nr. 196
MOTIE VAN DE LEDEN POPPE EN BOELHOUWER
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende, dat:
– ongeveer 20% van de in Nederland binnenkomende containers
tegen ongewenste insecten is behandeld met zeer giftige gasvormige bestrijdingsmiddelen,
waarvan 5% met hoge concentraties en 70% onnodig;
– ongeveer 2% van gegaste containers voldoet aan het voeren
van een verplichte waarschuwingssticker;
van mening, dat:
– gegaste containers en/of producten daaruit een risico vormen voor
milieu, werknemers en consumenten;
– toezicht en handhaving het meest effectief uitgevoerd kunnen worden
bij aanlanding in de haven, waarmee een signaal zal worden afgegeven richting
de exporteurs in de landen van herkomst;
– de opgedane ervaringen en verkregen expertise in meten en handhaven
benut moeten worden;
– handhaving voldoende effectief is indien gericht minimaal 1000
containers per jaar voor controle worden geselecteerd en bemeten;
verzoekt de regering een samenwerkend handhavingsteam in te stellen bestaande
uit de VROM-Inspectie en andere handhavende inspecties met expertise inzake
gegaste containers in de haven, met als taak per jaar gericht minimaal 1000
containers te controleren op gassingen met bestrijdingsmiddelen;
verzoekt de regering tevens indien nodig, wet- en regelgeving te ontwikkelen,
zodat gegaste containers die niet volgens de regels zijn voorzien van een
waarschuwingssticker voor een gasvormig bestrijdingmiddel, in de haven kunnen
worden gestopt en vervolgens ontgast, teruggestuurd of waarvan de inhoud vernietigd
moet worden,
en gaat over tot de orde van de dag.
Poppe
Boelhouwer