25 600 XII
Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat (XII) voor het jaar 1998

nr. 8
MOTIE VAN HET LID VAN GIJZEL C.S.

Voorgesteld 30 oktober 1997

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende, dat de minister een nadere reflectie wil plegen over de inrichting van de spoorvervoersmarkt en de daarmee mogelijke samenhang met verantwoordelijkheidstoedeling en concurrentiesysteem;

overwegende, dat de minister op basis van die reflectie nadere besluitvorming aan de Kamer wil voorleggen;

overwegende, dat een eventuele keuze voor concurrentie op of om het spoor nieuwe wetgeving en de instelling van onafhankelijk toezicht noodzaakt;

verzoekt de regering zo spoedig mogelijk een uitgewerkt beleidskader inzake marktwerking spoorvervoer aan de Kamer voor te leggen,

spreekt uit, dat eerst wetgeving en onafhankelijk toezicht door de Kamer dient te zijn goedgekeurd, alvorens kan worden overgegaan tot:

– het afsluiten, dan wel afgeven van enig nieuw contract, vergunning of concessie;

– een beursgang van de Nederlandse Spoorwegen,

en gaat over tot de orde van de dag.

Van Gijzel

Naar boven