Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 april 2017
In vervolg op mijn brief van 16 december 2016 over de Voortgang portaal, pgb- Wlz
en pgb-Zvw1 informeer ik uw Kamer over de afspraken die ik met Zorgverzekeraars Nederland (ZN)
en de zorgkantoren heb gemaakt over het vorderen bij minderjarigen. Hierover heb ik
het Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) ook geïnformeerd.
Samenvatting
Met de zorgkantoren en ZN heb ik afspraken gemaakt zodat jongvolwassen budgethouders
niet meer worden aangesproken door het zorgkantoor tot terugbetalen, maar dat een
betalingsregeling wordt getroffen met de wettelijk vertegenwoordiger.
De afspraken zijn ingegaan op 1 februari 2017 en gelden voor zowel AWBZ- casuïstiek
als voor Wlz-casuïstiek. Vóór 1 juni 2017 wordt iedere budgethouder bij wie tijdens
minderjarigheid een pgb-schuld is ontstaan door toedoen van de wettelijk vertegenwoordiger
door het zorgkantoor benaderd.
Vorderen pgb-schulden bij minderjarigen
Jongvolwassenen met een pgb-schuld: een onwenselijke situatie
Meermaals heb ik uw Kamer laten weten dat niet alleen ik, maar ook de zorgkantoren
en ZN de situatie dat jongvolwassenen worden aangesproken voor een pgb-schuld die
is ontstaan tijdens hun minderjarigheid, zeer onwenselijk vinden. Deze situatie is
ontstaan doordat de budgethouder primair verantwoordelijk is voor alle onderdelen
van het pgb-beheer (zorginhoudelijk, administratief en financieel). Als een budgethouder
minderjarig is, dan vraagt de wettelijk vertegenwoordiger (ouder) echter het pgb aan
en beheert het feitelijk ook.
Indien gedurende de minderjarigheid het beheer niet goed gaat en daardoor een vordering
ontstaat, dan wordt de budgethouder zodra deze meerderjarig wordt helaas ook voor
de ontstane vordering aanspreekbaar. Hierdoor kunnen jongvolwassenen door toedoen
van hun wettelijk vertegenwoordiger met een pgb- vordering te maken krijgen. De jongvolwassene
is echter niet de veroorzaker van deze pgb-schuld.
Schuld wordt verlegd naar veroorzaker
Om deze casuïstiek op te lossen, heb ik met ZN, de zorgkantoren, de NZa en het Zorginstituut
Nederland de afgelopen maanden intensief overlegd. Ik heb met ZN en de zorgkantoren
afspraken gemaakt die zijn verwoord in een door zorgkantoren te volgen stappenplan.
Dit stappenplan zorgt ervoor dat jongvolwassen budgethouders niet meer worden aangesproken,
maar dat de schuld wordt verlegd naar de wettelijk vertegenwoordiger. Dat betekent
voor zorgkantoren dat zij hun uitvoering anders moeten inrichten. Het stappenplan
beschrijft welke stappen zij daartoe gaan zetten.
Per 1 februari 2017 zijn de gemaakte afspraken ingegaan. Omdat het om een aanzienlijke
groep budgethouders gaat, hebben de zorgkantoren enige tijd nodig voor de screening
en benadering. Ik heb met de zorgkantoren en ZN afgesproken dat zij voor 1 juni 2017
alle budgethouders om wie het gaat, hebben benaderd. Zorgkantoren beoordelen de situatie
en beslissen welke stappen worden gezet. Het doel is om te komen tot een betalingsregeling
met de wettelijk vertegenwoordiger.
Met deze afspraken wordt voorkomen dat jongvolwassen budgethouders worden gedupeerd
met een pgb-schuld die buiten hun toedoen om is ontstaan, en waardoor zij mogelijk
in de schuldsanering terecht komen. De gemaakte afspraken hebben betrekking op zowel
de AWBZ- als de Wlz-casuïstiek. Met zorgkantoren en ZN wordt nog overlegd over een
structurele oplossing.
Ik hoop uw Kamer voldoende geïnformeerd te hebben.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M.J. van Rijn