Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 oktober 2023
Tijdens het commissiedebat Externe Veiligheid van 11 oktober jl. is gesproken over
de opvolging van de motie van het lid Bouchallikh.1 Tijdens dit debat heb ik toegezegd dat ik uw Kamer binnen twee weken zou informeren
over de mogelijkheden voor het opleggen van de norm van 500 milligram per kubieke
meter stikstofoxide (NOx) voor de kooksfabrieken binnen het lopende vergunningsverleningstraject bij Tata
Steel. Met deze brief informeer ik u over deze toezegging en geef ik opvolging aan
mijn Kamerbrieven van 10 en 13 oktober 2023 over dit onderwerp.2
Sinds het debat heeft Tata Steel aan de Omgevingsdienst Noordzeekanaalgebied (OD NZKG)
een aanvullende reactie gestuurd met betrekking tot de onderzoeksrapportage naar de
mogelijkheden voor het verlagen van stikstofuitstoot bij Kooksgasfabriek 1. Deze reactie
bevat toezichtvertrouwelijke informatie en wordt door de OD NZKG beoordeeld. Zodoende
is deze informatie op dit moment nog niet door de OD NZKG met mij gedeeld. Zoals ik
10 oktober 2023 aan uw Kamer meedeelde3 zal de OD NZKG de reactie van Tata Steel gaan beoordelen en bezien of het op basis
van het onderzoek mogelijk is om een aangescherpte emissiegrenswaarde van 500 milligram
stikstofoxide per kubieke meter op te leggen. Bij deze overweging zal de Inspectie
voor Leefomgeving en Transport (ILT) adviseren. Op dit moment valt nog niet te concluderen
of het binnen het huidige wettelijke stelsel mogelijk zal zijn om de norm voor stikstofoxide
van 500 mg per kubieke meter op te leggen bij Tata Steel.
In de BBT-conclusies die relevant zijn voor de kooksgasfabriek 1, staat geen concrete
range voor het emissieniveau. Om die reden moet het bevoegd gezag zelf bepalen wat
beste beschikbare technieken (BBT) zijn. De opgelegde onderzoeksverplichting verplicht
Tata Steel om onderzoek uit te voeren naar aanvullende maatregelen, met als doel om
de huidige stikstofoxide-emissie verder te reduceren. Hierbij dient gestreefd te worden
naar het verlagen van de stikstofoxide-emissie tot aan de onderkant van de range (500 mg/Nm3) die geldt voor installaties met goed onderhouden batterijen en geïntegreerde lage-NOX-technieken.
Binnen het huidige wettelijke kader is het mogelijk om zo’n scherpere norm op te nemen
in de vergunning mits dit technisch en financieel haalbaar is en de effecten op de
verschillende milieucompartimenten (zogenaamde cross-media effecten4) zijn afgewogen. Het onderzoek dient inzicht te geven in de verschillende technische
mogelijkheden, de kosten van de maatregelen, de te bereiken reducties, de cross-media
effecten en de mogelijke implementatie van de maatregelen. Wanneer de omgevingsdienst
het onderzoek van Tata Steel heeft beoordeeld kan zij een besluit nemen over mogelijke
aanpassing van de vergunning. De OD NZKG is voornemens om uiterlijk het eerste kwartaal
van 2024 dit besluit te nemen.
De OD NZKG is de toezichthouder op Tata Steel namens het bevoegde gezag: de Provincie
Noord-Holland. De OD NZKG heeft de bevoegdheid om de vergunningen van Tata Steel aan
te scherpen als dat mogelijk blijkt binnen de huidige wettelijke kaders. Ik ben uiteraard
bereid om ondersteuning te bieden.
Zoals ik heb toegezegd, zal ik parallel aan het traject van de omgevingsdienst ook
zelf het juridisch traject starten om de regelgeving aan te passen. Hierdoor voorkomen
we vertraging als blijkt dat het niet mogelijk is om binnen de huidige regelgeving
de norm aan Tata Steel op te leggen. Hierbij wil ik wel graag herhalen dat als het
mogelijk blijkt om binnen de huidige wet- en regelgeving de norm van 500 mg/m3 op te leggen, ik het juridisch traject dan ook weer zal staken.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen