24 587 Justitiële Inrichtingen

Nr. 593 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VEILIGHEID EN JUSTTIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juli 2014

De griffier van de vaste commissie voor Veiligheid en Justitie van uw Kamer heeft mij bij brief van 1 juli 2014 verzocht de vragen die zijn gesteld door de leden van de fracties van de VVD, de SP, D66, CDA en de PVV over het bericht in De Telegraaf van 1 juli 2014 dat er nog eens honderden banen extra zullen verdwijnen in het gevangeniswezen, uiterlijk 2 juli 2014 om 12.00 uur te beantwoorden. Een reactie op de door de fracties gestelde vragen treft u hierbij aan1.

Bij brief van 30 juni 2014 (Kamerstuk 24 587, nr. 588) heb ik uw Kamer onder meer geïnformeerd over de voortgang van de implementatie van het Masterplan DJI, de aanvullende besparingsmaatregelen binnen het gevangeniswezen en de taakstelling bij de reclassering. In deze brief heb ik aangegeven dat de behoefte aan celcapaciteit de komende jaren naar verwachting verder zal dalen. De daling van de behoefte aan celcapaciteit is een gevolg van het succes van het ingezette beleid, onder meer met betrekking tot het opleggen van voorwaardelijke sancties. Daarnaast houdt de daling direct verband met de daling van de criminaliteitscijfers. Indien de dalende trend doorzet, is onontkoombaar dat dit consequenties heeft voor het personeel van DJI. Momenteel wordt de begroting 2015 voor Veiligheid en Justitie voorbereid. Daarin worden de definitieve (en meest recente) cijfers in het kader van het Prognosemodel Justitiële Ketens (PMJ) en de verwerking daarvan voor het gevangeniswezen en de mogelijke personele gevolgen bekend gemaakt. Dit zal met Prinsjesdag gebeuren.

In mijn eerder genoemde brief heb ik op verzoek van uw Kamer tijdens het Algemeen Overleg over het gevangeniswezen op 27 maart 2014 (Kamerstuk 24 587, nr. 585) een toelichting gegeven op de zogenaamde «Breukelenmaatregelen». Met deze maatregelen wordt (extra) financiële problematiek van rond de zestig miljoen euro binnen het gevangeniswezen opgelost. De maatregelen hebben ook personele gevolgen. Op mijn departement is intern een voorlopige indicatie gemaakt van het aantal fte dat door de Breukelenmaatregelen boventallig zou kunnen worden. In de berichtgeving in de media gisterochtend werd hiervan melding gemaakt.

In deze fase van beleidsvoorbereiding van de begroting 2015 van het Ministerie van Veiligheid en Justitie is nog niet inzichtelijk wat de totale personele gevolgen zijn van de verschillende maatregelen die nodig zijn om de aanvullende taakstelling te halen en de financiële problematiek op te lossen.

Het zou dan ook van «paniekvoetbal» getuigen om dergelijke onvolledige, nog niet uitgekristalliseerde cijfers naar buiten te brengen. Er is immers sprake van onderling met elkaar verband houdende maatregelen die elk op zichzelf personele gevolgen met zich mee zouden kunnen brengen. Het is in deze fase niet mogelijk om het cumulatieve effect van de verschillende maatregelen aan concrete aantallen fte’s te koppelen.

In de berichtgeving in de media werd het aantal van 700 fte extra boventallig personeel genoemd. Deze schatting is zeer grof en onvoldoende precies onderbouwd om nu als feit te presenteren. Bij de presentatie van de begroting 2015 Veiligheid en Justitie op Prinsjesdag is er pas een totaalbeeld en kan ik de definitieve cijfers in het kader van het PMJ en de verwerking daarvan voor het gevangeniswezen bekend maken. Uw Kamer heeft mij onder meer gevraagd waarom ik in mijn brief van 30 juni 2014 de bovengenoemde aantallen fte’s niet heb genoemd. Ik betreur ten zeerste dat interne documenten die gebruikt worden bij de beleidsvoorbereiding van de begroting van mijn departement, beschikbaar zijn voor de media en door hen worden aangehaald. Het gaat immers in dit stadium nog om grove en niet vaststaande schattingen. Juist omdat ik niet onnodig onrust wil veroorzaken bij het personeel van DJI, dat immers al te maken heeft met de nodige veranderingen, is het publiceren van dergelijke cijfers pas verantwoord als zij volledig onderbouwd en definitief zijn en als het totaalbeeld bekend is. Het is goed gebruik uw Kamer met de begroting Veiligheid en Justitie op Prinsjesdag over dit soort onderwerpen te informeren.

In de bijlage treft u de antwoorden op de gestelde vragen door uw Kamer per fractie aan.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven