Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 10 juli 2020
Met deze brief bied ik u het eerste deel van het onderzoek «Toegankelijkheid van culturele
instellingen voor mensen met een beperking» aan (fase 1)1. Het onderzoek geeft uitvoering aan de motie van de leden Ellemeet en Asscher waarin
zij de regering verzochten te onderzoeken hoe het gesteld is met de toegankelijkheid
van cultuurinstellingen en wat mogelijke belemmeringen zijn voor mensen met een beperking.2
Fase 1 van het onderzoek betreft een inventarisatie van relevante literatuur. Het
geeft inzicht in mogelijke belemmeringen voor mensen met een beperking bij een bezoek
aan een culturele instelling of bij het beoefenen van cultuur. Dit varieert van incomplete
of ontoegankelijke informatie op een website tot niet goed verstaanbare keuzemenu’s
bij telefonisch contact in de oriëntatiefase. Ook de vormgeving van een parkeerplaats
of de ingang van een culturele instelling kan een drempel vormen. Daarnaast is de
inrichting van een culturele instelling niet altijd toegankelijk vormgegeven. Voorbeelden
omvatten moeilijk vindbare toiletten, gebrek aan ondertiteling, het ontbreken van
voelreplica’s of de afwezigheid van goede akoestiek. Verder komt uit het onderzoek
naar voren dat het contact met medewerkers van culturele instellingen een mogelijke
belemmering kan zijn. Zo zijn medewerkers van culturele instellingen soms niet op
de hoogte van de aanwezige voorzieningen of zich niet bewust van de behoeften van
mensen met een beperking.
Goede praktijkvoorbeelden die de onderzoekers in de literatuur hebben gevonden zijn
onder andere te vinden in het Van Abbemusem, Tropenmuseum Amsterdam, Van Gogh museum,
Kiem Theater en Misiconi dance company. Ook de rondleiding door de Tweede Kamer door
de Stichting Geluid in Zicht wordt genoemd in het rapport. Om de toegankelijkheid
bij culturele instellingen te bevorderen, kunnen ondersteunende organisaties zoals
Wat telt! en Studio I een rol spelen.
Afronding van fase 2 van het onderzoek, waarin de ervaringen van zowel mensen met
een beperking als van culturele instellingen worden onderzocht door middel van interviews
en klantreizen, staat gepland voor eind september 2020. Een rapportage van deze tweede
fase van het onderzoek zal ik u samen met een beleidsreactie toesturen zodra deze
gereed zijn.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven