Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 januari 2015
Naar aanleiding van het asbestvoorval aan boord van de onderzeeboot Zr. Ms. Zeeleeuw,
zijn asbestinventarisaties op alle operationele onderzeeboten van de Koninklijke Marine
uitgevoerd. Over de uitkomsten daarvan heb ik u in mijn brief van 19 december jl.
geïnformeerd (Kamerstuk 25 834, nr. 90). Afgelopen maand is ook een asbestinventarisatie aan boord van de museumonderzeeboot
Tonijn uitgevoerd. De Tonijn is, na haar uitdienststelling in 1991, overgedragen aan
het Marinemuseum in Den Helder en sinds 1994 voor publiek toegankelijk.
De asbestinventarisatie is uitgevoerd door een gecertificeerd extern bedrijf en bestond
uit het nemen van lucht-, kleef- en materiaalmonsters. Uit de analyse van de luchtmonsters
blijkt dat de asbestconcentratieniveaus beneden het verwaarloosbaar risico liggen.
Het bedrijf concludeert dat er geen verhoogde vezelconcentratie in de lucht aanwezig
is die zou kunnen leiden tot een verhoogd gezondheidsrisico.
In enkele kleef- en materiaalmonsters is wel de aanwezigheid van asbestvezels geconstateerd.
In reactie hierop is de boot op 13 januari jl. afgesloten. Ik heb de GGD Hollands
Noorden vervolgens verzocht de eventuele gezondheidsrisico’s te beoordelen. Zij concludeert
dat er geen actueel blootstellingsrisico aanwezig is en acht de kans dat publiek heeft
blootgestaan aan asbest verwaarloosbaar. Wel kunnen medewerkers van het museum, afhankelijk
van de uitgevoerde activiteiten, een tijdelijke blootstelling aan asbest hebben ondervonden.
Dit wordt thans onderzocht. De medewerkers zijn inmiddels geïnformeerd over de asbestvondst
en kunnen zich laten registreren.
De aanbevelingen van het extern bedrijf en de aanvullende adviezen van de GGD Hollands
Noorden worden overgenomen. Dit betreft onder andere de verwijdering of duurzame afscherming
van de asbestbronnen en het opstellen van een asbestbeheersplan. De asbestsanering
van de Tonijn zal op korte termijn gebeuren door een gecertificeerd bedrijf. Hierbij
blijft de boot gesloten en zullen de saneringswerkzaamheden geen gezondheidsrisico’s
opleveren voor medewerkers en bezoekers van het museum. Na de sanering worden wederom
controles en metingen uitgevoerd. De boot wordt pas weer opengesteld na de schriftelijke
vrijgave door een gecertificeerd bedrijf.
Ik benadruk de beperkte omvang van de asbestbesmetting en het verwaarloosbare risico
dat deze volgens de GGD voor het museumpubliek heeft opgeleverd. Niettemin heb ik,
naar aanleiding van dit voorval, besloten om bij al het voormalig varend Defensiematerieel
in het publieke domein een asbestinventarisatie te laten uitvoeren. In februari zal
ik u over de bevindingen hiervan informeren. Daar waar het materieel zich niet meer
in eigendom of beheer van Defensie bevindt, zal de nieuwe eigenaar of beheerder worden
geadviseerd een dergelijke inventarisatie te laten uitvoeren.
De Minister van Defensie,
J.A. Hennis-Plasschaert