25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 32 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2016

De vaste commissie voor Economische Zaken heeft verzocht om een reactie op het artikel in De Limburger «Meer dorpen zonder het te weten besmet met Q-koorts».

VGO (veehouderij en gezondheid omwonenden) onderzoek

Bij onderzoek in het kader van VGO bleek dat 10 procent van de inwoners van Stramproy antistoffen tegen de Q-koortsbacterie heeft, terwijl er bij de GGD tijdens de Q-koortsuitbraak geen ziektegevallen uit het dorp zijn gemeld.

Voor de overige VGO onderzoekscentra geldt dat er een vrij duidelijke relatie was tussen percentage deelnemers met antistoffen en het aantal acute Q-koorts meldingen tijdens de Q-koorts epidemie.

Antistoffen

Aanwezigheid van antistoffen tegen de Q-koorts bacterie duidt op een besmetting kortere of langere tijd geleden. Slechts een klein deel van de besmette personen wordt ziek. Al eerder is bijvoorbeeld gemeld dat gegevens van bloeddonoren er op wijzen dat het aantal geïnfecteerden zeker 10 maal hoger is dan het aantal geregistreerde gevallen.

Besmette bedrijven

In Stramproy zelf, maar ook in Ell (ongeveer 3 km van Stramproy) zijn in 2007 twee bedrijven besmet met Q-koorts gevonden naar aanleiding van abortusproblemen van de geiten op de bedrijven. Deze bedrijven waren later, op basis van het tankmelkonderzoek, niet meer besmet.

Verklaring?

Er is geen éénduidige verklaring voor de situatie in Stramproy. Wel is bekend dat het al dan niet optreden van ziekteverschijnselen na besmetting afhankelijk is van de besmettelijke dosis (aantal bacteriën dat wordt ingeademd). Bij blootstelling aan lage aantallen bacteriën kan men wel antistoffen ontwikkelen maar is de kans op optreden van ziekte verschijnselen (acute Q-koorts) gering. Een andere verklaring is natuurlijk dat er wel patiënten waren maar dat die niet herkend zijn.

Aandacht voor chronische Q-koorts

Ik juich alle aandacht voor mogelijke besmettingen met chronische Q-koorts toe, we willen echter niet dat mensen zich onnodig zorgen maken. Uit het onderzoek dat door de GGD Hart van Brabant in Herpen is uitgevoerd kwam onder andere dat deelnemers die acute Q koorts doormaakten, en gemeld werden door de GGD, duidelijk meer vermoeid waren dan mensen die wel antistoffen in het bloed hadden maar niet gemeld waren als acute Q-koorts. Dit zou kunnen betekenen dat het risico op langdurige effecten in Stramproy, waar geen meldingen bij de GGD zijn geweest, mogelijk lager is.

Advies Deskundigenberaad

Voor het advies over gerichte screening bij risicogroepen wil ik verwijzen naar mijn brief over het advies van het deskundigenberaad over Q-koorts die u binnenkort ontvangt.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

Naar boven