Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 24587 nr. 701 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2017-2018 | 24587 nr. 701 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 oktober 2017
Hierbij zend ik u ter kennisneming het tussenrapport van de Monitor VIV JJ proeftuinen in het kader van de Verkenning Invulling Vrijheidsbeneming Justitiële Jeugd (VIV JJ)1. In het algemeen overleg van 14 juni 2017 over justitiële jeugd heeft de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie aangegeven uw Kamer dit rapport te sturen2. In dat overleg kwam de vraag aan de orde of er een vervolg op de proeftuinen komt. Het is aan mijn opvolger hoe een eventueel vervolg gaat worden vormgegeven in relatie tot het doel van de proeftuinen.
In november 2015 heeft u het beleidsrapport VIV JJ3 ontvangen met daarin de bouwstenen en uitgangspunten voor een toekomstig duurzaam stelsel van vrijheidsbeneming van jeugdigen uiteengezet. VIV JJ staat voor een beleidsverandertraject waarbij tal van ketenpartners uit zowel het justitieel als zorgdomein betrokken zijn inclusief de gemeenten. In het VIV JJ rapport staat een drietal bouwstenen voor een eventueel toekomstig stelsel benoemd: 1) Screening en diagnostiek en opstellen integraal zorgplan, 2) Kleinschalige voorzieningen/inkoop van bedden voor jeugdigen met een lage zorg- en beveiligingsbehoefte en 3) Landelijke specialistische voorziening voor jeugdigen met een hoge zorg- en beveiligingsbehoefte.
Met betrekking tot de eerste twee bouwstenen zijn in het najaar 2016 zes proeftuinen op 5 locaties van start gegaan. Doel van de proeftuinen is om in een experimentele setting te ontdekken wat werkzame en niet werkzame elementen zijn. Voor een eventuele stelselwijziging zijn de bevindingen uit de proeftuinen mede van belang. Daarnaast moeten ook bestuurlijke, financiële en juridische vraagstukken worden uitgezocht.
Tussenrapportage monitor VIV JJ proeftuinen
De proeftuinen worden door de Academische Werkplaats Risicojeugd (hierna AWRJ) gemonitord. Deze rapportage betreft een tussenrapportage waarbij data tot medio 2017 zijn geanalyseerd. De eindrapportage, aangevuld met bevindingen uit het najaar van 2017, zal op 1 maart 2018 verschijnen.
Uit het tussenrapport maak ik in algemene zin op dat de proeftuinen werkzame elementen bevatten voor een toekomstig stelsel. De proeftuinen hebben in korte tijd een aanvulling gecreëerd op de huidige Justitiële Jeugdinrichtingen (JJI’s). Er zijn echter ook belangrijke aandachtspunten die nader uitgezocht moeten worden voordat eventuele besluitvorming plaats kan vinden. Een voorbeeld hiervan is de grillige instroom en het relatief lage bezettingsgemiddelde versus de gepleegde investeringen. Dit roept de vraag op welke financieringsconstructies in de toekomst mogelijk zijn.
Kleinschalige voorziening (KV)
In het kader van de tweede bouwsteen uit het VIV JJ rapport zijn in de periode september 2016 tot december 2017 een drietal proeftuinen van start gegaan.
Drie KV’s, in Amsterdam, Groningen en Nijmegen hebben invulling gegeven aan het eerste onderdeel van VIV JJ: een detentieplek waar jongeren met een lage beveiligingsbehoefte verblijven met veel aandacht voor zorg en dagbesteding. De AWRJ concludeert dat de instroom bij de KV’s fluctueert en sterk verschilt per regio. De betrokkenheid van de ketenpartners in de regio bij de kleinschalige voorzieningen is hoog. Succesvol zijn de korte communicatielijnen en een betrokken en actieve rol van de gemeente. In elke voorziening wordt met de jongere gewerkt aan het maken van een eigen plan voor de nabije toekomst. Maatwerk en de mogelijkheid zelf mee te praten over de invulling van het plan worden als positief ervaren. In de KV’s ligt de focus op relationele beveiliging. De overgang naar een andere vorm van zorg, naar een vervolginstelling, naar huis of een dagbesteding na verblijf is nog een uitdaging. De gemeente of partners in het sociaal domein rondom de KV zijn hier aan zet.
Screening & Diagnostiek (S&D)
In het kader van de eerste bouwsteen uit het VIV JJ rapport screening en diagnostiek is eind 2016 een drietal proeftuinen van start gegaan. De proeftuinen zijn gestart in Rotterdam, Breda en Groningen. In Groningen is ook de koppeling gemaakt met de KV. In Groningen is een duidelijke meerwaarde ervaren in het betrekken van jongeren en hun ouders in het traject. In Rotterdam is meer gekeken naar S&D tijdens het strafproces, en heeft ook GGz een rol gekregen. Ketenpartners, de jongeren en het netwerk van jongeren zagen de meerwaarde van een breder gedragen advies in het strafproces.
In Breda is voornamelijk gekeken naar het vormgeven van nieuwe processen en gekeken naar hoe de principes van VIV JJ ook in regio’s met een beperkte doelgroep vormgegeven kan worden.
Follow up
Tijdens het algemeen overleg van 14 juni (Kamerstukken 28 741 en 24 587, nr. 34) heeft de staatsecretaris van Veiligheid en Justitie met uw Kamer van gedachten gewisseld over de vraag hoe wordt voorkomen dat kapitaalvernietiging plaatsvindt. Op dat moment waren de proeftuinen net verlengd tot eind 2017.
Een eventueel vervolg in welke vorm dan ook laat ik aan mijn opvolger in het nieuwe kabinet. Gelet op de bevindingen zal ik wel aan mijn opvolger meegeven hierover zo snel als mogelijk duidelijkheid te verschaffen.
De Minister van Veiligheid en Justitie, S.A. Blok
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-24587-701.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.