23 645 Openbaar vervoer

Nr. 663 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 mei 2018

In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landelijke OV en Spoortafel van 18 april, waarin onder andere is stilgestaan bij de uitwerking en voortgang van het Toekomstbeeld OV. Ook is gesproken over de toegankelijkheid van het openbaar vervoer n.a.v. het onderzoek van Het College van Rechten van de Mens. N.a.v. de Kamervragen van het lid Ziengs (VVD) (Aanhangsel Handelingen II 2017/18, nr. 1007) inzake de wenselijkheid van het continueren van het OV rond de jaarwisseling is dit vraagstuk aan de Landsdelige en de Landelijke OV en Spoortafels verkend en besproken. Conform mijn toezegging in de schriftelijke antwoorden meld ik u in deze brief de resultaten van het gesprek.

Verder wil ik u informeren over het gesprek aan de Spoorgoederentafel. Daar is de bereidheid uitgesproken om gezamenlijk invulling te geven aan mijn toezegging om vóór de zomer te komen met een maatregelenpakket voor het spoorgoederenvervoer.

Uitwerking Toekomstbeeld OV

Ten aanzien van het Toekomstbeeld OV is besproken dat er inmiddels goede stappen gezet worden in de inhoudelijke uitwerking. De deelnemers hebben de urgentie benadrukt om tot keuzes en concretisering te komen omdat de reizigersvraag van het openbaar vervoer sterk stijgt en op meerdere plekken al knelt of gaat knellen. De ontwikkeling van de reisbehoefte, zowel in stedelijke gebieden als op verbindingen tussen landsdelen, moeten we helder in beeld hebben. We staan gezamenlijk voor de uitdaging om de basis op orde te houden voor alle modaliteiten. Nog voor de zomer zal ik een bestuurlijke conferentie organiseren met de regio’s en de sector om de uitdagingen helder in beeld te krijgen en met elkaar de oplossingsrichtingen te verkennen. Eind van het jaar kunnen we dan aan de OV en spoortafel een roadmap vaststellen waarin onze gezamenlijke aanpak voor de ontwikkeling van het OV netwerk wordt geschetst.

Om de mogelijkheden van alternatieve bekostigings- en financieringsvormen voor OV investeringen in beeld te krijgen (inclusief de mogelijke betrokkenheid van pensioenfondsen) wordt een gezamenlijke werkgroep ingesteld met de OV en Spoortafel als opdrachtgever.

Inhoudelijk is het volgende besproken. De rijksoverheid is met name verantwoordelijk voor de lange lijnen die de steden in Nederland en over de grens verbinden. Op de knooppunten in het netwerk komen de regionale en (inter)nationale netwerken samen. Het is belangrijk dat deze netwerken zo worden ontwikkeld dat ze passen bij de wensen en vraag van de reiziger. Daarnaast moet het overstappen tussen nationaal en regionaal OV en tussen verschillende vormen van vervoer, inclusief de auto en de fiets soepel en snel verlopen. Dit vraagt om een gezamenlijke integrale visie op basis waarvan we kunnen bepalen welke zaken op korte en middellange termijn in gang moeten worden gezet en welke afwegingen voor de lange termijn nog gemaakt moeten worden. Ik hecht eraan dat we daarbij nadrukkelijk kijken naar mogelijkheden voor een stapsgewijze aanpak en bezien of er best practices kunnen zijn die hiervoor als voorbeeld kunnen dienen. Daarnaast constateren we dat er (technologische) ontwikkelingen zijn die een grote impact kunnen hebben op de huidige werking van het systeem. Het kan bijvoorbeeld gaan om nieuwe mobiliteitsconcepten die een impact hebben op het functioneren van ketens en knooppunten. We moeten deze ontwikkelingen in beeld krijgen zodat we er zoveel mogelijk rekening mee kunnen houden.

Tot slot zijn in het gesprek enkele bestuurlijke aandachtspunten benoemd die we de komende tijd verder met elkaar moeten bespreken. Het gaat om:

  • de ontwikkelingen rond MaaS en de vragen die daaruit voortkomen zoals bijvoorbeeld op het gebied van data uitwisseling en de borging van publieke belangen zoals betaalbaar vervoer, een eenvoudig en eenduidig betaalsysteem en goede reisinformatie voor de hele keten;

  • de borging van de samenhang van het OV systeem door meer regie te voeren over de concessies heen.

In de uitwerking van het Toekomstbeeld OV, die de komende maanden in nauw overleg met betrokken partijen plaatsvindt, zullen de hierboven genoemde onderdelen een plek krijgen. Eind dit jaar stellen we de uitwerking, inclusief uitvoeringsagenda met vervolgacties vast. Hierover zal ik uw Kamer dan uiteraard ook informeren. Zoals eerder toegezegd informeer ik u tevens voor het AO MIRT over mijn plannen voor het OV in de grote steden.

Overige onderwerpen

Naast het Toekomstbeeld OV is stilgestaan bij de relatie tussen de OV en Spoortafel en de Mobiliteitstafel die eind maart is bijeengekomen in het kader van het Klimaatakkoord. De OV-sector levert een grote bijdrage aan duurzame mobiliteit met onder andere groene stroom voor elektrische treinen en het Bestuursakkoord zero-emissie busvervoer. Het openbaar vervoer kan daarnaast een duurzaam alternatief bieden voor andere modaliteiten. Aan de Mobiliteitstafel zijn partijen uit de OV en spoorsector vertegenwoordigd.

Verder is er naar aanleiding van het onderzoek van Het College van Rechten van de Mens met decentrale overheden en busvervoerders gesproken over de toegankelijkheid van bussen. Het College heeft aanbevelingen gedaan aan zowel decentrale overheden, vervoerders als mensen met een beperking zelf. De partijen staan positief tegen deze aanbevelingen en zijn voornemens deze over te nemen.

De Minister van VWS heeft in het debat over de toegankelijkheid van de samenleving op 31 januari 2018 aangegeven dat hij in samenspraak met IenW wil kijken naar nieuwe streefcijfers voor de toegankelijkheid van het OV (Handelingen II 2017/18, nr. 46, item 8). Met partijen is afgesproken dat de komende periode wordt geïnventariseerd hoe de huidige stand van zaken is en welke plannen er zijn voor aanpassingen. Daarbij is de opmerking gemaakt dat in sommige gevallen (met name t.a.v. bushaltes) het onmogelijk is om deze 100% toegankelijk te maken. Afgesproken is dat de consumentenorganisaties een overzicht krijgen van de (on-)mogelijkheden van specifieke bushaltes. Op basis van deze informatie zal met de regio’s het gesprek worden gevoerd welke nieuwe ambitieuze maar realistische streefcijfers kunnen worden opgenomen in het Besluit en de Regeling Toegankelijkheid van het openbaar vervoer (TOV). Deze actie zal worden meegenomen in het Programma Meedoen met een beperking, een programma voor de implementatie van het VN-verdrag Handicap, dat momenteel door VWS wordt ontwikkeld in samenwerking met alle relevante partijen.

Afsluitend heb ik met de bestuurders gesproken over het feit dat er tijdens de jaarwisseling enkele uren weinig tot geen openbaar vervoer is. Op basis van de bespreking en expliciete navraag aan de OV en Spoortafels concludeer ik dat partijen niet een landelijk probleem ervaren waarvoor een landelijke oplossing nodig is. Wel kan het zo zijn dat de afwezigheid van openbaar vervoer tijdens de jaarwisseling lokaal tot een knelpunt kan leiden, bijvoorbeeld bij Schiphol of dat de behoefte van reizigers er op sommige lijnen wel is. Ik heb de bestuurders en vervoerders daarom gevraagd daarvoor oplossingen nader te onderzoeken. Er zijn al plaatsen waar rond de jaarwisseling wel OV rijdt (bijvoorbeeld de metro in Rotterdam). Ik verwacht dus dat regionale partijen en vervoerders tot maatwerkoplossingen kunnen komen.

Terugkoppeling Spoorgoederentafel

Aan de Spoorgoederentafel van 15 maart jongstleden is hoofdzakelijk gesproken over een concept Masterplan Spoorgoederenvervoer. Daarbij is verkend of de sector bereid is om in gezamenlijkheid mijn toezegging in het Algemeen Overleg van 14 februari jongstleden invulling te geven (Kamerstuk 29 984, nr. 760). Ik heb in dit AO toegezegd om voor de zomer te komen met een maatregelenpakket ter invulling van de ambities in het Regeerakkoord. Geconstateerd werd dat het Masterplan een goede basis legt voor dit maatregelenpakket, maar dat het op punten nog aanvulling behoeft. De Tafel heeft zich vervolgens bereid verklaard om gezamenlijk met het ministerie het Masterplan verder uit te werken in een maatregelenpakket alsook de effectiviteit ervan te laten onderzoeken en dit half juni aan de Spoorgoederentafel te bespreken. Over de uitkomsten van de spoorgoederentafel in juni en het maatregelenpakket zal ik u voor het zomerreces informeren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, S. van Veldhoven-van der Meer

Naar boven