De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat de regering heeft verklaard voorstander te zijn van etikettering
van producten uit bezette gebieden omdat consumenten hierdoor een bewustere keuze
kunnen maken bij de aankoop van producten uit volgens het internationaal recht bezette
of illegaal geannexeerde gebieden;
constaterende dat niet alleen Israël volgens de standaarden van het internationaal
recht gebieden bezet, dan wel heeft geannexeerd, maar dat enkel voor etikettering
van producten uit deze gebieden een interpretatieve mededeling is verschenen;
constaterende dat de sondering naar aanleiding van de motie-Ten Broeke c.s. inzake
de herkomstaanduiding bezette gebieden heeft uitgewezen dat er geen draagvlak bestaat
om te komen tot richtsnoeren voor álle producten uit álle gebieden die krachtens het
internationaal recht bezet of illegaal geannexeerd zijn;
overwegende dat Europese consumenten niet alleen recht hebben op transparantie omtrent
de herkomst van producten uit de door Israël bezette gebieden maar bovenal recht hebben
op een etiketteringsbeleid dat consequent van aard is;
overwegende dat de regering tegemoet dient te komen aan de vragen van het bedrijfsleven
inzake de herkomstaanduiding van producten uit de Westelijke Sahara;
verzoekt de regering, er in de Raad Buitenlandse Zaken voor te pleiten dat de Europese
Commissie eveneens richtsnoeren opstelt voor producten afkomstig uit de door Marokko
geannexeerde Westelijke Sahara,
en gaat over tot de orde van de dag.