25 764 Reisdocumenten

Nr. 89 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 maart 2015

In uw brief van 6 maart 2014 heeft u mij verzocht om u na een jaar te informeren over praktijkervaring met betrekking tot het vergemakkelijken van het reizen van minderjarige kinderen met één ouder respectievelijk alleen of met derden zoals grootouders. In de brief van 21 februari 2014 (Kamerstuk 25 764, nr. 75) heb ik u geïnformeerd over het «formulier toestemming reizen met minderjarige naar het buitenland». Het formulier beoogt het reizen met minderjarigen te vergemakkelijken en tevens te voorkomen dat minderjarigen het land verlaten zonder dat er toestemming is van beide ouders of degene(n) die het wettelijk gezag over het kind uitoefen(t)en.

Het formulier is niet wettelijk verplicht, maar wordt sterk aanbevolen om grenspassage (in de praktijk het uitreizen) te vergemakkelijken. Via de websites van de rijksoverheid, de Koninklijke Marechaussee en het Centrum voor Internationale Kinderontvoering (Centrum IKO) en de websites van gemeenten kan dit formulier worden gedownload. Het formulier informeert buitenlandse autoriteiten over de wettelijke gezagsrelatie ingeval van calamiteiten zodat de andere ouder of wettelijk vertegenwoordiger snel kan worden getraceerd en via de gebruikelijke wegen kan worden geïnformeerd.

Dit formulier is in 2014 geëvalueerd. De betrokken partijen hebben op basis van hun ervaringen in de praktijk besloten het formulier op onderdelen aan te passen. De belangrijkste wijziging is een verbeterde volgorde van de vragen, waardoor het formulier logischer van opbouw is en eenvoudiger kan worden ingevuld.

Om het proces verder te vergemakkelijken en het aantal bijlagen te beperken is de Koninklijke Marechaussee per februari 2015 inzagerecht verschaft in het Centraal Gezagsregister. Overigens geeft het gezagsregister alleen inzage in die gevallen waarin er een gerechtelijke beslissing is over het gezag en niet als ouders van rechtswege gezag hebben. In veel gevallen zal bij twijfel de relatie tussen het kind en degene met die deze reist op een andere manier moeten worden aangetoond dan door het formulier.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

Naar boven