25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 295 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2017

In mijn brief van 21 maart 2017 (Kamerstuk 25 883, nr. 289) heb ik u gemeld dat er van werkgeverszijde geen draagvlak meer was voor de inrichting van een Expertise Centrum Causaliteit Beroepsziekten. Ik heb u toen aangeven deze ontwikkeling te betreuren omdat er geen stap wordt gemaakt in het verbeteren van het proces bij het verhalen van schade als gevolg van beroepsziekten. Daarbij heb ik toegezegd na te gaan of er nog andere oplossingsrichtingen zijn die kunnen bijdragen aan een betere procesgang bij het verhalen van schade als gevolg van beroepsziekten en u daarover te informeren.

In dat licht kan ik u melden dat er in de afgelopen periode gesproken is met onder meer De Letselschade Raad, het Verbond van Verzekeraars, en het FNV Bureau Beroepsziekten. In die gesprekken is de mogelijkheid aan de orde gekomen om voor de letselschadebranche een gedragscode over de afhandeling van claims bij beroepsziekten op te stellen. Dit kan bijvoorbeeld in de vorm van een geheel nieuwe code of een toevoeging aan de Gedragscode Behandeling Letselschade (GBL) zoals die door De Letselschade Raad eerder is opgesteld en uitgebracht. Hierbij wordt gedacht aan een code die het proces beschrijft van afhandeling van een claim, de te volgen stappen, de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren in het veld, de te hanteren termijnen en andere richtsnoeren voor de betrokken professionals ten behoeve van een adequate afhandeling van letselschadezaken.

Een dergelijke gedragscode komt tot stand in overleg en samenwerking met relevante partijen in de letselschadebranche, onder regie van De Letselschade Raad. Een brede samenstelling van werkgroepen en consultaties van de letselschadepraktijk zorgen voor het nodige draagvlak. Inschrijving in het Register Letselschade waarborgt vervolgens dat de aangesloten organisaties zich committeren aan de naleving van de gedragsregels vastgelegd in de code. Gezien het feit dat de afhandeling van claims bij beroepsziekten nu regelmatig lang duurt, kan de invoering van een code een verbetering zijn.

Bovenstaande partijen zijn bereid deze mogelijkheid uit te werken. Daarbij kan ook nog worden gedacht aan de mogelijkheid van een proefperiode van een aantal jaren. Momenteel wordt met De Letselschade Raad gesproken over de vraag hoe dit kan worden uitgewerkt. In principe ben ik bereid zo’n initiatief te ondersteunen. Ik ben in afwachting van een projectvoorstel van De Letselschade Raad.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Naar boven