Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 12 december 2014
Naar aanleiding van mijn toezeggingen tijdens het Algemeen Overleg Telecommunicatie
voor 12 november 2014 informeer ik uw Kamer hierbij over de planning en de mogelijke
inwerkingtreding van het voorstel van wet houdende diverse wijzigingen van de Telecommunicatiewet
(Verzamelwet Telecommunicatiewet), en over de verruiming van de bestemming 18xy in het Nummerplan.
Op 12 december 2014 heeft de ministerraad ingestemd met de adviesaanvraag over het
wetsvoorstel aan de Afdeling advisering van de Raad van State. Deze aanvraag is inmiddels
door mij ingediend. Na ontvangst en verwerking van het advies van de Raad van State,
naar verwachting in het voorjaar van 2015, zal ik het wetsvoorstel ter behandeling
aan uw Kamer voorleggen. Ik streef er naar het wetsvoorstel zo spoedig mogelijk in
werking te laten treden.
Gelet op de gemiddelde doorlooptijd van een wetsvoorstel en het feit dat dit een verzamelwetsvoorstel
betreft, acht ik inwerkingtreding uiterlijk mogelijk per 1 juli 2016.
Mijn toezegging over de planning van deze Verzamelwet is gedaan in het kader van vragen
van het lid De Liefde over een door hem ingediende motie (Kamerstuk 24 095, nr. 363). Deze motie verzoekt de regering de overstapmogelijkheden voor kleine ondernemers
gelijk te trekken met die van consumenten. Met de voorgenomen wijziging van artikel 7.2a
van de Telecommunicatiewet, waardoor kleinzakelijke abonnees een stilzwijgend verlengd
contract maandelijks kosteloos kunnen opzeggen, zal een overgangstermijn van drie
maanden worden gehanteerd, zodat de telecomaanbieders in de gelegenheid worden gesteld
hun contracten aan te passen aan de definitief gepubliceerde regels. Na de overgangstermijn
gelden deze regels voor zowel bestaande als nieuw af te sluiten zakelijke contracten.
Voor de volledigheid vermeld ik dat het wetsvoorstel diverse inhoudelijke wijzigingen
van de Telecommunicatiewet bevat, die strekken tot versterking van de samenhang en
van het bestaande beleid op het terrein van elektronische communicatie, en ten behoeve
van een juiste en effectieve toepassing van deze wet. De voornaamste wijzigingen dienen
ter uitvoering van moties van leden van uw Kamer of betreffen toezeggingen van ondergetekende
aan uw Kamer en aan de Eerste Kamer der Staten-Generaal. Naast de hierboven reeds
vermelde motie De Liefde, betreft het, kort samengevat, de volgende moties en toezeggingen:
-
− de motie Van Dam/Braakhuis (Kamerstuk 24 095, nr. 299) om een onderbreking van openbare elektronische communicatiediensten te compenseren;
-
− de motie De Liefde/Vos (Kamerstuk 24 095, nr. 370) over de uitfasering van de wettelijke verplichting voor een papieren telefoongids.
Met dit wetsvoorstel wordt het mogelijk de universele dienstverplichting te beperken
tot een gids in gedrukte of in elektronische vorm;
-
− de toezegging van de Minister van Economische Zaken om, naar aanleiding van een tweetal
branden in hoge zendmasten, via wettelijke maatregelen extra zekerheid te bieden voor
de continuïteit van de omroepdistributie (Kamerstuk 24 095, nr. 325);
-
− de toezegging van de Minister van Economische Zaken om bij de eerstvolgende gelegenheid
de beslistermijn voor burgemeester en wethouders bij graafwerkzaamheden aan te passen
(Kamerstuk 32 549, G).
Wat betreft mijn toezegging over een mogelijke verruiming van de bestemming van de
nummerreeks 18xy in het Nummerplan, naar aanleiding van een vraag van het lid De Liefde
ingevolge het verzoek van marktpartij 1850 B.V., kan ik u berichten dat ik een voorstel
hiertoe in de markt zal consulteren. Het lid De Liefde heeft tevens gevraagd of gedoogd
kan worden dat marktpartijen gedurende de voorbereiding van de betreffende wijziging
van het Nummerplan reeds dergelijke diensten aanbieden. Dit valt niet onder mijn bevoegdheid.
Ik wijs erop dat de Autoriteit Consument en Markt als onafhankelijk toezichthouder
toeziet op de naleving van nummerplannen.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp