Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 februari 2015
Hierbij ontvangt u de Werkagenda van het Nationaal Openbaar Vervoer Beraad (NOVB)
voor 2015 (bijlagen 1 en 21). De agenda is vastgesteld door het NOVB, waarin de stad- en streekvervoerders, concessieverlenende
decentrale overheden, NS, consumentenorganisaties en IenM zijn vertegenwoordigd.
Het NOVB is inmiddels anderhalf jaar aan de slag. In die periode is het er in geslaagd
tot een aantal oplossingen te komen voor met name de concessiegrens overschrijdende
reiziger, ondanks de verschillende belangen die er zijn tussen de betrokken partijen.
In de Werkagenda 2015 zijn enkele verbeterpunten opgenomen die in het komende jaar
worden doorgevoerd in de werkwijze van het NOVB. De Werkagenda bestaat uit een onderdeel
met projecten in uitvoering, een onderdeel met nieuwe projecten (o.a. aantrekkelijk
aanbod voor toeristen in Nederland en het ontwikkelen van een landelijke beleids-
en richtlijn voor kaartautomaten op stations) en een onderdeel waarin de continue
werkstroom is opgenomen. Onderdeel D van de werkagenda betreft projecten waarover
het NOVB wordt geïnformeerd en/of geconsulteerd, maar waarover door het NOVB geen
besluiten worden genomen. In 2014 zijn goede afspraken gemaakt over het verder terugdringen
van het aantal incomplete transacties. Dit komt in de Werkagenda 2015 terug als apart
onderdeel van de nieuwe projecten. Op deze manier kan de uitvoering van dit maatregelpakket
worden gemonitord.
Twee keer per jaar stelt het NOVB een voortgangsrapportage op over de uitvoering van
de werkagenda. Deze rapportages worden aan u doorgezonden (Kamerstuk 23 645, nr. 580).
Een aantal door uw Kamer aangenomen moties hebben een plek gekregen in de werkagenda.
Hetzelfde geldt voor een aantal toezeggingen. In bijgevoegde brief van het NOVB (bijlage
32) wordt nader toegelicht hoe het NOVB met deze moties en toezeggingen omgaat. Een
aantal moties beschouw ik hiermee als afgedaan:
-
– met de motie De Rouwe (Kamerstuk 23 645, nr. 554) wordt gevraagd te overleggen met reizigersorganisaties over de verdere ontwikkeling
van de OV-chipkaart en de resultaten van dit overleg naar de Kamer te sturen. De gezamenlijke
consumentenorganisaties zijn structureel betrokken bij de verdere ontwikkeling van
de OV-chipkaart en de nieuwe vormen van OV-betalen doordat zij zijn vertegenwoordigd
in het NOVB directeurenoverleg.
-
– de motie Bashir (Kamerstuk 23 645 nr. 551) vraagt er voor te zorgen dat er één OV-chipkaart loket komt waar de reiziger terecht
kan voor informatie en klachtafhandeling. Deze motie is inmiddels uitgevoerd binnen
een project uit de NOVB werkagenda van 2014: één loket voor klachten en service over
de OV-chipkaart. Het NOVB houdt de voortgang hiervan voortdurend in de gaten.
-
– met de motie Hoogland (Kamerstuk 29 984 nr. 511) wordt gevraagd in het
NOVB te agenderen dat vervoerders verplicht worden om mensen er actief op te wijzen
dat ze zijn vergeten uit te checken en hun een aantal maal per jaar de mogelijkheid
te geven om dit achteraf te corrigeren. De mogelijkheid tot automatische meldingen
bij incomplete transacties valt binnen de uitvoering van het maatregelenpakket met
betrekking tot incomplete transacties (onderdeel B1 van de werkagenda). Het NOVB rapporteert
hierover in haar voortgangsrapportage.
Op de motie Dik-Faber/De Boer (Kamerstuk 23 645 nr. 594) kom ik terug bij het aanbieden van de visie op het OV-betalen.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld