23 987 Lidmaatschap van de Europese Unie

Nr. 186 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2017

Graag bied ik u hierbij de reactie aan op het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken van 23 juni 2017 inzake stand van zaken met betrekking tot toegang tot Delegates Portal à 27.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

Informatievoorziening onderhandelingen uittredingsproces Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie (EU).

In het afgelopen jaar is op verschillende momenten met uw Kamer gesproken over de wijze waarop uw Kamer geïnformeerd kan worden over het onderhandelingsproces over het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie. De kaders voor de informatievoorziening zijn uw Kamer op 31 maart toegegaan (Kamerstuk 23 987, nr. 173), waarbij het kabinet aangegeven heeft dat het uw Kamer optimaal zal betrekken bij het onderhandelingsproces, zodat uw Kamer haar controlerende rol naar behoren kan uitoefenen. Uitgangspunt is dat het Nederlandse parlement over dezelfde informatiepositie moet kunnen beschikken als het Europees Parlement.

Nederland heeft zich er voor ingezet dat in het onderhandelingsproces sprake is van maximale transparantie, en voor een goede informatievoorziening door het EU-onderhandelingsteam richting de Raad, teneinde uw Kamer adequaat te kunnen informeren gedurende de onderhandelingen. De specifieke afspraken over de transparantie van het onderhandelingsproces zijn op 17 mei 2017 vastgelegd in de Raad (Doc nr XT 21023/17)1. Voor uw Kamer zijn in het bijzonder de sites van de Commissie2 en de Raad3 van belang waarop openbare documenten worden gepubliceerd; o.a. de position papers die op deelonderwerpen de gedetailleerde onderhandelingsrichtsnoeren nader uitwerken, zijn op de site van de Commissie geplaatst.

Het kabinet is voornemens de informatievoorziening aan uw Kamer in het kader van de Brexit onderhandelingen op de volgende wijze vorm te geven: 1) via de gebruikelijke voorbereiding op Raden en Europese Raden; 2) via openbare of, indien de gevoeligheid van de te bespreken materie dit vereist, besloten politieke en technische briefings; 3) door het gebruik van leeskamers, zoals nu ook al geldt, voort te zetten, ook indien er gebruik wordt gemaakt van RESTREINT-documenten.

Zoals weergegeven in antwoord op uw inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda voor de Raad Algemene Zaken (artikel 50) op 22 mei jl. (zie ook Kamerstuk 21 501-02, nr. 1749), is het niet mogelijk gebleken uw Kamer toegang te geven tot de EU-27 database. Gezien de vertrouwelijkheid van het onderhandelingsproces is de toegang tot het systeem uit veiligheidsoverwegingen door het Raadssecretariaat voor slechts enkele personen opengesteld.

Het kabinet streeft er naar binnen de bestaande EU-kaders ten aanzien van de omgang met vertrouwelijke EU-informatie aan de wensen van uw Kamer tegemoet te komen, zodat uw Kamer haar taak optimaal kan uitoefenen. De basis hiervoor vormt artikel 68 van de Grondwet waarin het parlementair informatierecht is vastgelegd. Overigens is uw Kamer steeds via ter vertrouwelijke inzagelegging op de hoogte gehouden van de inhoud van vertrouwelijke stukken die in het onderhandelingsproces over het uittreden van het Verenigd Koninkrijk uit de EU worden gecirculeerd binnen Coreper, in de Raad en in de Europese Raad.

De bestaande EU-kaders ten aanzien van de omgang met vertrouwelijke EU-informatie zijn reeds uiteengezet in de bijlage bij de brief over de optimalisering van de informatiepositie van de Kamer op het gebied van EU-besluitvorming van 23 december 2016 (Kamerstuk 22 112, nr. 2274). Het juridisch kader waar ook het beginsel van loyale samenwerking deel van uitmaakt, vereist dat zolang een document niet officieel openbaar is gemaakt, lidstaten het document vertrouwelijk behandelen. Elke lidstaat informeert zijn parlement binnen de eigen constitutionele arrangementen en in lijn met de EU-regelgeving inzake openbaarheid van documenten. Dit geldt ook voor Nederland. In het kader van de Brexit onderhandelingen zijn EU-regels aangaande openbaarmaking van documenten van toepassing.

Thans wordt er met de griffie van uw Kamer gesproken over de technische inpassing van leeskamers en of er technische mogelijkheden bestaan om tegemoet te komen aan specifieke wensen van uw Kamer. Zo heeft het lid Omtzigt tijdens het debat op 21 juni over de Europese Top van 22 en 23 juni verzocht ook op afstand vertrouwelijke stukken te kunnen inzien (Handelingen II 2016/17, nr. 90, debat over de Europese top van 22 en 23 juni 2017). Binnen de randvoorwaarden ten aanzien van veiligheid en vertrouwelijkheid, zoals de noodzaak van een beveiligde digitale werkomgeving, wordt gezocht naar technische mogelijkheden die het digitaal delen van de toegezonden vertrouwelijke documenten met uw Kamer mogelijk te maken. De verantwoordelijkheid daarvoor ligt deels bij het kabinet en deels bij uw Kamer zelf. De verwachting is dat indien aan de hierboven genoemde (technische) randvoorwaarden is voldaan, het mogelijk moet zijn aan de geuite wensen van uw Kamer tegemoet te kunnen komen.

Naar boven