25 883 Arbeidsomstandigheden

Nr. 253 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2015

In de kabinetsreactie over de Toekomst van de Arbeidsgerelateerde Zorg van 28 januari 2015 (Kamerstuk 25 883, nr. 247), heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de uitkomsten van het onderzoek naar arbeidsgerelateerde medische adviestrajecten bij problematisch ziekteverzuim. Hierbij doe ik de gedane toezegging gestand.

Een werkgever is wettelijk verplicht samen met zijn werknemer en de arbodienst of bedrijfsarts ervoor te zorgen dat de zieke werknemer zo snel en verantwoord mogelijk weer duurzaam inzetbaar is. Het grootste deel van de verzuimgevallen wordt adequaat en binnen afzienbare tijd opgelost1. Soms duurt een verzuimsituatie echter (veel) langer dan verwacht of stokt het re-integratie proces om onduidelijke medische redenen. Aanvullende arbeidsgerelateerde medische expertise kan in dergelijke situaties duidelijkheid bieden door objectief vast te stellen wat de werknemer aan benutbare arbeidsmogelijkheden heeft. Vervolgens kan een advies worden gegeven over eventuele vervolgstappen om de re-integratie te verbeteren.

In mijn opdracht is onderzoek uitgevoerd om meer zicht te krijgen op de effecten van dit type interventie ten aanzien van verzuim/terugkeer naar werk, zorgconsumptie en zorgkosten2. Het betreft een beschrijvend onderzoek, waarbij geen causale verbanden worden gelegd. Het onderzoek beperkt zich tot één arbeidsgerelateerd medisch expertisecentrum, waarbij de respondenten mogelijk niet representatief zijn voor alle werknemers met problematisch verzuim. Hierdoor moet voorzichtig worden omgegaan met generalisatie van de resultaten. Niettemin geeft het rapport inzicht in het arbeidsgerelateerde medische adviestraject door een uitgebreide beschrijving van de interventie en wijzen de resultaten op een toegevoegde waarde van deze interventie. Samenvattend geeft het arbeidsgerelateerde medische adviestraject duidelijkheid bij problematische verzuimgevallen. Ten eerste kan dit leiden tot een geschikter medisch behandeltraject. Ten tweede wordt duidelijkheid geboden over de aard van de beperkingen en over de mogelijkheden die de werknemer heeft om arbeid te verrichten. Een vroege aanmelding voor het adviestraject is geassocieerd met een hoger percentage betermeldingen. Daarnaast is dit het eerste onderzoek dat de daadwerkelijke zorgkosten van problematisch verzuim volgt, gedurende enkele jaren voor ziekte en enkele jaren na de eerste ziektedag. Werknemers die later in het verzuimtraject worden aangemeld voor het adviestraject maken gemiddeld meer zorgkosten dan werknemers die vroeg worden aangemeld.

Ik zal het onderzoek onder de aandacht brengen van relevante partijen.

Graag informeer ik uw Kamer nader over de voortgang rond andere in de genoemde kabinetsreactie gemelde activiteiten.

  • Het onderzoek naar de instroom in de opleiding van de bedrijfsarts is recent gestart en zoals toegezegd in het VAO Arbeidsongeschiktheid en Beroepsziekten op 24 juni jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 100, Arbeidsongeschiktheid/beroepsziekten) zal ik u in afstemming met de Minister van VWS voor de begrotingsbehandeling over de uitkomsten informeren.

  • Recent heeft er een overleg plaatsgevonden met de beroepsorganisaties waarin de resultaten van het vragenlijstonderzoek van de Inspectie SZW en de IGZ naar de melding van beroepsziekten zijn besproken. In aansluiting op de gedane suggesties en het debat in het Algemeen Overleg Arbeidsongeschiktheid en Beroepsziekten op 28 mei jl. respectievelijk de plenaire vergadering van uw Kamer op 24 juni jl. (Handelingen II 2014/15, nr. 100, arbeidsongeschiktheid/beroepsziekten), zal ik u voor het eind van dit jaar nader informeren over de stand van zaken met betrekking tot het melden van beroepsziekten en de verschillende initiatieven rondom preventie daarvan.

  • Het onderzoek naar de mogelijkheden voor het instellen van een instantie die een onafhankelijk medisch oordeel geeft over de relatie tussen de ziekte en werk, is inmiddels afgerond. Zoals ik heb aangegeven in het Algemeen Overleg Arbeidsongeschiktheid en Beroepsziekten wil ik, voordat ik hier een standpunt over inneem, overleg voeren met sociale partners. Voor 1 oktober 2015 zal ik de Kamer informeren over mijn standpunt.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher


X Noot
1

85–95% van de ziekmeldingen is binnen 30 dagen opgelost (bron: Nadere Vergelijking van de Ziekteverzuimduur van Uitzendkrachten, Onderzoeksbureau Astri (2013); Verzuimonderzoek PO en VO, Dienst Uitvoerend Onderwijs (2011)).

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven