Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 8 mei 2014
Hierbij stuur ik u ter informatie het rapport: Justitiële Jeugdinrichtingen 2013, een onderzoek naar het leef-, leer- en werkklimaat
van justitiële jeugdinrichtingen
1.
Het betreft de resultaten van het onderzoek in alle justitiële jeugdinrichtingen (JJI’s)
in 2013 naar het leef-, leer- en werkklimaat. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door
de Hogeschool Leiden, de Universiteit van Amsterdam en de Windesheim Hogeschool. Op
14 april jl. is hier aandacht aan besteed via een persbericht vanuit de onderzoekers
waarin zij hun positieve bevindingen hebben gepresenteerd.
In 2013 heeft de sector Justitiële Inrichtingen van de Dienst Justitiële Inrichtingen
samen met de JJI’s afgesproken dat alle JJI’s deelnemen aan het leefklimaatonderzoek.
Het leefklimaat is een belangrijke graadmeter voor de kwaliteit van behandeling en
dienstverlening van de JJI’s. Uit onderzoek blijkt dat het leefklimaat een belangrijk
onderdeel is van de behandeling die tot doel heeft recidive te voorkomen en een succesvolle
terugkeer naar de maatschappij mogelijk te maken. Het leefklimaat wordt gevormd door
de mate van repressie, mogelijkheden voor groei en ontwikkeling, het perspectief en
mate van ondersteuning van jeugdigen. De medewerker, en vooral de interactie tussen
de medewerker en de jeugdige, is hier van groot belang.
Het bijgevoegde rapport is de overall rapportage waarin rode draden van het onderzoek
over alle JJI’s gezien worden weergegeven. De bevindingen uit het onderzoek zijn positief.
De JJI’s presteren op het leefklimaat gemiddeld iets beter dan de normgroep. De normgroep
is opgebouwd uit metingen uit voorgaande jaren uit enkele JJI’s, gesloten en open
jeugdzorg.
Naar het leer- en werkklimaat is aanvullend onderzoek gedaan waar (nog) niet alle
JJI’s in hebben geparticipeerd. Het leerklimaat bestaat uit dezelfde schalen als het
leefklimaat, maar zijn gemeten in de onderwijsgroep. Ook het leerklimaat wordt iets
beter beoordeeld dan bij de normgroep. Voornamelijk de sfeer wordt positiever beoordeeld
dan in vergelijking met de normgroep.
Het onderzoek is opgestart vanuit behoefte om het leefklimaat in beeld te brengen
om het te kunnen verbeteren. Ondanks de relatief positieve resultaten, zal dus nog
steeds geïnvesteerd worden in verbeteringen door deskundigheidsbevordering, ondersteuning
en coaching van medewerkers. Daarnaast is een opvallende bevinding gedaan in het onderzoek, namelijk het
verschil in ervaren leefklimaat tussen kort- en langverblijfgroepen. Oorzaken voor
dit verschil zullen verder onderzocht worden om ook hier het leefklimaat te kunnen
verbeteren. De inrichtingen krijgen terugkoppeling op inrichtings- en afdelingsniveau,
waarbij directe handvatten worden gegeven voor verbetering.
De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,
F. Teeven