Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 2 oktober 2018
Op 4 juli 2018 verzocht de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat mij voor
het AO telecom van 17 oktober a.s. een brief aan uw Kamer doen toekomen over de stand
van zaken, met betrekking tot de openstelling van het netwerk van Vodafone voor andere
aanbieders. Dit verzoek heeft betrekking op het marktanalysebesluit toegang tot vaste
telecomnetwerken (WFA) welke door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) op 28 september1 is gepubliceerd en in werking treedt op 1 oktober 2018. De ACM heeft dit besluit
genomen op basis van het huidige Europese telecomkader zoals verankerd in de Telecommunicatiewet.
Voor mijn inzet bij het nieuwe Europese telecomkader waardoor extra instrumenten beschikbaar
komen voor symmetrische toegangsregulering verwijs ik naar mijn brief van 29 juni
20182.
Allereerst is van belang om aan te geven dat het huidige Europese telecomkader uitgaat
van het opleggen van toegangsregulering nadat aanmerkelijke marktmacht (AMM) is aangetoond.
In het verleden zijn op basis van dit kader verplichtingen opgelegd aan KPN. KPN werd
zo verplicht om haar netwerk open te stellen voor concurrerende dienstenaanbieders.
In de nieuwe marktanalyse heeft de ACM vastgesteld dat concurrerende aanbieders door
technische ontwikkelingen op een andere wijze toegang bij KPN zijn gaan afnemen en
dat het kabelnetwerk van VodafoneZiggo daardoor een alternatief is geworden voor de
netwerken van KPN. Dit betekent dat er niet één grote netwerkpartij is zoals in eerdere
marktanalyses, maar twee en dat deze twee partijen, gegeven de vergelijkbare positie
op de markt, gezamenlijk dominant zijn (AMM hebben). Deze analyse is vernieuwend aangezien
op basis van het huidige telecomkader in het verleden steeds één dominante partij
is aanwezen.
Op basis van haar analyse concludeert de ACM vervolgens dat het noodzakelijk is om
op beide partijen, zowel KPN als VodafoneZiggo, verplichtingen op te leggen om effectieve
concurrentie te bewerkstelligen. Hierbij worden de verplichtingen die nu gelden voor
KPN wat verlicht en krijgt VodafoneZiggo de verplichting om bij een concreet verzoek
toegang te leveren aan toetreders. Op die manier gelden voor beide partijen vergelijkbare
verplichtingen.
Ik verwelkom de analyse van de ACM, aangezien er slechts twee nationale partijen met
een eigen vast netwerk zijn die diensten aanbieden aan consumenten en bedrijven en
het wenselijk is dat ook andere spelers zonder eigen vast netwerk met deze twee kunnen
concurreren. Mocht gereguleerde toegang op de telecommunicatiemarkt wegvallen, dan
kan een niet-concurrerend duopolie van KPN en VodafoneZiggo ontstaan. Daarin kunnen
beide partijen een afwachtende houding aannemen in plaats van actief te concurreren
op prijs en kwaliteit.
Om tot dit definitieve besluit te komen heeft de ACM zowel een consultatie onder marktpartijen
gehouden als de vereiste toestemming van de Europese Commissie gekregen. Indien marktpartijen,
zoals ook bij eerdere marktanalysebesluiten is gebeurd, tegen dit besluit in beroep
zullen gaan, is het vervolgens aan het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb)
om over het besluit te oordelen.
De Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat,
M.C.G. Keijzer