Het presidium legt hierbij conform artikel 30 tweede lid van het Reglement van Orde
aan u voor het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken bij brief van 13 juni
2017 om advies te vragen aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) over
de mogelijkheden voor Nederland om coalities te vormen in de Europese Unie na de uittreding
van het Verenigd Koninkrijk («Brexit»).
Het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken is gebaseerd op de motie van
het lid Anne Mulder c.s. over een advies over coalitievorming met andere landen na
de brexit (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1229), die op 16 mei 2017 door de Kamer is aangenomen (Handelingen II 2016/17, nr. 75, item 9).
Bijlage Brief van de vaste commissie voor Europese Zaken
Aan het Presidium
Den Haag, 13 juni 2017
Namens de leden van de vaste commissie voor Europese Zaken verzoek ik u, conform besluit
van de procedurevergadering d.d. 1 juni 2017, aan de Kamer voor te stellen om aan
de Adviesraad Internationale Vraagstukken advies te vragen over de mogelijkheden van
Nederland om coalities te vormen in de Europese Unie na de uittreding van het Verenigd
Koninkrijk («Brexit»).
Het te vragen advies is een vervolg op het adviesrapport van de AIV d.d. 22 maart
2017 getiteld «Brexit means Brexit» over de gevolgen van de Brexit voor Nederland
en de coalitievorming in de Europese Unie.
Het verzoek van de vaste commissie voor Europese Zaken is gebaseerd op de motie van
het lid Anne Mulder c.s. over een advies over coalitievorming met andere landen na
de brexit (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1229), die op 16 mei 2017 door de Kamer is aangenomen (Handelingen II 2016/17, nr. 75, item 9).
In deze motie overweegt de Kamer dat Nederland bij het vertrek van het Verenigd Koninkrijk
uit de Europese Unie een belangrijke bondgenoot verliest en dat door dit vertrek de
Europese machtsverhoudingen opnieuw worden gedefinieerd.
Voorts constateert de Kamer in deze motie dat de Adviesraad Internationale Vraagstukken
in zijn recente Brexit-advies concludeert dat Nederland zich na de Brexit niet alleen
op nauwe samenwerking en afstemming met Duitsland moet richten, maar ook met Noordwest-Europese
landen.
Tot slot verzoekt de Kamer in deze motie aan de Adviesraad Internationale Vraagstukken
om een vervolgadvies waarin aangegeven wordt met wie en hoe deze coalitievorming zou
kunnen plaatsvinden en wat daarvoor nodig is.
Ik verzoek u deze adviesaanvraag ter besluitvorming aan de Kamer voor te leggen en,
indien de Kamer ermee instemt, vervolgens door te geleiden aan de Adviesraad Internationale
Vraagstukken.
Hoogachtend,
De griffier van de vaste commissie voor Europese Zaken, Timmer