24 095 Frequentiebeleid

Nr. 376 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 december 2014

Tijdens het Algemeen Overleg Telecommunicatie op woensdag 12 november 2014 is gesproken over mijn brief van 6 november 2014 die onder andere ingaat op de toekomst van omroep via de ether.1 Met betrekking tot dat onderwerp wil ik graag een nadere toelichting geven.

Daarnaast heb ik tijdens het Algemeen Overleg toegezegd u nader te informeren over het toesturen van een rapport over de reële breedbanddekking in Nederland en de rol van 4G hierin. Op dit punt kom ik aan het eind van deze brief terug.

Toekomst omroep via de ether

In het kader van het verlengings- en digitaliseringsbeleid voor de Nederlandse etherradio zoals dat vanaf 2011 is ingezet, is het overgrote deel van de (in 2003 verleende) vergunningen voor analoge (FM/AM) commerciële radioomroep verlengd voor een periode van zes jaar. Deze verlenging heeft plaatsgevonden onder de voorwaarde dat de commerciële radiopartijen zullen investeren in digitale etherradio (DAB+). Hiertoe zijn ook vergunningen voor digitale radioomroep aan deze partijen verleend. De vergunningen voor analoge en digitale radio zijn aan elkaar gekoppeld met de verplichting om de bestaande radioprogramma’s tegelijkertijd (simultaan) analoog en digitaal uit te zenden. Het doel van deze koppeling was om de transitie van analoge naar digitale etherradio te bevorderen.

De (gekoppelde) vergunningen voor analoge en digitale radio lopen af op 31 augustus 2017. Voor de bedrijfsvoering van de vergunninghouders is het van belang dat zij tijdig weten hoe de toekomst van de commerciële radiovergunningen er uit zal zien. Mede daarom heb ik in mijn brief van 6 november 2014 aangegeven dat ik ruim voor het aflopen van die vergunningen – medio 2015 derhalve – duidelijkheid wil bieden aan de markt over de voor commerciële radio beschikbare frequentieruimte en de vergunningen hiervoor.

Zoals ik heb aangegeven tijdens het Algemeen Overleg van 12 november 2014, is mijn uitgangspunt om vergunningen voor (schaarse) radiofrequenties te veilen. Er kunnen zich echter omstandigheden voordoen die aanleiding geven om van dit uitgangspunt af te wijken.2 In 2009 was dit het geval, maar voor de vergunningsperiode vanaf 1 september 2017 zal ik dit opnieuw bezien. Op dit moment worden gesprekken gevoerd met diverse partijen om hun standpunt hierover te vernemen.

Tijdens het Algemeen Overleg van 12 november 2014 is ook gesproken over de kamerbrief van 23 juni 2009 waarin het verlengings- en digitaliseringsbeleid is beschreven.3 In deze brief wordt ingegaan op het mogelijke beleid voor na 2017:

«Als in 2016 (een jaar voordat de verlenging van zes jaar afloopt) bij de dan geplande evaluatie blijkt dat TDAB zoveel succes heeft dat het op relatief korte termijn de distributie via de analoge FM kan vervangen, wordt een afschakelmoment van de analoge FM vastgesteld. Belangrijke indicator voor dit succes is het percentage huishoudens dat over een TDAB-ontvanger beschikt en daarmee toegang heeft tot TDAB. Als dit in meer dan 50% van de huishoudens het geval is, ligt het in de rede om de analoge FM op termijn af te schakelen. Daarbij wordt uiteraard aangesloten bij de ontwikkelingen in de rest van Europa. Het definitieve afschakelmoment ligt dan maximaal zes jaar na afloop van de eerste verlengingsperiode. De vergunninghouders krijgen in dat geval de gelegenheid hun vergunning nogmaals te laten verlengen tot het moment van afschakelen. Indien geen afschakelmoment wordt bepaald, vindt een nieuwe verdeling plaats voor de periode vanaf 2017.»

Het eventueel verlengen van de vergunningen na 2017 wordt in deze brief nadrukkelijk verbonden aan het afschakelen van de FM. Van een toezegging in algemene zin om de vergunningen te verlengen is dan ook geen sprake.

Het afschakelen van de FM is in het bijzonder afhankelijk van het percentage huishoudens dat beschikt over een DAB+ radio. Gelet op het streven om medio 2015 duidelijkheid te verschaffen over de heruitgifte van de commerciële radiovergunningen en gezien de hierboven aangehaalde passage uit de brief van 2009, is het van belang om eerder dan in 2016 te weten hoe de ontwikkeling van digitale radio in Nederland verloopt. Daarom zal ik, samen met de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in de komende maanden bezien in hoeverre het realistisch is dat in 2016 aan de voorwaarden voor het afschakelen van de FM voldaan kan worden en wat dit betekent voor de verdere digitalisering van de ether.

Zoals ook toegezegd tijdens het Algemeen Overleg van 12 november, zal ik uw Kamer medio 2015 nader informeren.

Breedband buitengebied

Uw Kamer heeft mij tijdens het Algemeen Overleg van 12 november 2014 gevraagd of ik voor het kerstreces de resultaten van een lopend onderzoek naar de reële breedbanddekking in Nederland naar de Kamer kan sturen. Het betreft een extern uitgezet onderzoek naar wat mobiele dekking door middel van 4G kan betekenen in gebieden zonder snel internet. Hierbij wordt de bruikbaarheid voor diverse toepassingen meegenomen. Naast een theoretisch onderzoek worden ook enkele praktijkmetingen verricht door het Agentschap Telecom.

Het onderzoeksrapport is niet voor het kerstreces gereed. In februari 2015 zal ik het rapport, vergezeld van een brief over het beleid ten aanzien van breedband in de buitengebieden, aan uw Kamer toesturen.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Kamerstuk 24 095, nr. 374.

X Noot
2

Zie artikel 18, tweede lid van het Frequentiebesluit 2013.

X Noot
3

Kamerstuk 24 095, nr. 241.

Naar boven