Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 juli 2014
De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van uw Kamer heeft
mij bij brief van 1 juli 2014 verzocht de vragen die zijn gesteld door de leden van
de fracties van de VVD, de SP, D66, CDA en de PVV over het bericht in De Telegraaf
van 1 juli 2014 dat er nog eens honderden banen extra zullen verdwijnen in het gevangeniswezen,
uiterlijk 2 juli 2014 om 12.00 uur te beantwoorden. Een reactie op de door de fracties
gestelde vragen treft u hierbij aan1.
Bij brief van 30 juni 2014 (Kamerstuk 24 587, nr. 588) heb ik uw Kamer onder meer geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van
het Masterplan DJI, de aanvullende besparingsmaatregelen binnen het gevangeniswezen
en de taakstelling bij de reclassering. In deze brief heb ik aangegeven dat de behoefte
aan celcapaciteit de komende jaren naar verwachting verder zal dalen. De daling van
de behoefte aan celcapaciteit is een gevolg van het succes van het ingezette beleid,
onder meer met betrekking tot het opleggen van voorwaardelijke sancties. Daarnaast
houdt de daling direct verband met de daling van de criminaliteitscijfers. Indien
de dalende trend doorzet, is onontkoombaar dat dit consequenties heeft voor het personeel
van DJI. Momenteel wordt de begroting 2015 voor Veiligheid en Justitie voorbereid.
Daarin worden de definitieve (en meest recente) cijfers in het kader van het Prognosemodel
Justitiële Ketens (PMJ) en de verwerking daarvan voor het gevangeniswezen en de mogelijke
personele gevolgen bekend gemaakt. Dit zal met Prinsjesdag gebeuren.
In mijn eerder genoemde brief heb ik op verzoek van uw Kamer tijdens het Algemeen
Overleg over het gevangeniswezen op 27 maart 2014 (Kamerstuk 24 587, nr. 585) een toelichting gegeven op de zogenaamde «Breukelenmaatregelen». Met deze maatregelen
wordt (extra) financiële problematiek van rond de zestig miljoen euro binnen het gevangeniswezen
opgelost. De maatregelen hebben ook personele gevolgen. Op mijn departement is intern
een voorlopige indicatie gemaakt van het aantal fte dat door de Breukelenmaatregelen
boventallig zou kunnen worden. In de berichtgeving in de media gisterochtend werd
hiervan melding gemaakt.
In deze fase van beleidsvoorbereiding van de begroting 2015 van het Ministerie van
Veiligheid en Justitie is nog niet inzichtelijk wat de totale personele gevolgen zijn
van de verschillende maatregelen die nodig zijn om de aanvullende taakstelling te
halen en de financiële problematiek op te lossen.
Het zou dan ook van «paniekvoetbal» getuigen om dergelijke onvolledige, nog niet uitgekristalliseerde
cijfers naar buiten te brengen. Er is immers sprake van onderling met elkaar verband
houdende maatregelen die elk op zichzelf personele gevolgen met zich mee zouden kunnen
brengen. Het is in deze fase niet mogelijk om het cumulatieve effect van de verschillende
maatregelen aan concrete aantallen fte’s te koppelen.
In de berichtgeving in de media werd het aantal van 700 fte extra boventallig personeel
genoemd. Deze schatting is zeer grof en onvoldoende precies onderbouwd om nu als feit
te presenteren. Bij de presentatie van de begroting 2015 Veiligheid en Justitie op
Prinsjesdag is er pas een totaalbeeld en kan ik de definitieve cijfers in het kader
van het PMJ en de verwerking daarvan voor het gevangeniswezen bekend maken. Uw Kamer
heeft mij onder meer gevraagd waarom ik in mijn brief van 30 juni 2014 de bovengenoemde
aantallen fte’s niet heb genoemd. Ik betreur ten zeerste dat interne documenten die
gebruikt worden bij de beleidsvoorbereiding van de begroting van mijn departement,
beschikbaar zijn voor de media en door hen worden aangehaald. Het gaat immers in dit
stadium nog om grove en niet vaststaande schattingen. Juist omdat ik niet onnodig
onrust wil veroorzaken bij het personeel van DJI, dat immers al te maken heeft met
de nodige veranderingen, is het publiceren van dergelijke cijfers pas verantwoord
als zij volledig onderbouwd en definitief zijn en als het totaalbeeld bekend is. Het
is goed gebruik uw Kamer met de begroting Veiligheid en Justitie op Prinsjesdag over
dit soort onderwerpen te informeren.
In de bijlage treft u de antwoorden op de gestelde vragen door uw Kamer per fractie
aan.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven