24 077 Drugbeleid

Nr. 361 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VEILIGHEID EN JUSTITIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2016

In opdracht van onderzoeksprogramma Politie en Wetenschap onderzochten onderzoekers van het Bonger Instituut voor Criminologie (Universiteit van Amsterdam) het gebruik van GHB (gamma-hydroxyboterzuur) op het platteland in relatie tot de taken van de politie. Met deze brief bied ik u het rapport van dit onderzoek, getiteld: «Politie en GHB-problematiek op het platteland», aan1.

De politie wordt geconfronteerd met problemen op het terrein van gezondheid, noodhulp, openbare orde en criminaliteit die zijn te relateren aan het gebruik van GHB. Dit komt met name voor in de perifere gebieden in het Noorden, Oosten en Zuiden van het land. Het doel van het onderzoek is om de kennis van en het inzicht in de aard en de achtergronden van deze problematiek te vergroten.

De Nationale Drug Monitor (jaarbericht 2015)(bijlage bij Kamerstuk 24 077, nr. 358) laat zien dat in 2014 1,5% van de bevolking van 15 tot en met 64 jaar ooit GHB heeft gebruikt. Recent (in het afgelopen jaar) had 0,4% GHB gebruikt en actueel (in de afgelopen maand) had 0,1% GHB gebruikt. Omgerekend naar absolute aantallen hebben circa 170.000 mensen ervaring met GHB. Het aantal recente GHB gebruikers (in het afgelopen jaar) is circa 50.000; het aantal actuele GHB gebruikers (in de afgelopen maand) is naar schatting 10.000. Gezien de beperkte omvang van GHB- gebruik in de bevolking, is het aantal incidenten met GHB hoog.

De onderzoekers signaleren een toename van GHB-gebruik op het platteland. In het algemeen ligt het gebruik op het Nederlandse platteland nog steeds lager dan in stedelijke gebieden, maar de verschillen zijn wel kleiner geworden. De toename van GHB-gebruik op het Nederlands platteland lijkt mede verband te houden met het feit dat GHB eenvoudig te maken, relatief goedkoop en daardoor gemakkelijk beschikbaar is. Het onderzoek naar GHB-gebruik op het platteland is gedaan in Heerenveen, Twenterand, Heerhugowaard en Rucphen. Deze vier locaties kwamen het meest voor in politierapportages over GHB. Hier blijkt een vruchtbare voedingsbodem voor GHB-verslaving door de hoge werkeloosheid, een laag opleidingsniveau van de bevolking, ontmoetingsplekken voor jongeren met weinig toezicht en geringere beschikbaarheid verslavingszorg. Tenslotte zijn in een verdiepingsslag twee locaties – Heerenveen en Twenterand – onder de loep gelegd. De gekozen onderzoeksmethodiek resulteert in een uitgebreide en gedegen studie van het onderzochte fenomeen.

De onderzoekers constateren dat de aan GHB gerelateerde problemen waarmee de politie te maken krijgt voornamelijk gaan over gezondheidsproblemen en/of openbare orde en veiligheid. De politie wordt geconfronteerd met agressief en verward, onvoorspelbaar gedrag van GHB-gebruikers, verloedering, overlast en rijden onder invloed van GHB. Sommige gebruikers dealen om het eigen gebruik te bekostigen en er is sprake van vermogenscriminaliteit, zoals winkeldiefstal, inbraak en het stelen van fietsen en brommers. Overdosering (coma) is eerder regel dan uitzondering en vindt vooral plaats binnenshuis, maar ook wel in de openbare ruimte en in het verkeer.

Gevolgen voor de politiepraktijk

De GHB problematiek op het platteland vergt van de politie verhoudingsgewijs veel capaciteit. Veel van het dagelijkse politiewerk met GHB-gebruikers komt op het bordje van wijk- en jeugdagenten. De aanpak vraagt van de individuele politieambtenaar specifieke kennis en vaardigheden in de omgang met GHB-gebruikers. Politieambtenaren moeten kunnen omgaan met snelle stemmingswisselingen en agressief gedrag, moeten weten dat zij geen risico’s moeten nemen, wanneer zij medische hulp moeten inschakelen en moeten weten dat een GHB-verslaving gepaard gaat met forse ontwenningsverschijnselen. Zo zijn er speciale voorzieningen nodig voor arrestanten die GHB verslaafd zijn, omdat zij niet vervoerd mogen worden. In verband met de gezondheidsrisico’s wordt standaard de forensische arts of de GGD ingeschakeld.

De aanpak van de GHB-problematiek op het platteland vraagt om een integrale benadering. De praktijk laat zien dat met intensiever overleg en in samenwerking met andere partijen – o.a. verslavingszorg, gemeente – gemakkelijker informatie wordt gedeeld en dat er dan sneller besluiten over een gemeenschappelijke benadering worden genomen. In gezamenlijkheid moet worden bekeken welk instrumentarium (bestuurlijk en/of strafrechtelijk) in het specifieke geval het meest effectief kan worden ingezet. De onderzoekers signaleren dat verslaafde personen soms verward gedrag vertonen. Door de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en Veiligheid en Justitie en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is in september 2015 het aanjaagteam Verwarde personen onder leiding van de burgemeester van Alphen aan den Rijn, mevrouw Liesbeth Spies aangesteld (Kamerstuk 25 424, nr. 285). Dit aanjaagteam heeft als opdracht meegekregen te zorgen voor een sluitende aanpak van zorg en ondersteuning van mensen die verward gedrag vertonen. De domeinen van gemeenten, opvang, (verslavings)zorg, wonen, werk, politie en justitie worden met het oog daarop meer met elkaar verbonden.

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven