25 422
Opwerking van radioactief materiaal

nr. 50
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING, RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2006

De VROM-Inspectie regio Zuid-West van het Ministerie van VROM is onder andere belast met toezicht op de naleving van de Kernenergiewet. Van de in 2004 en 2005 uitgevoerde controles bij schrootverwerkende bedrijven is door de VROM-Inspectie het rapport «Meten Moet II!»1 opgesteld, dat u hierbij aantreft. In dit rapport worden de resultaten, de conclusies en aanbevelingen van het onderzoek naar de naleving van de Kernenergiewet bij 115 schrootverwerkende bedrijven beschreven.

Samenvatting resultaten

Tijdens de uitvoering van de inspecties is onder andere nagegaan of de bedrijven vallen onder de werking van het Besluit detectie radioactief besmet schroot en of zij maatregelen hebben genomen om te voldoen aan de in dit besluit gestelde verplichtingen. Er wordt daarbij in het besluit2 onderscheid gemaakt tussen kernbepalingen (dit zijn de bepalingen 1 t/m 4 uit de tabel hieronder) en overige bepalingen. In deze tabel worden de belangrijkste resultaten van het onderzoek weergegeven.

Tabel met de resultaten van het rapport Meten Moet II!

% van de bedrijven (115) dat:20042005
1. voldeed aan de meetverplichting8079
2. voldeed aan de registratieverplichting4657
3. een persoon in dienst had die voor die taak was opgeleid6368
4. inmiddels financiële zekerheid gesteld had 7464
het besluit volledig naleefde2025

Uit de tabel blijkt dus dat het aantal bedrijven dat het besluit volledig, dat wil zeggen: voor de genoemde kernbepalingen èn de overige bepalingen, naleefde in 2004 20% en in 2005 25% van het totale aantal onderzochte bedrijven bedroeg. De naleving van het besluit in deze jaren is verbeterd ten opzichte van de situatie in 2003, toen de naleving 0% was. De indruk bestaat dat de naleving verbeterd is door voorlichting en handhaving, hetgeen in 2010 zal moeten resulteren in een nalevingpercentage voor de vier genoemde kernbepalingen van 80%.

Ten aanzien van het besluit en de daaraan gekoppelde regeling kan gesteld worden dat enkele overige bepalingen hiervan voor de schrootverwerkende bedrijven moeilijk uitvoerbaar zijn. Momenteel is een wijziging van de Regeling detectie radioactief besmet schroot in voorbereiding. Bij invoering van die wijziging zal het totale nalevingpercentage van de bepalingen uit het besluit en de regeling ook toenemen. Daarnaast zal de VROM-Inspectie bestuursrechtelijk en strafrechtelijk optreden tegen geconstateerde overtredingen van kernbepalingen van het besluit, aangevuld met extra voorlichting (compliance assistance).

De VROM-Inspectie zal in 2006 en 2007 de controles bij schrootverwerkende bedrijven voortzetten.

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

P. L. B. A. van Geel


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

XNoot
2

Detectie van radioactief besmet schroot levert in het algemeen geen significante bijdrage aan de stralingsbelasting van mens en milieu, mits na detectie ervan op de juiste wijze wordt gehandeld.

Naar boven