De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de maatregelenladders, die een plek in de sectorplannen krijgen en
maatregelen bevatten die verspreiding van corona beperken, soms noodzakelijkerwijs
het maatschappelijk verkeer bij oplopende besmettingen beperken;
overwegende dat na twee jaar COVID-19 de gevolgen van beperkende maatregelen zich
steeds dieper doen voelen, qua mentale gezondheid in het bijzonder bij jongeren en
qua eenzaamheid in het bijzonder bij ouderen, en dat de noodzaak tot sociale, psychische
en praktische ondersteuning van mensen in kwetsbare posities veelvuldig onderstreept
is;
overwegende dat zowel de VNG als de Nationale ombudsman adviseren om de opgaven van
corona te vermaatschappelijken en oog te houden voor de consequenties van de crisis
voor mensen in een kwetsbare positie;
verzoekt de regering om naast de sectorplannen ook de maatschappelijke verbanden zoals
voedselbanken, kerken, bibliotheken en buurtcentra uit te dagen en te ondersteunen
in de ontwikkeling van een omgekeerde maatregelenladder en daarbij in het bijzonder
de positie van jongeren samen met hen te expliciteren;
verzoekt de regering voorts in overleg met de VNG een kader uit te werken hoe sociaal,
psychisch en praktisch ondersteuning geboden kan blijven worden aan kwetsbare doelgroepen
naarmate de epidemiologische maatregelen toenemen en de sectorplannen worden opgeschaald,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bikker
Van der Staaij
Van den Berg
Den Haan
Kuzu