Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 20 oktober 2014
De afgelopen decennia is een zorgvuldig beleid uitgewerkt voor de bescherming van
mens en milieu tegen de risico’s van blootstelling aan ioniserende straling, de veiligheid
van nucleaire inrichtingen, en het beheer van radioactief afval en bestraalde splijtstof.
Ook voor de beheersing van stralingsincidenten, het vervoer van radioactieve stoffen,
en de beveiliging van nucleaire inrichtingen en radioactieve bronnen is beleid gemaakt.
De daarbij bijbehorende voorschriften en waarborgen zijn opgesteld.
Een belangrijk deel van het beleid en de regelgeving geldt al sinds de jaren ’60 van
de vorige eeuw, toen kernenergie voor het eerst in Nederland werd toegepast.
Sindsdien is het bovenstaande beleid steeds verder ontwikkeld, en is het waar nodig
bijgesteld aan de stand van de techniek of internationale inzichten. Het beleid is
vastgelegd in een groot aantal documenten, waaronder Kamerbrieven, beleidsnota’s,
vergunningen en algemeen verbindende regelgeving.
Tot nu toe ontbrak echter een document waarin het beleid integraal wordt gepresenteerd,
en waarin wordt aangegeven hoe het aansluit bij de internationaal aanvaarde Fundamental Safety Principles1. Deze principes zijn ontwikkeld door het IAEA, onder meer met het oog op de ondersteuning
van internationale samenwerking.
Het Internationaal Atoomenergie Agentschap (IAEA) heeft aanbevolen dat een dergelijk
samenvattend nationaal beleidsdocument wordt vastgesteld door het kabinet2, en wordt uitgedragen naar de buitenwereld.
In november dit jaar ontvang ik, zoals eerder gemeld, gedurende twee weken een Integrated
Regulatory Review Service reviewteam van het IAEA. Een dertigtal experts zal de werkwijze
van de Nederlandse overheid auditeren en de mate vaststellen waarin zij voldoet aan
de aanbevelingen van het IAEA.
De audit richt zich op het Nederlandse beleid, de regelgeving, de vergunningverlening
en toezicht en handhaving.
Daarom is een notitie opgesteld met de integrale samenvatting van het beleid, zoals
dat op dit moment geldt. Ik bied u graag deze notitie aan3. De bijgevoegde notitie zal dienen als startpunt voor de review door het IAEA in
november.
Ik wil benadrukken dat deze notitie geen nieuwe beleidsvoornemens bevat. Ik hecht
er toch aan de Kamer over deze beleidsnotitie te informeren. De notitie biedt de mogelijkheid
op toegankelijke wijze kennis te nemen van het geldende beleid in Nederland.
Vanzelfsprekend zal ik uw Kamer na afloop van de review informeren over de bevindingen
van het reviewteam van het IAEA en van de wijze waarop ik met de aanbevelingen en
suggesties van het IAEA zal omgaan.
De Minister van Economische Zaken,
H.G.J. Kamp