nr. 82
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2008
Op 30 maart 2007 heeft Nederland in New York het Verdrag inzake de
rechten van personen met een handicap ondertekend. Het kabinet heeft u daarover
per brief geïnformeerd1. Inmiddels is dit
verdrag door 125 landen ondertekend en hebben 16 landen geratificeerd.
Bij verschillende gelegenheden (laatstelijk bij het AO Gehandicaptenzorg
van de vaste commissie voor VWS van 12 december 2007) heeft uw Kamer
geïnformeerd naar de voortgang van het proces dat moet leiden tot een
besluit over ratificatie van dit verdrag. Het is mijn streven in deze kabinetsperiode
het hele ratificatieproces af te ronden, inclusief parlementaire behandeling.
Het voorbereidende proces vindt grotendeels achter de schermen plaats, daarom
is het goed u te informeren over de stappen die zijn en worden gezet.
Met het besluit om het Verdrag te ondertekenen heeft de Rijksministerraad
aangegeven de doelstelling en inhoud van het Verdrag belangrijk te vinden.
De ondertekening is een intentieverklaring om over te gaan tot ratificatie
van het Verdrag waarmee het in de Nederlandse wetgeving wordt geïncorporeerd.
De tekst van het Verdrag is vertaald in het Nederlands en gepubliceerd
in het Tractatenblad2; ook staat deze op de website
van VWS3. Ik heb dezeinformatie eveneens als bijlage
bij deze brief gevoegd4. Hiermee is een belangrijk
basisdocument beschikbaar.
Op dit moment wordt een analyse gemaakt van de consequenties van het Verdrag
voor de Nederlandse wetten en regelingen. De uitkomst van deze analyse zal
gebruikt worden ten behoeve van de Memorie van toelichting op de op te stellen
Goedkeuringswet en vormt de basis voor de Invoeringswet. Ik streef ernaar
u in 2009 de voorstellen van wet toe kunnen zenden.
Voorafgaand aan de ratificatie heeft het Verdrag al invloed op de Nederlandse
praktijk omdat ondertekening verwachtingen in de samenleving oproept. Nieuw
beleid zal daarom zoveel mogelijk rekening moeten houden met de intenties
van het Verdrag. Hiertoe heb ik een handreiking, gericht op beleidsmedewerkers
van de departementen, thans in ontwikkeling. Als deze gereed is, zal ik deze
aan u toe zenden.
De VN heeft zelf een «Handbook for Parliamentarians» opgesteld.
Dit handboek is er op gericht leden van de parlementen te informeren over
de inhoud van het Verdrag en handvatten te bieden om te beoordelen in hoeverre
beleidsmaatregelen in lijn zijn met het Verdrag1.
Ik heb het voornemen u rond de zomer van dit jaar een brief te sturen
over mijn beleid ter verbetering van de positie van mensen met een beperking.
In die brief zal ik u informeren over de stand van zaken op dat moment van
de voorbereiding van de ratificatie van het Verdrag.
De staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
M. Bussemaker
XNoot
1Kamerstukken II 2006–2007, 30 800 V, nr. 81.
XNoot
2Tractatenblad van het Koninkrijk der Nederlanden, jaargang 2007, nr. 169.
XNoot
3www.minvws.nl/images/vn-verdrag-inzake-de-rechten-van-personen-met-een-handicap_tcm19-160429.pdf
XNoot
4Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.
XNoot
1www.un.org/disabilities/default.asp?id=212.