Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 december 2010
In de kamerbrief van 30 juli jl. (kamerstuk 22 894/26 991, nr. 278) heeft mijn ambtsvoorganger u geïnformeerd over de bestrijding van exotische (d.w.z. van oorsprong niet in Nederland voorkomende)
muggen bij bedrijven die gebruikte banden importeren. Met deze brief informeer ik u over de stand van zaken rondom de bestrijding
van exotische muggen bij bandenbedrijven.
Exotische muggen zoals de tijgermug kunnen potentieel diverse virale en parasitaire ziekten overbrengen: o.a. Dengue fever
(knokkelkoorts), West Nile fever, Rift Valley fever en Chikungunya. Sommige ziekten kunnen ernstig verlopen en mensen kunnen
hieraan overlijden. Eitjes van deze muggen kunnen meekomen met de import van gebruikte banden uit gebieden waar de muggen
voorkomen. Om vermenigvuldiging en verspreiding van muggen tegen te gaan, worden voorzorgsmaatregelen getroffen. Er is op
dit moment geen gevaar voor de volksgezondheid in Nederland.
Afgelopen zomer zijn bij de reguliere monitoring van het Centrum voor Monitoring van Vectoren (CMV), onderdeel van de nieuwe
Voedsel en Waren Autoriteit, exotische muggen aangetroffen bij 5 bedrijven die handelen in gebruikte banden. Het was de eerste
keer dat de tijgermug in een niet afgesloten ruimte in Nederland werd aangetoond. Het CMV, gefaciliteerd door het Centrum
Infectieziektenbestrijding (CIb) van het Rijksintituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), heeft de muggenbestrijdingsactiviteiten
gecoördineerd. De muggenbestrijding is in goede samenwerking met de bandenbedrijven en de GGD’en verlopen. De minister van
Infrastructuur en Milieu (voormalig VROM) heeft ontheffing verleend voor het gebruik van biociden die voor deze toepassing
nog niet zijn toegelaten in Nederland. Het Kenniscentrum Dierplagen heeft de bestrijding uitgevoerd met hulp van Franse experts
op dit gebied. Inmiddels is de bestrijding afgerond, er werden op de bedrijven geen muggen of larven meer aangetroffen. In
het voorjaar zal op de bedrijven gekeken worden of er nog exotische muggen zijn, die via eitjes de bestrijding en de winter
overleefd hebben.
De bestrijding van exotische muggen bij bedrijven die gebruikte banden importeren is voor alle betrokken partijen een leerzame
ervaring geweest. Ik heb deze partijen afgelopen oktober dan ook uitgenodigd om de muggenbestrijding te evalueren en de taakverdeling
en verantwoordelijkheden voor de bestrijding verder uit te werken. Alle betrokkenen kijken positief terug op de samenwerking
die heeft plaatsgevonden. Ook zijn er diverse actiepunten geformuleerd. Zo heb ik bijvoorbeeld het RIVM om advies gevraagd
over de meest geschikte biociden ter bestrijding van zowel de larven als de volwassen muggen bij een bandenbedrijf. Inmiddels
ben ik met de bandensector in gesprek over het aanvragen van een toelating van deze biociden bij het College voor de beoordeling
van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb). Ik wil uiteindelijk in een draaiboek verhelderen wat de rollen en verantwoordelijkheden
van elke partij zijn rondom het voorkomen van vestiging en bestrijding van exotische muggen bij gebruikte banden importeurs.
Overigens is het vanwege internationale handel en transport vanuit Zuid-Europa, waar bijvoorbeeld de tijgermug inmiddels gevestigd
is, onwaarschijnlijk dat de import van exotische muggensoorten in Nederland volledig voorkomen kan worden. Daarom richt het
huidige beleid zich op vertraging van eventuele vestiging van muggen die een risico vormen voor de volksgezondheid. Het CMV
monitort op diverse locaties in Nederland waar import van exotische muggen mogelijk is. In de komende periode werk ik, op
basis van adviezen van het RIVM, met alle bestuurlijke verantwoordelijken en uitvoerders aan het verder verhelderen en oplossen
van de vraagstukken rondom de monitoring, bestrijding, communicatie naar het publiek, professionals en betrokken zorgverleners.
Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
E. I. Schippers