Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 november 2022
Op 10 november jl. heeft uw Kamer twee moties aangenomen (Handelingen II 2022/23,
nr. 22, Stemmingen) die zijn ingediend door het lid Ellian (VVD).1 Na de stemming verzocht het lid Ellian om een brief over de wijze waarop de regering
invulling geeft aan de moties. Met deze brief voldoe ik aan dit verzoek.
Ik wil beginnen met het uitspreken van mijn waardering voor de inzet en betrokkenheid
van het lid Ellian bij de aanpak van voortgezet crimineel handelen tijdens detentie.
We willen hetzelfde: een veiliger Nederland. We delen bovendien het gevoel van ernst
en urgentie van maatregelen voor een klein aantal gevaarlijke gedetineerden. Zijn
moties dragen bij aan een gevangenisregime dat nog beter is toegesneden op de dreiging
die van deze groep uitgaat.
Begrenzing aantal advocaten die vertrouwelijk kunnen communiceren
De eerste motie verzoekt de regering om een gedetineerde die in de Extra Beveiligde
Inrichting (EBI) of Afdeling met Intensief Toezicht (AIT) verblijft maximaal twee
advocaten toe te staan die bijstand verlenen terzake straf en daaraan gerelateerde
zaken.
In mijn brief van 26 september jl. informeerde ik uw Kamer over de spoedige aanpassing
van de Penitentiaire beginselenwet (Pbw) met aanvullende maatregelen ter bestrijding
van georganiseerde criminaliteit tijdens detentie.2 Naar aanleiding van deze motie heb ik besloten om bij deze wetswijziging ook het
voorstel op te nemen het aantal rechtsbijstandverleners waarmee deze gedetineerden
vertrouwelijk en geprivilegieerd kunnen communiceren te begrenzen tot maximaal twee.
Dat wil zeggen dat een gedetineerde die is geplaatst in de EBI of een AIT maximaal
twee rechtsbijstandverleners mag aanwijzen met wie hij vertrouwelijk contact heeft.
Onder contact wordt verstaan het bezoeken van de gedetineerde, het bellen met de gedetineerde
en schriftelijke correspondentie.
De begrenzing van de contacten met een rechtsbijstandverlener kunnen helaas niet per
direct worden ingevoerd zoals de motie vraagt, maar vergt zoals aangegeven een wetswijziging.
Aan deze wetswijziging wordt met spoed invulling gegeven. Zoals aangekondigd verwacht
ik dat het wetsvoorstel in het eerste kwartaal van 2023 bij uw Kamer kan worden ingediend.
De frequentie van het aantal contactmomenten tussen de gedetineerden en de twee aangewezen
rechtsbijstandsverleners wordt niet begrensd.
Zoveel mogelijk brieven weigeren tussen gedetineerden
De tweede motie verzoekt de regering om zoveel mogelijk brieven tussen twee specifieke
gedetineerden te weigeren, tenzij evident is dat er geen sprake is of kan zijn van
versluierde communicatie.
Ik kan niet ingaan op individuele casuïstiek. Meer in zijn algemeenheid kan ik zeggen
dat voor gedetineerden in de EBI en op een Terroristenafdeling geldt dat alle in-
en uitgaande berichten intensief worden gecontroleerd.3 Deze berichten worden ieder afzonderlijk gelezen en beoordeeld. Bij signalen vanuit
de politie of het Openbaar Ministerie die aanleiding geven om enigszins te twijfelen
aan de inhoud worden brieven niet uitgereikt dan wel verzonden. Indien er misbruik
van de mogelijkheden om te communiceren wordt vastgesteld, legt de inrichting maatregelen
op, bijvoorbeeld door contact (al dan niet met specifieke personen) tijdelijk te verbieden.
Aan de controle op versluierde boodschappen wordt naar mijn mening daarmee zo maximaal
mogelijk – en in lijn met de motie – invulling gegeven.
Volledigheidshalve merk ik op dat in bovengenoemde wetswijziging een bevoegdheid wordt
gecreëerd op basis waarvan ik specifieke en verdergaande beperkingen kan opleggen
als er aanwijzingen zijn dat een gedetineerde de contacten die hij met de buitenwereld
heeft gebruikt voor ernstig intimiderende of levensbedreigende activiteiten. Denk
hierbij aan het volledig stilleggen van telefooncontacten of het in zijn algemeenheid
verbieden van schriftelijke correspondentie met bepaalde personen.
De Minister voor Rechtsbescherming,
F.M. Weerwind