25 087 Internationaal fiscaal (verdrags)beleid

31 066 Belastingdienst

Nr. 51 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 april 2013

Naar aanleiding van het verzoek van het lid Omtzigt, gedaan tijdens het ordedebat van 9 april 2013, dat u bij brief van genoemde datum aan mij hebt toegezonden, bericht ik u het volgende.

Offshore leaks

Op 6 april 2013 verscheen in dagblad Trouw het eerste artikel over natuurlijke en rechtspersonen met offshore relaties. Daarna zijn er nog andere publicaties geweest; ook in de internationale media. Deze stroom publicaties is gebaseerd op een wereldwijd onderzoek dat is uitgevoerd door «the International Consortium of Investigative Journalists» te Washington (ICIJ). Onderzoeksjournalisten van Trouw hebben daarin geparticipeerd. ICIJ heeft de beschikking gekregen over een databestand met informatie over bedoelde offshore relaties en Trouw heeft toegang tot deze gegevens.

Aangezien deze informatie voor een correcte belastingheffing van groot belang zou kunnen zijn, is dezerzijds direct actie ondernomen om te bewerkstelligen dat de Belastingdienst de beschikking of toegang zou kunnen krijgen tot de desbetreffende bestanden. Daartoe is een rechtstreeks verzoek gericht aan ICIJ en is ook Trouw benaderd. Er heeft op mijn verzoek een gesprek plaatsgevonden tussen de Directeur-generaal Belastingdienst, de directeur Communicatie van het ministerie en de hoofdredactie van Trouw. Ik heb een beroep gedaan op de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de pers. Helaas zonder het gewenste resultaat. Trouw heeft aangegeven een verklaring te hebben ondertekend, waartoe zij zich tegenover ICIJ heeft verplicht de informatie niet aan derden ter beschikking te stellen. De informatie zou dus alleen met toestemming van ICIJ voor de Belastingdienst toegankelijk kunnen worden gemaakt. Genoemde hoofdredactie beroept zich op het bewaren van haar journalistieke vrijheid en onafhankelijkheid, alsmede op bronbescherming. Trouw heeft nog wel aan ICIJ de vraag voorgelegd of een medewerker van de Belastingdienst inzage zou kunnen krijgen in de bestanden. Daarop is door ICIJ afwijzend gereageerd.

Het was en is absoluut niet mijn bedoeling de journalistieke vrijheid te beperken dan wel de bronbescherming in gevaar te brengen. Dat is toegelicht bij Trouw. De Belastingdienst wenst alleen de beschikking te krijgen over de gegevens om te kunnen beoordelen of sprake is van ongeoorloofde constructies, zodat daartegen kan worden opgetreden. Dat is mijn maatschappelijke verantwoordelijkheid. De journalisten zullen op geen enkele wijze worden gehinderd in hun belangrijke onderzoekswerk.

Ik heb overwogen eventueel gerechtelijke stappen te ondernemen richting Trouw om de gegevens boven water te krijgen en daarover juridisch advies ingewonnen bij de landsadvocaat. Op basis daarvan ben ik vooralsnog niet van plan een dergelijke procedure te starten. Dit zou een te langdurige aangelegenheid worden met een onzekere uitkomst.

Verder heb ik mij uiteraard tot andere landen gewend, zowel bilateraal (o.a. de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk, België, het Verenigd Koninkrijk en Griekenland) als via de Organisatie voor Economische Ontwikkeling en Samenwerking (OESO) en de Europese Unie (EU). Dit om te vernemen in hoeverre zij de beschikking hebben gekregen over bedoelde bestanden en om zo nodig gezamenlijke druk te kunnen uitoefenen richting ICIJ om deze organisatie van standpunt te doen wijzigen. Ik heb hierover zelf nog contact gehad met EU Commissaris Semeta. Gebleken is dat andere landen dezelfde wens hebben, maar evenmin als de Nederlandse Belastingdienst de beschikking hebben kunnen krijgen over bedoelde gegevens. De VS heeft – evenals Nederland – ICIJ rechtsreeks benaderd, doch zonder resultaat.

Naast deze acties wordt door de Belastingdienst zelf constant het internet en sociale media afgezocht om te trachten de informatie / bestanden te kunnen achterhalen. Helaas tot nu toe eveneens zonder positief resultaat. Vanzelfsprekend worden deze onderzoeken onverminderd voortgezet.

Aangezien de Belastingdienst nog niet beschikt over de bestanden van ICIJ/Trouw is het niet mogelijk nadere actie te ondernemen in de richting van mogelijk in de bestanden voorkomende personen en rechtspersonen. Indien concrete namen worden genoemd in de media, kunt u ervan uitgaan dat – indien daarvoor aanleiding bestaat – door de Belastingdienst een check wordt uitgevoerd en zo nodig nadere actie wordt ondernomen. Over de resultaten daarvan wordt – gezien de fiscale geheimhoudingsplicht – niet naar derden gecommuniceerd.

Voorts is de Belastingdienst in overleg met een aantal banken om haar informatiepositie met betrekking tot offshore relaties te kunnen versterken en om te voorkomen dat medewerking wordt verleend aan niet legale constructies.

Uitvoering motie Omtzigt/Harbers

In mijn brief aan uw kamer van 18 oktober 2011 (Kamerstukken II 2010/11, 25 087, nr. 27) ben ik inhoudelijk ingegaan op de motie van de leden Omtzigt en Harbers. In de motie werd de regering verzocht alleen nog Tax Information Exchange Agreements (TIEA’s) te sluiten die een bepaling bevatten op basis waarvan automatische gegevensuitwisseling mogelijk is en uw Kamer te informeren over welke TIEA’s daadwerkelijk tot gegevensuitwisseling hebben geleid. Voor de inhoudelijke reactie op de motie verwijs ik kortheidshalve naar onderdeel 12 van de eerder genoemde Kamerbrief. Zoals in de brief aangegeven, zal rapportage van cijfermatige gegevens over de ervaringen met de overeengekomen informatie-uitwisselingsverdragen worden opgenomen in het beheersverslag van de Belastingdienst. In het beheersverslag 2011, dat vorig jaar met uw Kamer is besproken, is een overzicht opgenomen van alle landen waarmee de Nederlandse Belastingdienst in 2011 fiscale inlichtingen heeft uitgewisseld (inclusief de aantallen), waaronder ook de zogenaamde TIEA-landen. In paragraaf 3.9 van het beheersverslag dat is gewijd aan internationale samenwerking, wordt daarop nader ingegaan. In het vervolg zal deze informatie worden verstrekt in de halfjaarsrapportages van de Belastingdienst. In de komende 12e halfjaarsrapportage wordt wederom een totaaloverzicht opgenomen, maar dan over het jaar 2012.

Verder is mijn inzet binnen de OESO om de normen op te trekken in die zin, dat automatische en spontane fiscale inlichtingenuitwisseling de standaard wordt.

Ik vertrouw erop u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.

Indien er meer informatie beschikbaar is over bedoelde offshore databestanden, zal ik u nader berichten.

De staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Naar boven