22 831 De Hoorn van Afrika

29 521 Nederlandse deelname aan vredesmissies

Nr. 81 BRIEF VAN DE MINISTER EN STAATSSECRETARIS VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 juli 2012

Met deze brief informeren wij u over de laatste ontwikkelingen in Sudan en Zuid-Sudan en stand van zaken in de onderhandelingen tussen beide landen. Tevens wordt hiermee gestand gedaan aan de toezegging in het AO over UNMISS van 22 december jl. (Kamerstuk 29 521, nr. 179) om u te informeren over de benchmarks en indicatoren waarmee de voortgang en resultaten van de United Nations Mission in South Sudan (UNMISS) kunnen worden bepaald.

De minister van Buitenlandse Zaken, U. Rosenthal

De staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, H. P. M. Knapen

Relatie tussen Sudan en Zuid-Sudan

Sinds de aanvaarding op 2 mei jl. door de VN-Veiligheidsraad van resolutie 2046 zijn de vijandelijkheden in de grensregio afgenomen. Op 29 mei hebben Sudan en Zuid-Sudan de onderhandelingen onder leiding van het AU High-level Implementation Panel (AUHIP) hervat, nadat deze begin april waren opgeschort. Partijen hebben een begin gemaakt met het instellen van de al eerder overeengekomen veiligheidsmechanismen (Joint Border Verification and Monitoring Mechanism en de Safe Demilitarized Border Zone) voor de grensregio. Er is echter nog geen overeenstemming over een operationele kaart op basis waarvan een te demilitariseren zone kan worden bepaald. Ook heeft geen doorbraak plaatsgevonden ten aanzien van de andere onderwerpen op de onderhandelingsagenda, waaronder de kosten voor het gebruik van de olie-infrastructuur, grensafbakening, de status van Abyei en de status van elkaars staatsburgers. Evenmin hebben formele gesprekken plaatsgevonden tussen Sudan en SPLM-N over het oplossen van het conflict in de Sudanese deelstaten South Kordofan en Blue Nile. Tijdens zijn bezoek aan Zuid-Sudan op 7 juni jl. heeft de Staatssecretaris namens het kabinet bij vicepresident Riek Machar en hoofdonderhandelaar Pagan Amun aangedrongen op spoedige implementatie van de AU-Routekaart en de VN-Veiligheidsraadresolutie 2046. De Staatssecretaris heeft daarbij zijn zorg uitgesproken over de mogelijk ontwrichtende economische en humanitaire gevolgen van het stilleggen van de olieproductie. Voor het verslag van de reis van de Staatssecretaris verwijzen wij naar de brief van 15 juni (22 831, nr. 78).

Op 22 juni vond in Addis Abeba het Sudan and South Sudan Consultative Forum plaats. Nederland heeft hier op ambtelijk niveau aan deelgenomen. Doel van de internationale bijeenkomst was het verhogen van de druk op beide partijen. De bijeenkomst werd voorgezeten door Ramtane Lamamra, AU Commissaris voor Vrede en Veiligheid en Hervé Ladsous, VN Onder-Secretaris-Generaal voor Vredesoperaties. Delegaties van de twee landen woonden het eerste gedeelte van de bijeenkomst bij; voor Zuid-Sudan nam minister van Buitenlandse Zaken Nhial Deng deel, terwijl Sudan zich liet vertegenwoordigen door de ambassadeur bij de AU. Thabo Mbeki, voorzitter van het AUHIP, en Haile Menkerios, VN Speciaal Gezant voor Sudan en Zuid-Sudan, informeerden het forum over de stand van zaken in de onderhandelingen. De deelnemers hebben een communiqué uitgebracht met daarin een stevige boodschap aan beide landen.

Om ruimte te bieden voor interne consultaties zijn de onderhandelingen op verzoek van beide partijen op 28 juni tijdelijk opgeschort. Deze zullen naar verwachting op 5 juli worden hervat.

Politieke en economische ontwikkelingen

Noodzakelijke hervormingen in de veiligheidssector zijn de laatste maanden verder vertraagd als gevolg van de escalatie van het geweld in de grensregio. De impact van het wegvallen van olie-inkomsten op de staatsopbouw en economische ontwikkeling van Zuid-Sudan laat zich steeds sterker voelen. Ondanks bezuinigingsmaatregelen en het genereren van inkomsten uit onder meer belastingheffingen, kampt Zuid-Sudan met een toenemend tekort aan buitenlandse valuta en bedraagt de inflatie inmiddels 80%, waardoor voedsel- en brandstofprijzen recentelijk sterk zijn gestegen. De Zuid-Sudanese regering bereidt maatregelen voor om de overheidsfinanciën op orde te krijgen en corruptie te bestrijden. Naar verwachting zal op korte termijn een wet worden aangenomen die de bevoegdheid om gevallen van corruptie te vervolgen overhevelt van het ministerie van Justitie naar de onafhankelijke Anti-Corruptie Commissie. Voorts wees president Kiir er op 11 juni in debat met het Zuid-Sudanese parlement op dat 75 vermeende corrupte (oud)overheidsfunctionarissen schriftelijk zijn gesommeerd om bepaalde overheidsuitgaven waar geen afdoende verantwoording over is afgelegd terug te storten, in ruil voor amnestie. Ook kondigde hij verder onderzoek aan naar vermeende gevallen van corruptie. Tijdens zijn gesprek met vicepresident Riek Machar op 7 juni jl. uitte de Staatssecretaris namens het kabinet zijn ernstige zorgen over berichten dat 4 miljard USD overheidsuitgaven niet verantwoord kunnen worden en drong hij aan op effectieve maatregelen om corruptie te bestrijden.

Ook in Sudan is de economie gedurende de laatste maanden onder grotere druk komen te staan. Met de afscheiding van Zuid-Sudan had Sudan al 75% aan oliereserves en 65% aan deviezen verloren. Het ziet zich bovendien geconfronteerd met hoge defensie-uitgaven, uitblijven van buitenlandse investeringen en een torenhoge inflatie. Bovendien zijn door de vijandelijkheden in april jl. rondom Heglig, waar Sudans belangrijkste olievelden zijn gelegen, olie-installaties dusdanig beschadigd geraakt dat de productie grotendeels is stil komen te liggen. In respons op de economische crisis heeft de Sudanese regering op 18 juni een pakket aan economische maatregelen aangekondigd, waaronder sterke reductie van het overheidsapparaat, devaluatie van het Sudanese pond, verhoging van allerlei belastingen alsook geleidelijke ophef van de subsidies op brandstoffen.

Sinds 16 juni hebben in Khartoum en andere steden in Sudan protesten plaats tegen de aanhoudende stijging van voedsel- en brandstofprijzen en het economisch wanbeleid van de regering. Er zijn rapporten van disproportioneel geweld door veiligheidsdiensten en arbitraire arrestaties van demonstranten en journalisten. Nederland heeft op 28 juni tijdens de zitting van de VN-Mensenrechtenraad zijn zorgen hierover geuit en de onmiddellijke vrijlating van de arrestanten bepleit.

Humanitaire situatie

Sinds onze brief van 23 mei 2012 (Kamerstuk 29 521, nr. 186) is de humanitaire situatie in Zuid-Sudan niet wezenlijk veranderd. Als gevolg van het geweld in de grensregio dat eind maart plaatsvond, zijn nog altijd grote aantallen burgers ontheemd en afhankelijk van humanitaire hulp. Weliswaar maken de inzet van de United Nations Interim Security Force for Abyei (UNIFSA) en terugtrekking van Sudanese en Zuid-Sudanese troepen uit Abyei het mogelijk dat de eerste inwoners terug beginnen te keren naar Abyei. Maar daarnaast melden zich dagelijks ongeveer 1000 Sudanese vluchtelingen, afkomstig uit de Sudanese conflictgebieden South Kordofan en Blue Nile, bij UNHCR in de deelstaat Upper Nile in Zuid-Sudan. De regering heeft daarom begin juni besloten de humanitaire bijdrage voor Zuid-Sudan voor 2012 met EUR 2 miljoen te verhogen tot in totaal EUR 6,28 miljoen.

Op 27 juni heeft de Sudanese regering aangekondigd in principe akkoord te gaan met het trilaterale voorstel van VN, AU en Arabische Liga voor humanitaire toegang in South Kordofan en Blue Nile. De Sudanese autoriteiten hebben hier echter een aantal voorwaarden aan verbonden, waarvan het nog onduidelijk is hoe deze de uitvoering van het akkoord zullen beïnvloeden. Voorts zijn er zorgen over de uitbreiding van beleidsmaatregelen om de nationale controle over de internationale organisaties in Sudan te vergroten. Zo heeft de regering als gevolg van een evaluatie van humanitaire programma’s in oostelijk Sudan, de programma’s van zeven internationale ngo’s gestopt. Een vergelijkbare evaluatie is inmiddels ook voor de regio Darfur aangekondigd.

Rapport SGVN inzake Zuid-Sudan en UNMISS

Op 26 juni heeft Secretaris-Generaal Ban Ki-moon van de VN een rapport (S/2012/486) uitgebracht over de actuele ontwikkelingen in Zuid-Sudan en de stand van zaken van de ontplooiing van UNMISS. Het rapport gaat in op de context waarin UNMISS heeft gefunctioneerd tegen de achtergrond van de beperkte capaciteit van de Zuid-Sudanese autoriteiten, de economische crisis door de opschorting van de olieproductie, de gevechten tussen Noord en Zuid, activiteiten van militiegroeperingen en intertribale spanningen. Ondanks deze bemoeilijkende factoren heeft de missie een duidelijke toegevoegde waarde gehad, aldus de Secretaris-Generaal. De Secretaris-Generaal beveelt dan ook aan het huidige mandaat van UNMISS met nog een jaar te verlengen, tot 8 juli 2013. Ook vicepresident Riek Machar onderstreept de positieve rol van UNMISS in zijn brief van 12 juni aan de voorzitter van de VN-Veiligheidsraad. Wel plaatst hij vraagtekens bij de noodzaak om hoofdstuk VII van het VN-Handvest als basis te nemen voor een verlengd mandaat. De Secretaris-Generaal stelt zich in zijn rapport echter op het standpunt dat hoofdstuk VII de basis moet blijven; gelet op de veiligheidssituatie op de grond en de beperkte capaciteit van de overheid, zal alleen met dat mandaat de missie in staat zijn om – zoals in de Jonglei-crisis eerder dit jaar – onpartijdige ondersteuning te blijven bieden aan de overheid om zijn burgers te beschermen. De Veiligheidsraad neemt deze week een besluit over verlenging van het UNMISS-mandaat.

Het rapport bestrijkt de periode van 7 maart tot 26 juni 2012. Voor het volledige rapport verwijs ik u naar: http://www.un.org/ga/search/view_doc.asp?symbol=S/2012/486&referer=/english/&Lang=E

Resultaatmeting van UNMISS

In overeenstemming met VN-Veiligheidsraad-resolutie 1996 van 8 juli 2011 heeft de Secretaris-Generaal in zijn rapport benchmarks en indicatoren geformuleerd om de resultaten en voortgang van UNMISS te kunnen meten. De benchmarks zijn ongekend gedetailleerd, waarmee de VN een opmerkelijke stap zet in het streven naar een meer transparant optreden van VN-vredesoperaties. De benchmarks zullen als uitgangspunt dienen voor toekomstige reguliere rapportages over de inzet van UNMISS. Uitvoering zal naar verwachting gefaseerd verlopen, in lijn met de plannen van de overheid om de eigen politieke doelstellingen te realiseren (o.a. versterking van het overheidsgezag, houden van vrije en eerlijke verkiezingen, het opbouwen van rule of law). Om maximale ownership van de Zuid-Sudanese autoriteiten te garanderen sluiten de benchmarks nauw aan bij het nationale ontwikkelingsplan van de Zuid-Sudanese overheid.

Vredesopbouwplan

UNMISS heeft in samenspraak met de Zuid-Sudanese regering en internationale partners het UN South Sudan Peace-building Support Plan (PBSP) opgesteld, waarin vijftien prioriteiten voor vredesopbouw zijn opgenomen. Het PBSP is opgesteld conform de doelstellingen voor vredes- en staatsopbouw zoals deze eind 2011 zijn overeengekomen in Busan in het kader van de New Deal for International Engagement in Fragile States. Het PBSP en de benchmarks voor UNMISS zijn bovendien nauw op elkaar afgestemd om de coherentie te garanderen. Tijdens een gesprek op 7 juni in Juba met VN-Speciaal Vertegenwoordiger van de Secretaris-Generaal Hilde Johnson, drong de Staatssecretaris aan op een spoedige ontplooiing van UNMISS in die delen van Zuid-Sudan die te lijden hebben onder conflict en instabiliteit. Nederland draagt bij aan het opzetten van County Support Bases, van waaruit de VN in nauwe samenwerking met de lokale overheid proactief kan werken aan de ondersteuning van staatsopbouw en levering van basisvoorzieningen aan de bevolking.

European Union Aviation Security Mission in South Sudan

Op 18 juni jl. hebben EU-lidstaten besloten de civiele GVDB-missie European Union Aviation Security Mission in South Sudan (EUAVSEC South Sudan) te starten. Deze missie zal de Zuid-Sudanese autoriteiten ondersteunen bij het ontwikkelen van een adequaat en duurzaam veiligheidssysteem op Juba International Airport. Het kabinet acht de missie van groot belang, omdat een veilig vliegveld essentieel is voor de economische ontsluiting van Zuid-Sudan en daarmee voor de zelfredzaamheid van het land. De missie heeft een mandaat tot begin 2014 en zal waarschijnlijk vanaf eind september operationeel zijn. Ook Nederland zal één of twee experts voordragen voor deze missie.

Naar boven