25 820
Nederlandse luchtvaartcluster

nr. 14
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2006

Inleiding

Op 29 november 1999 (Kamerstuk 26 900, nr. 1) is de Defensienota 2000 verschenen. Een van de beleidsvoornemens hierin betrof de beproeving van het concept «competitieve dienstverlening». Voorzien was dat onder meer het hoger onderhoudsbedrijf van de Koninklijke luchtmacht hieraan zou beginnen. In 2002 is onderzoek verricht naar een doelmatige inrichting en uitvoering van het onderhoud aan (onderdelen van) de F-16 motoren. Langs twee wegen zou een kostenreductie kunnen worden bereikt: enerzijds door de centralisatie van het intermediatemotorenonderhoud in Woensdrecht (waartoe inmiddels opdracht is gegeven) en anderzijds door middel van publiekprivate samenwerking. Met deze brief informeer ik u over mijn plannen voor het tweede traject, de publiekprivate samenwerking, en hoe deze passen in het overheidsbeleid.

Luchtvaartcluster

De afgelopen jaren is het luchtvaartcluster (industrie en kennis- en opleidingsinstellingen op het gebied van de luchtvaart) zich naast vliegtuignieuwbouw meer gaan richten op innovaties in het onderhoud, de reparatie en de modificatie van vliegtuigen (maintenance, repair and overhaul: MRO). Ook bij de overheid heeft het denken niet stilgestaan. Op 10 januari 2005 (Kamerstuk 25 820, nr. 12) heeft de minister van Economische Zaken de uitkomsten van een evaluatieonderzoek van het regeringsstandpunt inzake het luchtvaartcluster aan de Tweede Kamer aangeboden en een jaar later, op 30 januari 2006, volgde de actualisering van het overheidsbeleid (Kamerstuk 25 820, nr. 13).

Onder de naam «Maintenance Valley» streven de overheid en het bedrijfsleven naar een groter aandeel van Nederland in de Europese en wereldmarkt op MRO-gebied, zowel civiel als militair. Het luchtvaartcluster beschouwt het JSF-project als belangrijke aanjager van «Maintenance Valley». Inmiddels hebben de overheid (Defensie, Economische zaken en Financiën) en de industrie (Nifarp, NIID, NIVR) gezamenlijk een visie op de instandhouding van de JSF ontwikkeld. Concreet streeft Nederland naar een regionale onderhoudscapaciteit in Woensdrecht als onderdeel van een JSF-footprint die Europese JSF-partnerlanden samen willen bewerkstelligen.

Stand van zaken

In het voorjaar van 2005 zijn de mogelijkheden voor publiekprivate samenwerking op het gebied van motorenonderhoud afgetast, waarbij met ondersteuning van het bureau Booz Allen Hamilton business cases zijn opgesteld. Doelstellingen zijn de waarborging van het motorenonderhoud gedurende de resterende levensduur van de F-16, kostenreductie, ondersteuning van het «Maintenance Valley»-initiatief en de kwalificatie van Nederland voor een regionale rol bij de instandhouding van de JSF in de vorm van een Regional Support Center. In de zomer van 2005 is in de nieuwsbrief van de Western European Armaments Group (WEAG) een tender gepubliceerd waarop bedrijven uit binnen- en buitenland hebben gereageerd. Na een zorgvuldig selectieproces bestaat thans het voornemen met Dutch Aero, een dochtermaatschappij van Avio uit Italië met participatie van Philips, de haalbaarheid van een publiekprivate samenwerking nader te onderzoeken. Indien dit onderzoek niet tot het gewenste resultaat leidt, blijft de mogelijkheid bestaan om met andere bedrijven de haalbaarheid van een publiekprivate samenwerking te onderzoeken.

De Staatssecretaris van Defensie,

C. van der Knaap

Naar boven