23 645
Openbaar vervoer

nr. 188
BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 februari 2008

Zoals toegezegd in het debat met uw Kamer op 17 januari 2008 bied (Handelingen der Kamer II, vergaderjaar 2007–2008, nr. 42, blz. 3243–3270) ik u hierbij het «Aanvalsplan OV-chipkaart» aan (verder: het Aanvalsplan)1.

De aanleiding voor dat debat was de bekendmaking in december 2007 dat hackers het beveiligingsmechanisme van de Mifare 4k Classic chip hadden achterhaald. Deze chip wordt ook gebruikt op de OV-chipkaart. De discussie die dit heeft opgeroepen en de onrust die hierdoor is ontstaan, is begrijpelijk. Deze onrust over de OV-chipkaart heeft het beeld van die kaart geschaad. Ik zet mij in om met het Aanvalsplan dit beeld van de OV-chipkaart bij de reiziger te herstellen.

Bij het maken van het Aanvalsplan heeft mij steeds dit reizigersbelang voor ogen gestaan. Eén kaart voor alle vormen van openbaar vervoer, die betrouwbaar, veilig en gemakkelijk is. Het bereiken van meer reisgemak en meer kwaliteit is daarbij de onderliggende gedachte. Dat is ook de reden waarom in 2006 het «go-besluit» voor de OV-chipkaart is genomen.

De OV-chipkaart zal het betaal- en vervoersbewijs voor miljoenen OV-reizigers worden. Die moeten erop kunnen vertrouwen dat de OV-chipkaart veilig is en dat hun privacy beschermd is. De klantacceptatie hangt verder nauw samen met helderheid over de tarieven en een uniforme en toegankelijke distributie. Ik heb mij bij het opstellen van dit Aanvalsplan gericht op die aspecten die ertoe bijdragen dat het beschadigde beeld van de OV-chipkaart hersteld wordt. Pas wanneer sprake is van een goed, veilig en betrouwbaar vervoerbewijs, dat de privacy van de reiziger borgt, ben ik bereid de strippenkaart en de huidige abonnementen af te schaffen.

Voordat ik inga op de kernpunten uit het aanvalsplan, hecht ik eraan om een paar korte opmerkingen te maken over de manier waarop het tot stand is gekomen. De afgelopen weken hebben decentrale overheden, OV-bedrijven, TLS en Districhip onder mijn regie hard aan het Aanvalsplan gewerkt. Een gevoel van urgentie wordt gedeeld. De regiegroep «OV-chipkaart» die ik daarvoor heb ingericht, is wekelijks bijeen geweest en heeft het proces intensief aangestuurd. Er zijn niet alleen landelijke bijeenkomsten geweest, ook op sectorniveau en bij de afzonderlijke partijen zijn groepen aan het werk gezet. De inzet van alle partijen was groot, en tegelijkertijd ook nodig. Ik ben blij te kunnen constateren dat alle partijen die voor dit aanvalsplan tekenen in staat bleken om – waar nodig – over hun eigen schaduw heen te stappen.

Ter toelichting ga ik hierna in op vijf inhoudelijke uitgangspunten die voor mij leidend zijn geweest bij het maken van het Aanvalsplan.

Ten eerste: voor de beveiliging geldt dat financiële tegoeden en persoonlijke gegevens van reizigers geen gevaar mogen lopen. Dat is voor mij een noodzakelijke randvoorwaarde voor het succesvol introduceren van de OV-chipkaart. Het noodplan van TLS, dat al in werking is getreden, geeft mij op dit punt voldoende vertrouwen voor de korte termijn. Het TNO rapport dat vandaag door TLS wordt gepresenteerd en de contra-expertise waartoe ik opdracht heb gegeven moeten aangeven hoe dat vertrouwen ook voor de middellange en lange termijn kan worden gegarandeerd. De contra-expertise is begin april klaar.

Ten tweede: de bescherming van de privacy van de reiziger is voor mij van het allergrootste belang. Daarom treft u in het Aanvalsplan acties aan die leiden tot een stevig fundament onder de privacybescherming. Om alle misverstanden te voorkomen: de chip zelf bevat géén persoonsgegevens. Ik heb met de vervoerders afgesproken dat tot 2010 sowieso geen reisgegevens worden gebruikt voor direct-marketing. De OV-bedrijven werken aan het implementeren van de richtlijnen van het College bescherming persoonsgegevens (Cbp). Dit betekent dat de OV-bedrijven Cbp-proof gaan werken. Daarnaast spreken de OV-bedrijven en het Cbp de komende tijd over het gebruik van de globale reisgegevens voor serviceverlening en marketingdoeleinden na 2010. Medio april moet dit tot conclusies leiden. Mochten dan nog interpretatieverschillen resteren, dan zullen de OV-bedrijven in ieder geval niet in strijd met de interpretatie van het Cbp handelen en met mij in overleg treden.

Ten derde heb ik zeker gesteld dat de reiziger bij de introductie van de OV-chipkaart niet geconfronteerd wordt met gemiddeld genomen hogere tarieven. Daarom heb ik met de decentrale overheden afgesproken dat er minimaal in het eerste jaar na de introductie geen algemene tariefsverhogingen plaatsvinden buiten de normale prijsindexering. Ook hebben we de bestaande decentrale vrijheid voor tariefsbepaling ingekaderd in een landelijk kader dat heldere uitgangspunten bevat voor de tariefindeling.

Ten vierde heb ik afgesproken dat de distributie in het hele land op dezelfde manier wordt vormgegeven (verkrijgbaarheid, apparatuur, informatie en service). Op 21 maart aanstaande ontvang ik van vervoerders, decentrale overheden en Districhip het definitieve voorstel voor de inrichting en het beheer van het distributienetwerk. Uniformiteit en toegankelijkheid zijn daarin de uitgangspunten.

Ten vijfde; de betrouwbaarheid van het OV-chipkaartsysteem is afhankelijk van een technisch goed werkend systeem. Alleen dan kan reisgemak voor de reiziger worden gegarandeerd. De techniek moet eenvoudigweg kloppen en stabiel zijn. Een betrouwbaar en goed functionerend systeem zal de acceptatie bij reizigers voor de nieuwe kaart vergroten. OV-bedrijven intensiveren het monitoren van de aandachtspunten om continu te kunnen blijven werken aan de noodzakelijke verdere verbeteringen. Ook versterken zij hun onderlinge operationele afstemming. De informatievoorziening aan de consumentenorganisaties wordt geïntensiveerd.

Tot slot nog het volgende: het aanvalsplan zoals het er nu ligt is geen einddocument. De regiegroep blijft onder mijn leiding regie houden op het proces dat uiteindelijk moet leiden tot de landelijke invoering van de OV-chipkaart. Ten overvloede merk ik nogmaals op dat ik de strippenkaart en de huidige abonnementen pas zal afschaffen op het moment dat ik overtuigd ben dat er sprake is van een goed, veilig en betrouwbaar vervoerbewijs, dat de privacy van de reiziger borgt. De periodieke klantenacceptatiemonitor verstrekt mij informatie die ik bij mijn afweging zal betrekken. De OV-ambassadeur, mevrouw Van Nieuwenhoven, heeft toegezegd eindverantwoordelijk te willen zijn voor deze monitor.

Met het aanvalsplan zoals het er nu ligt, heb ik vertrouwen in het verdere traject. Dat vertrouwen ontleen ik niet alleen aan de concrete afspraken die nu zijn gemaakt, maar ook aan de inzet die partijen tonen in de regiegroep. De regiegroep zal de voortgang van het aanvalsplan nauwlettend volgen, nieuwe ontwikkelingen signaleren en op grond daarvan overgaan tot het in gang zetten van alle benodigde acties.

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J. C. Huizinga-Heringa


XNoot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven