voor verdere onderhandelingen die tijdens de 69e AVVN zullen worden gevoerd. Over de precieze modaliteiten hiervan zal dit najaar worden besloten, maar naar verwachting zal de SGVN de in de OWG overeengestemde doelen en subdoelen respecteren. De vraag is nog of alle VN-lidstaten dit eveneens zullen doen of dat men het pakket zal trachten open te breken. De post-2015 agenda zal als rode draad door de 69e zitting heen lopen. Ook tijdens de ministeriële week zal hier volop aandacht voor zijn.
Stand van zaken MDG’s
Het Koninkrijk houdt zijn inzet ook gericht op de huidige Millenniumdoelen. Op 7 juli 2014 publiceerde de Secretaris-Generaal het Millennium Development Goals Report 2014 met de huidige stand van zaken. Sinds het vroegtijdig behalen van de MDG op extreme armoede in 2010 zijn de inspanningen op dit doel voortgezet, ook omdat het succes ongelijk over regio’s verdeeld bleef. Er zijn goede resultaten geboekt. Het drinkwaterdoel is in 2010 al behaald. De strijd tegen malaria en tuberculose is geintensiveerd. De doelstelling op het gebied van gendergelijkheid in het basisonderwijs is bijna bereikt wereldwijd en de politieke participatie van vrouwen blijft een stijgende lijn tonen.
Er is echter nog maar één jaar te gaan, en er zijn nog steeds stevige uitdagingen. Er moet een flinke slag worden geslagen om in 2015 het aantal mensen dat honger lijdt te kunnen halveren. Het Koninkrijk wil meer resultaten zien op het gebied van voedselzekerheid en duurzaamheid. Zo zijn kinderen in sommige regio’s chronisch ondervoed en verslechtert de situatie op andere plekken. Dit blijft een punt van zorg. Op milieuvlak zijn enkele positieve trends te zien, zoals wat betreft de bescherming van de ozonlaag en van kustgebieden. Majeure trends die leiden tot klimaatverandering, zoals de toename van kooldioxideconcentraties, de aantasting van lucht-, water en bodemkwaliteit en de afname van biodiversiteit zijn echter nog steeds niet gekeerd.
Voor wat betreft het terugdringen van kind- en moedersterfte en toegang tot sanitaire faciliteiten is onvoldoende vooruitgang geboekt. Ook toegang tot reproductieve gezondheidszorg blijft in bepaalde werelddelen beperkt. Dit is voor het Koninkrijk een prioriteit. Daarnaast zijn de Millenniumdoelen minder effectief in fragiele staten. Dit moet naar de mening van het Koninkrijk meegenomen worden in de nieuwe ontwikkelingsagenda. Sinds 2000 is het aantal slachtoffers van conflicten en ontheemden nog nooit zo groot geweest als in het afgelopen jaar.De brief van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelings-samenwerking aan de Tweede Kamer (Kamerstuk 32 605, nr. 13) van 4 juli 2013 gaat hier uitvoerig op in.
Inzet van het Koninkrijk
Voor de 69e zitting blijft de visie van het Koninkrijk der Nederlanden op de post-2015 agenda gelijk aan de eerder gevolgde lijn. Het Koninkrijk zet in op een ambitieuze agenda ter opvolging van de Millenniumdoelen. Uitbanning van extreme armoede moet centraal staan, evenals duurzame ontwikkeling zodat de grenzen van de draagkracht van de aarde niet worden overschreden. De nieuwe doelen moeten groeiende ongelijkheid verminderen en mensenrechten bevorderen, met nadruk op de rechten van vrouwen en seksuele en reproductieve gezondheid en rechten. Vreedzame samenlevingen, bevordering van de rechtsorde en effectieve instituties zijn daarvoor cruciaal.
Een universele agenda veronderstelt bovendien een gedeeld belang en een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de uitvoering door alle landen. Uiteraard kan de manier waarop een bijdrage wordt geleverd aan het bereiken van de doelen per land verschillen en is deze onder meer afhankelijk van vermogen en specifieke omstandigheden. Op nationaal niveau zullen bepaalde doelen minder van toepassing zijn op het Koninkrijk der Nederlanden terwijl andere dat juist wel zullen blijken te zijn. De rol van overheden en andere spelers in de uitvoering moet worden meegenomen.
Het Koninkrijk zal aan het nieuwe ontwikkelingsraamwerk kunnen bijdragen door hulp, handel en investeringen ter bevordering van duurzame ontwikkeling. Ook zal het Koninkrijk door acties in eigen land meewerken aan de tenuitvoerlegging van de doelstellingen, bijvoorbeeld op het vlak van duurzame productie en consumptie, het tegengaan of aanpassen van klimaatverandering, duurzame landbouw en van gendergelijkheid. Voorop staat dat alle landen verantwoording af dienen te leggen aan de eigen bevolking en aan de internationale gemeenschap over de geboekte voortgang en dat ze bovendien inzichtelijk maken hoe de nieuwe agenda wordt uitgevoerd. Transparantie, verantwoording en monitoring zijn fundamenteel voor de uitvoering van de nieuwe doelen en targets. Dit dient in het raamwerk verankerd te worden en uitwerking van vergelijkbare en betrouwbare indicatoren speelt hierbij een belangrijke rol.
Financiering voor ontwikkeling (financing for development)
Voor het Koninkrijk geldt dat naast een gezamenlijke inzet van nationale, internationale, private en publieke middelen ook niet-financiële middelen zoals partnerschappen relevant zijn voor de uitvoering van de post-2015 ontwikkelings-agenda. Een belangrijk moment op weg naar de VN-top in september 2015 en dus voor de eindonderhandelingen is de Financing for Development-conferentie die in juli 2015 in Addis Abeba zal worden gehouden. Deze conferentie kan een goede opstap zijn naar de vaststelling van de middelen voor de post-2015 agenda.
Tevens kan het Global Partnership for Effective Development Cooperation een belangrijke bijdrage leveren aan een integrale en coherente aanpak van de uitvoering van het nieuwe ontwikkelingsraamwerk. De resultaten van lopende onderhandelingen over onder meer de modernisering van official development assistance, klimaat en handel zullen eveneens in de eindonderhandelingen over de nieuwe doelen worden meegenomen.
De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen
De EU-prioriteiten voor de 69ste zitting van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties zijn door de Raad Buitenlandse Zaken van 23 juni 2014 vastgesteld en toegankelijk via http://register.consilium.europa.eu/doc/srv?l=NL&f=ST 10370 2014 INIT.
Op 11 juli jl. is de Kamer door het BNC-fiche geïnformeerd over de mededeling van de Europese Commissie aangaande de nieuwe ontwikkelingsagenda: «A decent life for all: from vision to collective action» (Kamerstuk 22 112, nr. 1880); het OWG resultaat komt in grote lijnen overeen met wat de Commissie voorstelt. De Raadconclusies hieromtrent worden naar verwachting december 2014 afgerond.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-26150-139.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.