22 343 Handhaving milieuwetgeving

28 663 Milieubeleid

Nr. 359 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 juni 2023

Op 21 oktober 2022 heb ik u in kennis gesteld1 van mijn verzoek aan de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) om onderzoek te doen naar de uitvoering van VTH taken door de openbare lichamen van Caribisch Nederland. Aanleiding waren de zorgen die in uw Kamer bestaan over de wijze waarop de lokale besturen deze taken uitvoeren. Ik heb richting uw Kamer aangegeven dat ik deze zorgen deel en dat ik behoefte heb aan een gedegen onderzoek naar beleid en uitvoering van deze taken alvorens ik hierover conclusies trek.

Met deze brief bied ik u de rapportages van de ILT aan. Tevens informeer ik u, mede namens de Staatsecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), de Minister voor Natuur en Stikstof (N&S) en de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over de conclusies en aanbevelingen van het rapport, mijn eerste appreciatie daarvan en de vervolgstappen. Ook wordt u geïnformeerd over mijn toezegging over de beantwoording van een aantal in het schriftelijk overleg gestelde vragen over het Inrichtingen en activiteitenbesluit BES (IAB BES).

Conclusies en aanbevelingen ILT

De ILT heeft op mijn verzoek onderzoek gedaan naar de uitvoering van VTH taken in Caribisch Nederland en aanbevelingen gedaan voor een verbetering van het VTH-stelsel als het gaat om de thema’s milieu en bouwen (Wet Vrom Bes) en het thema natuur (Wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming BES). Dit onderzoek vond voor zover het Bonaire betreft ook plaats op verzoek van de gezaghebber van Bonaire. De openbare lichamen hebben volledig meegewerkt aan het onderzoek en dat heeft een goed beeld opgeleverd van de uitdagingen waar we gezamenlijk voor staan.

De ILT concludeert dat de situatie bij de drie openbare lichamen vergelijkbaar is met de situatie van gemeenten en provincies in Europees Nederland tot 2013. Vanaf dat moment is – eerst vrijwillig en later wettelijk verplicht- de uitvoering van VTH-taken belegd bij omgevingsdiensten. Ook is geconcludeerd dat de openbare lichamen te klein zijn om de benodigde kennis en ervaring te borgen in hun organisatie en om voldoende «checks and balances» in de werkprocessen te kunnen aanbrengen. De omvang van de eilanden als kleine gemeenschappen en de nabijheid van het bestuur bemoeilijken een professionele en onafhankelijke uitvoering van de VTH-taken nog verder.

De ILT concludeert verder dat de uitvoering van de VTH-taken voor bouwen, milieu en natuur op de drie eilanden niet voldoet aan de wettelijke vereisten en lokale verordeningen. De belangen die de wetgeving op het gebied van bouwen, milieu en natuur beoogt te beschermen, worden nu niet of onvoldoende beschermd. Door een veelheid aan soms sterk verweven oorzaken is een fundamentele wijziging van de uitvoering van de VTH-taken nodig om tot verbetering te komen. Ook wordt geconcludeerd dat heldere kaders voor en ondersteuning bij de toepassing van de IBT-taak door de Rijksvertegenwoordiger ontbreken.

De op de conclusies gebaseerde aanbevelingen van de ILT treft u aan in het rapport.

Opgave verbetering VTH stelsel

Ik neem de conclusies van de ILT zeer serieus. Met de conclusies van de ILT wordt bevestigd dat de zorgen die bestonden over de uitvoering van de VTH-taken terecht zijn. Deze zorgen zijn niet alleen door de Kamer uitgesproken, maar deels ook door de verantwoordelijke eilandbesturen, mijzelf en mijn collega’s die voor hun eigen onderwerpen beleidsverantwoordelijk zijn. Zo raken de aanbevelingen van de ILT ook het onderwerp bouwen en ruimtelijke ordening uit de Wet Vrom Bes, de stelsels van de wet grondslagen natuurbeheer- en bescherming BES en de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba waarvoor mijn collega bewindspersonen verantwoordelijk zijn. Daarnaast hebben de aanbevelingen mogelijk gevolgen voor de huidige uitvoering van taken door de verantwoordelijke bestuurscolleges van de eilanden.

De verantwoordelijkheden binnen het VTH-stelsel zijn een belangrijk uitgangspunt, maar evenzeer is het van belang om vast te stellen dat de problematiek op de eilanden het gevolg is van een historisch gegroeide situatie, waar alle partijen waaronder het Rijk een rol in hebben gehad. Ik merk op dat het verbeteren van het VTH-stelsel ook in Europees Nederland onze voortdurende aandacht nodig heeft om een duurzaam gezonde fysieke leefomgeving voor komende generaties te kunnen garanderen.

Ik ben van mening dat de VTH-problematiek voor Caribisch Nederland vanuit deze achtergrond en vanuit deze context moet worden opgelost.

Ik heb toegezegd het rapport van de ILT eind mei aan de Kamer toe te zenden. Dit heeft wel tot gevolg dat het mij en mijn collega bewindspersonen aan tijd ontbreekt om in samenwerking met de eilandbesturen tot een volledige inhoudelijke appreciatie van de aanbevelingen te komen. Ik beschouw het verbeteren van de uitvoering van VTH-taken op de eilanden namelijk als een gezamenlijke opgave waar alle partners in het VTH-stelsel voor staan. Deze opgave vergt overleg met de lokale bestuurscolleges, de betrokken departementen, Omgevingsdienst NL en stakeholders. Dit traject ga ik inzetten en ik zeg de Kamer toe om na het zomerreces met een hoofdlijnenbrief te komen waarin de conclusies en aanbevelingen van de ILT worden gewaardeerd.

Gezien de conclusies van het rapport ben ik mij wel bewust van het belang van snelle besluitvorming over de aanbevelingen. Vertraging van het verbeterproces kan immers leiden tot vermijdbare schade aan natuur en milieu. Daarom acht ik ook een aantal korte termijn maatregelen noodzakelijk. Een belangrijk instrument om de kwaliteit van de uitvoering van VTH-taken op de eilanden te verbeteren, is het Inrichtingen en Activiteitenbesluit BES (IAB BES). Het IAB BES dient daarom snel in werking te treden, wat ook een van de aanbevelingen is in het rapport.

Daarnaast heb ik nader advies gevraagd aan de ILT over andere mogelijke maatregelen waaronder het invullen van het tweede lijns nalevingstoezicht/Interbestuurlijk Toezicht (IBT) op grond van de wet Vrom Bes en andere specifieke wetten. Ik zal de Kamer, eveneens na overleg met de eilandbesturen, na het zomerreces over berichten.

Stand van zaken toezeggingen.

Met de toezending van het ILT-rapport aan de Kamer ben ik een toezegging nagekomen een onderzoek uit te laten voeren naar de kwaliteit van VTH taken op de eilanden. Bij de beantwoording van schriftelijke commissievragen over het Ontwerpbesluit IAB BES (Kamerstuk 29 383, nr. 367) heb ik de Kamer toegezegd de vragen 7, 39, 40 en 41 te beantwoorden na het onderzoek van de ILT (Kamerstuk 29 383, nr. 388). Dat zal ik gelijktijdig met de verdere waardering van het rapport doen na het zomerreces.

Afsluitend

Met het uitgevoerde onderzoek van de ILT is een eerste belangrijke stap gezet op weg naar de noodzakelijke versterking van de uitvoering van VTH-taken op de eilanden. De opvolging ervan zal ik vanzelfsprekend in nauw overleg met de betrokken partijen in het VTH-stelsel vormgeven.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen


X Noot
1

Aanhangsel Handelingen II 2022/23, nr. 441.

Naar boven