25 657 Persoonsgebonden Budgetten

Nr. 273 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 november 2016

Met deze brief informeer ik uw Kamer – mede aan de hand van bijgesloten voortgangsrapportage van de ketenregisseur1 – over de voortgang bij het verbeteren van het trekkingsrecht pgb. Achtereenvolgens ga ik in op:

  • 1. De betalingen en de voortgang op de werkagenda;

  • 2. Het aanzetten van alle controles;

  • 3. De toekomstige uitvoering van het trekkingsrecht;

  • 4. De stand van zaken omtrent de compensatieregeling.

Ik voldoe met deze brief tevens aan uw verzoek d.d. 12 oktober jl. om een reactie op het artikel op Nos.nl over de nieuwe website voor pgb-houders.

1. Betalingen blijven stabiel en voortgang op de werkagenda

De bijgesloten voortgangsrapportage van de SVB laat zien dat betalingen in de keten al meer dan een jaar stabiel zijn2. In juli was 98% van de correct aangeleverde declaraties binnen 10 dagen betaald, in augustus en september 99%. Het betreft hier de correct ingediende declaraties. Hiermee wordt blijvend voldaan aan de motie Dijkstra, Voortman en Van der Staaij.3 Ook zijn net als voorgaande maanden slechts een zeer beperkt aantal spoedbetalingen verricht (11 in juli, 7 in augustus en 4 in september). Meldingen lost de SVB inmiddels zoveel mogelijk binnen het regulier betaalproces op of betreffen het op orde brengen van het dossier. Ook de telefonische bereikbaarheid van de SVB blijft goed. De gemiddelde wachttijd ligt rond de 8 seconden. Er is daarmee een stabiele basis binnen het trekkingsrecht bereikt.

De ketenregisseur heeft ook gerapporteerd over de behaalde resultaten op de «no regret» werkagenda die begin dit jaar door ketenpartners is opgesteld. Ik stel vast dat partijen zich maximaal inspannen om ook het trekkingsrecht in zijn huidige vorm te verbeteren voor de budgethouder. In het kader van de werkagenda is zo de afgelopen maanden gewerkt aan een extra service voor de budgethouder voor loonbeslag bij de zorgverlener, het versimpelen van de vrijwillige storting en het opstellen van samenwerkingsafspraken en prestatie-indicatoren. Ook zijn de standaardmodellen voor zorgovereenkomsten, declaraties en mutaties in samenwerking met de ketenpartners verbeterd. Door ketenpartners is besloten de standaardmodellen per 1 april 2017 verplicht te willen stellen. Er wordt door ketenregie met verstrekkers samen ook gewerkt aan een regulier jaarproces ten behoeve van een soepel verloop van de jaarovergang 2016/2017. Bovendien is de begroting voor de uitvoering van het trekkingsrecht in 2017 voor de SVB vastgesteld.

2. Het aanzetten van alle controles

Zoals toegezegd in het plenaire debat van 29 september jl. (Handelingen II 2016/17, nr. 6, items 5 en 8) informeer ik u in deze brief ook over de aanpak met betrekking tot (het handhaven van) de controles op declaraties. Ik heb u hierover eerder geïnformeerd in mijn brief van 23 september jl.4.

Onder de AWBZ vonden controles op pgb-uitgaven slechts steekproefsgewijs – bij circa 5% – van de budgethouders en na afloop plaats. De essentie van het trekkingsrecht is juist om bij 100% van de betalingen de controles in hoofdzaak vooraf te doen, ter bescherming van de budgethouder. In het kader van de noodzakelijke maatregelen is vorig jaar – in afstemming met uw Kamer – besloten een deel van de controles niet uit te voeren, omdat prioriteit werd gegeven aan tijdige betalingen, hetgeen effect heeft op de rechtmatigheid van de uitgaven van gemeenten en zorgkantoren. Een deel van de controles staat echter wel al aan, bijvoorbeeld de controle of een budgethouder zijn budget al volledig gebruikt heeft. Indien dit het geval is, wordt uiteraard niet betaald (gemiddeld genomen leidt naar schatting tussen de 11 en 14% van de declaraties nu niet direct tot betaling. Nadat betrokkene daartoe actie onderneemt, leidt dat vaak daarna alsnog tot betaling van de declaratie). Het is wenselijk om ook de andere afgesproken controles te doen laten plaatsvinden. Dit dient echter wel zorgvuldig te gebeuren, voor het op orde houden van de betalingen.

Daarnaast is het essentieel dat alle controles die gedaan worden ook echt noodzakelijk zijn. Ik heb daar eerder uitgebreid naar laten kijken en heb toen besloten twee controles te vereenvoudigen. Ik heb u daarover in mijn brief van 23 september jl.5 geïnformeerd. De ministeriële regelingen voor Wmo, Jeugdwet en Wlz zijn inmiddels op deze twee onderdelen aangepast en gepubliceerd in de Staatscourant6. Hierdoor zullen geen declaraties afgewezen worden indien het adres van de zorgverlener op een declaratie ontbreekt, omdat er in de praktijk voldoende andere referenties zijn om de zorgverlener mee te identificeren (naam, BSN, KvK, IBAN). Daarnaast wordt de controle op verantwoording van de werkzaamheden teruggebracht naar de absolute basis om vast te kunnen stellen of de declaratie conform de financiële afspraken is. De SVB zal bijvoorbeeld niet meer controleren of de verrichte werkzaamheden overeenkomen met de afspraken in de zorgovereenkomst, maar puur of het afgesproken tarief klopt.

Over de overige reeds eerder afgesproken controlepunten zijn alle partijen het eens dat deze logisch en noodzakelijk zijn. Zo is het bijvoorbeeld van groot belang dat de budgethouder akkoord heeft gegeven op een declaratie door middel van een handtekening. Anders is het immers niet zeker dat de budgethouder akkoord is met de ingediende declaratie. Een ander voorbeeld is de controle op een BSN of KvK-nummer: een noodzakelijk gegeven, want cruciaal om de zorgverlener te kunnen identificeren alvorens over te gaan tot betaling.

In mijn brief van 23 september jl.7 heb ik u geïnformeerd over de resultaten van de steekproef van augustus op de declaraties door de SVB. Uit die steekproef bleek dat het gemeten percentage onjuist of onvoldoende ingestuurde declaraties nog hoog was. Het beeld dat hierbij kan ontstaan, en waarover wij ook in het plenaire debat op 29 september jl. hebben gesproken, is dat het hier (altijd) zou gaan om fraude. Dat beeld klopt niet. In verreweg de meeste gevallen is dat namelijk niet het geval. Mede naar aanleiding van de resultaten van de steekproef van augustus heb ik de gewenningsperiode waartoe eerder was besloten (zie mijn brief van 10 juni jl.8) met een maand verlengd, waardoor niet alleen in september maar ook in oktober gewenning plaatsvond.

Zoals toegezegd, heeft de ketenregisseur de ontwikkelingen in de afgelopen periode nauwgezet gemonitord en mij hierover geïnformeerd in bijgaande brief. De SVB heeft in september en oktober opnieuw een steekproef gedaan en registreert de toegepaste afwijsgronden. Hieruit blijkt dat het percentage declaraties dat niet aan de vereisten voldoet, is gedaald van circa 40% in week 32/33 (augustus) naar 25% in week 41 (oktober). Ook heeft de SVB steekproefsgewijs declaraties die begin september foutief zijn ingediend gevolgd en bekeken of de maand erop alsnog een correcte declaratie is ingediend door de budgethouder. Dat is in veruit de meeste gevallen (84%) het geval. De gewenningsperiode en de intensieve communicatie door de SVB hebben dus effect. De trend van niet betaalbare declaraties daalt en er treedt een leereffect op. Daarbij zij bedacht dat het leereffect van de gewenning voor veel mensen «eens per maand» optreedt omdat een groep slechts één keer per maand declareert. De verwachting is dat de dalende trend in de niet-correcte declaraties als gevolg van het volledig aanzetten van de controles zich voortzet door het leereffect in de gewenningsperiode. Daarbij moet wel worden opgemerkt dat richting eind van het jaar meer declaraties niet betaald zullen kunnen worden, omdat het toegekende budget verder uitgeput raakt (een controle die ook nu al aan staat).

In bestuurlijk overleg van 28 september jl. is door Per Saldo, BVKZ, de VNG en ZN vastgesteld dat per 1 november a.s. alle controles die zouden moeten worden uitgevoerd, ook gehandhaafd moeten worden. Dit mede in het licht van de effectiviteit van de zorgvuldige voorlichtings- en gewenningsperiode die hieraan vooraf is gegaan, waarover ik u in mijn brief van 23 september jl.9 heb geïnformeerd. Dit is door alle partijen in bestuurlijk overleg op 24 oktober jl. bevestigd. De SVB betaalt onjuiste of onvolledige declaraties vanaf 1 november niet meer direct uit en neemt vanaf dat moment telefonisch en schriftelijk contact op met betrokkene, om hem of haar te wijzen op de gebleken omissie. Voorts wordt de budgethouder geadviseerd hoe deze te verhelpen, zodat wel betaald kan worden.

Ik volg het advies van de ketenpartijen. Dit in de wetenschap dat ook hierna sprake zal zijn van een zorgvuldig en verantwoord proces, zodat rechtmatige betalingen kunnen blijven plaatsvinden en noodzakelijke zorg gecontinueerd kan worden. De SVB zal maandelijks per verstrekker inzichtelijk maken welke budgethouders meerdere malen onjuiste declaraties insturen, waarna verstrekkers contact kunnen opnemen met de betreffende budgethouders. De ketenregisseur maakt hierover nog deze maand concrete afspraken met verstrekkers.

Uiteraard blijft de ketenregisseur de ontwikkelingen (wekelijks) nauw volgen en informeert mij hierover. Ik zal u – zo nodig – informeren.

3. De toekomstige uitvoering van het trekkingsrecht

Conform de motie van de leden Potters en Van Dijk10 en de motie van de leden Voortman en Dik-Faber11 is nader uitgewerkt hoe het trekkingsrecht in de toekomst verbeterd kan worden. Kernpunten daarbij zijn12:

  • Het vergaand standaardiseren en digitaliseren;

  • Het op een nieuwe wijze ontwikkelen van een portaal;

  • Het beter borgen van taken en verantwoordelijkheden voor de verstrekker;

  • Het onderzoeken welke no regret investeringen bij de SVB moeten plaatsvinden.

Ketenpartners hebben de ketenregisseur de opdracht gegeven deze gezamenlijke uitgangspunten – met alle betrokkenen – nader uit te werken. Conform de motie Leijten en Voortman13 en motie Volp14 hebben budgethouders een centrale rol gekregen in dit proces. In lijn met de motie Potters15 heb ik de ketenregisseur gevraagd bij de uitwerking van deze elementen ook te kijken naar de financiële kaders, de rol en verantwoordelijkheid van ketenpartners, de mogelijkheden voor het ontwikkelen en onderbrengen van het digitale portaal en de planning voor volgende stappen.

Voor de besluitvorming hieromtrent hanteer ik als uitgangspunten samenwerking, slagvaardigheid en betrokkenheid van budgethouders (conform de moties Volp16 en Leijten en Voortman17). Met partijen streef ik er verder naar de verbeteringen zo snel als mogelijk operationeel te hebben, met voor het budgethoudersportaal als streven begin 2018 te starten. Ten slotte hecht ik hierbij waarde aan zorgvuldigheid. Het belangrijkste punt hierbij is wat mij betreft het behoud van de huidige stabiliteit in de betalingen. Verbeteringen mogen niet leiden tot het stokken van betalingen of tot een grote implementatielast voor de budgethouder. Daartoe is onder meer de aansluiting op het primair proces van gemeenten, zorgkantoren en SVB van belang. Stabiliteit gaat voor snelheid, conform de motie Keijzer en Bergkamp18. Stabiliteit houdt ook in dat een nieuw systeem goed getest moet worden en dat de aanbevelingen van de commissie Elias met betrekking tot een realistische doorlooptijd van ICT-implementatietrajecten opgevolgd moeten worden.

De afgelopen tijd zijn door ketenpartijen – onder leiding van de ketenregisseur – een aantal cruciale stappen gezet in het uitwerken van genoemde kernpunten. Gemeenten, zorgkantoren en SVB hebben ingestemd met de door Per Saldo opgestelde functionele eisen voor het budgethoudersportaal en overeenstemming bereikt over standaardisering en digitalisering. Daarmee is een cruciale stap gezet in de voorbereiding om te komen tot een nieuw portaal.

Overeenstemming over standaardiseren en digitaliseren

Een grote stap in het standaardiseren en digitaliseren is de ontwikkeling van het digitale berichtenverkeer vanuit verstrekkers. De ketenregisseur heeft met de ketenpartners afspraken gemaakt over welke berichten naar huidige inzichten ontwikkeld moeten worden en wat daarvan de doorlooptijd is. Ook is gekeken naar de juiste infrastructuur om dergelijke berichten te versturen, waarbij rekening is gehouden met het feit dat verstrekkers op termijn mogelijk meer taken eigenstandig uit zouden willen en kunnen voeren, conform hetgeen ik uw Kamer in juni heb toegezegd. Dit sluit ook aan bij eerdere wensen van de Kamer over dit thema, bijvoorbeeld de eerdere motie van de leden Bergkamp en Voortman19. De ontwikkeling en implementatie van de noodzakelijke berichten zal vanuit ZN en VNG ter hand worden genomen. In de tussentijd kan gebruik worden gemaakt van de huidige werkwijzen van aanlevering door verstrekkers aan de SVB, waarbij inmiddels ook een standaardisatieslag heeft plaatsgevonden. Daarmee is de stabiliteit in de uitvoering geborgd.

Overeenstemming over de functionele eisen voor het portaal

Het trekkingsrecht moet de budgethouder ondersteunen in zijn eigen regie. De functionele eisen van de budgethouder voor het portaal (wat moet de budgethouder via een portaal kunnen doen) zijn – conform de motie Leijten en Voortman20 en de motie Volp21 – de afgelopen maanden door Per Saldo opgesteld en vervolgens met alle ketenpartners besproken. Ketenpartners delen de door Per Saldo opgestelde functionele eisen. Daarmee is een zeer belangrijke stap gezet voor de toekomst van het trekkingsrecht. De gebruikerseisen van Per Saldo zijn ook onderzocht op haalbaarheid door de ketenpartners. Hierbij is specifiek gekeken naar het automatiseren van controles, zodat budgethouders zo vroeg mogelijk in het proces zekerheid hebben over de volledigheid en correctheid van de ingediende declaraties en zorgovereenkomsten. De meeste controles kunnen zeer waarschijnlijk geautomatiseerd worden, materiële en zorginhoudelijke controles uitgezonderd. Deze zorginhoudelijke controles moeten door de verstrekkers plaatsvinden, hetgeen past bij de rol die verstrekkers hebben in het systeem van Trekkingsrechten. Ketenpartners hebben tevens overeenstemming over hoe het portaal en de achterliggende systemen op hoofdlijnen moeten gaan werken. Ook bij het vervolgproces borg ik uiteraard de stem van de budgethouders en zorgverleners.

Bouw en beheer van het portaal nader uit te werken in samenhang met ICT-investeringen bij de SVB

Gelet op de bereikte overeenstemming over de functionele eisen waaraan een nieuw budgethoudersportaal dient te voldoen, kunnen we ook op dit punt een essentiële stap voor de toekomst zetten: de bouw van een nieuw portaal, met goede koppelingen naar zorgkantoren, gemeenten en SVB. Ik ben derhalve voornemens het portaal – conform de «budgethoudersvariant» – als koers voor de toekomst te gaan realiseren. Ketenpartners hebben afgesproken aan de slag te gaan met de uitwerking van de technische specificaties voor het portaal. Voorts wordt onderzocht hoe de bouw het beste kan worden vormgegeven, met als criteria snelheid, conformiteit met vigerende aanbestedingsprocedures (in lijn met mijn toezegging aan het lid Keijzer in het plenair debat van 29 september jl.) en een eenduidig opdrachtgeverschap. Conform de motie Potters22 zal ik u in een later stadium informeren over de exacte kosten en de wijze waarop de gezamenlijke betrokkenheid van ketenpartners vorm krijgt. Naast de investeringen in het portaal hebben ketenpartners besloten de SVB te verzoeken van start te gaan met ICT-investeringen bij de SVB die zien op de ondersteunende processen bij de SVB zoals de salarisadministratie. Deze dienen ter verbetering van het trekkingsrecht voor de budgethouder. Investeringen vinden plaats onder de voorwaarde dat er geen sprake is van overlap met het portaal. Om te waarborgen dat alle opties «open» blijven, vind ik de ontkoppelbaarheid van de diverse onderdelen van de ICT bij de SVB een essentiële vereiste.23

Ik wil het de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman alvast zoveel mogelijk betrekken bij de investeringen in de keten. Voorts ben ik van plan, na betrokkenheid van de CIO, het BIT te vragen om een advies uit te brengen.

Conform mijn toezegging in het plenair debat van 29 september jl. aan mevrouw Keijzer, kan ik melden dat ik de overheidsrichtlijnen die stellen dat het gebruik van open source software boven closed source software prevaleert bij gelijke geschiktheid, waar mogelijk wil volgen. Voor een gedeelte van de software zal vanuit kosten- en kwaliteitsperspectief gebruik worden gemaakt van standaard in te kopen pakketten. De rest zal zelf ontwikkeld worden door ketenpartners danwel worden aanbesteed, waarbij gebruik wordt gemaakt van open source of open standaard halffabrikaten.

Governance

Ik leg nu prioriteit bij de bouw van het portaal. Zoals u weet wil ik dit zo snel en gezamenlijk mogelijk laten doen. Dit zodat alle ketenpartners – conform het eerdere BIT-advies over dit onderwerp – goed aangesloten zijn. Gedurende deze fase zullen zaken zoals betaling in ieder geval nog via de SVB lopen.

Uiteraard werd en wordt ook gesproken over de vraag waar het beheer in de toekomst belegd dient te worden. Daarvoor geldt uiteraard dat met het oog op de rechtsbescherming – waaronder beroepsmogelijkheden – en privacy van budgethouders altijd publieke borging nodig is. Tevens geldt dat gezien het feit dat wordt gewerkt aan een «budgethoudersvariant», waarbij de budgethouder veel regie wordt toevertrouwd en reguliere betalingen op termijn zoveel als mogelijk volledig digitaal worden verwerkt, de beheerstaak sterk beperkt wordt ten opzichte van de huidige situatie waarbij veel werkzaamheden nog bij de SVB liggen. Alvorens hierover een definitieve knoop te kunnen doorhakken is dus nog wat meer detailuitwerking nodig. Ik streef ernaar u rond de jaarwisseling te kunnen informeren over de voortgang.

Tevens zal verbeterd blijven worden binnen de huidige uitvoering volgens de eerder vastgestelde werkagenda van de ketenregisseur. Zoals gezegd, is het streven van de ketenpartners een en ander begin 2018 te realiseren, voor welk tijdpad zorgvuldigheid wel een voorwaarde is.

4. De stand van zaken omtrent de compensatieregeling

Het Kabinet heeft eerder besloten tegemoet te komen aan het verzoek van uw Kamer om compensatie te bieden aan budgethouders en zorgverleners met aantoonbaar financieel nadeel als gevolg van de invoering van het trekkingsrecht. Hierover heb ik u in mijn brief van 10 juni jl.24 geïnformeerd.

Voor de uitvoering van betreffende regeling is een aanbestedingsprocedure doorlopen. De beoordelingsfase van deze Europese openbare aanbestedingsprocedure is inmiddels afgerond, maar heeft niet tot een geschikte kandidaat geleid. Daarom wordt nu een zogenaamde onderhandelingsprocedure zonder aankondiging toegepast, met een onderneming met ervaring met soortgelijke regelingen. Ik verwacht in het eerste kwartaal van 2017 van start te kunnen gaan met uitvoering van de regeling. Zoals toegezegd in het plenair debat van 29 september jl. in antwoord op de vragen van mevrouw Leijten, zullen de beschikbare middelen voor de compensatieregeling in 2016 mee worden genomen naar 2017. Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn, zal ik u daarover informeren.

Naar aanleiding van het algemeen overleg van 29 juni jl. en na gesprekken met Per Saldo en de Branchevereniging voor kleine zorgaanbieders (BVKZ), heb ik mij beraden over de hoogte van de drempelbedragen voor budgethouders en zorgverleners om in aanmerking te komen voor vergoeding. Ik heb besloten deze drempelbedragen te verlagen. De drempel voor budgethouders heb ik verlaagd naar € 300 (25% lager dan de oorspronkelijke drempel). Voor kleine zorgverleners heb ik de drempel verlaagd naar € 600 (ruim 10% lager dan de oorspronkelijke drempel). Het drempelbedrag loopt op naarmate een zorgverlener meer klantrelaties heeft.

5. Tot slot

Er zijn de afgelopen tijd voor budgethouders cruciale stappen gezet om tot verdere stabilisering en verbetering van het trekkingsrecht te komen. Een belangrijk element hierin is het nieuwe budgethoudersportaal, waarover ketenpartners in beperkte tijd een aantal belangrijke afspraken hebben kunnen maken. Met deze basis gaan we met ketenpartners aan de slag om de bouw voor te bereiden. Voor een zorgvuldig proces zorg ik ook in deze fase voor nauwe betrokkenheid van de budgethouders en wil ik het BIT, de Algemene Rekenkamer en de Nationale ombudsman betrekken. Ik zal u uiteraard over de voortgang informeren. Volgens afspraak zal ik u in het eerste kwartaal van 2017 regulier informeren over de voortgang van het trekkingsrecht.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
2

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
3

Kamerstuk 25 657, nr. 151. Uitgewerkt in de «marsroute 15 mei» die ik u als bijlage bij Kamerstuk 25 657, nr. 162 heb gestuurd.

X Noot
4

Kamerstuk 26 643, nr. 261.

X Noot
5

Kamerstuk 26 643, nr. 261.

X Noot
6

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 26 oktober 2016 houdende regels over declaraties uit het pgb voor jeugdhulp, zorg en maatschappelijke ondersteuning (Stcrt. 2018, nr. 58138).

X Noot
7

Kamerstuk 25 657, nr. 261.

X Noot
8

Kamerstuk 25 657, nr. 246.

X Noot
9

Kamerstuk 25 657, nr. 261.

X Noot
10

Kamerstuk 26 643, nr. 401.

X Noot
11

Kamerstuk 26 643, nr. 400.

X Noot
12

Ik heb u hierover reeds eerder geïnformeerd op 23 juni jl. in mijn brief met Kamerstuk 25 657, nr. 249.

X Noot
13

Kamerstuk 25 657, nr. 255.

X Noot
14

Kamerstuk 25 657, nr. 258.

X Noot
15

Kamerstuk 25 657, nr. 251.

X Noot
16

Kamerstuk 25 657, nr. 258.

X Noot
17

Kamerstuk 25 657, nr. 255.

X Noot
18

Kamerstuk 25 657, nr. 257.

X Noot
19

Kamerstuk 25 657, nr. 228.

X Noot
20

Kamerstuk 25 657, nr. 255.

X Noot
21

Kamerstuk 25 657, nr. 258.

X Noot
22

Kamerstuk 25 657, nr. 251.

X Noot
23

Kamerstuk 25 657, nr. 249.

X Noot
24

Kamerstuk 25 657, nr. 246.

Naar boven